Hemelwoning

Ze hadden drie jaar heel dicht bij Hem geleefd! Ze waren zó verdrietig toen Hij gestorven was. Ze waren zó verwonderd en verschrikt toen Hij Zich liet zien na Zijn opstanding! En nu? Nu waren ze blij!

Hoe kun je blij zijn als iemand van wie je houdt, weggaat? Toch staat het zo opgeschreven: ‘En zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. En zij waren allen tijd in den tempel, lovende en dankende God’ (Luk. 24:52, 53).

Hoe kan dat, dacht ik. Totdat ik een preek hoorde over de tekst: ‘In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben’ (Joh. 14:2, 3). Toen begon ik het een beetje te begrijpen. De discipelen mochten weten dat Jezus naar de hemel ging om ook voor hen een woning te bereiden. En dit afscheid, deze hemelvaart, was geen afscheid voor altijd, maar voor een korte tijd. Jezus ging van de aarde weg om ook voor hén een woning te bereiden in de hemel. ‘O, hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd hebt voor degenen die U vrezen’ (Ps. 31:20).

Heeft Hij ook al een woning voor jou bereid? ‘Welgelukzalig zijn zij die in Uw huis wonen; zij prijzen U gestadiglijk. Sela’ (Ps. 84:5).

Leestip: Lukas 24:46-53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen