Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ambt van de vrouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ambt van de vrouw

6 minuten leestijd

Er is de laatste tijd weer veel te doen geweest over de vraag of vrouwen ook in het ambt mogen dienen. Er is daarbij niets nieuws onder de zon. In Korinthe schijnt men ook de vrouw toegestaan te hebben om te spreken in de eredienst. En hoe treedt Paulus daartegen op? Met een beroep op Genesis 3:16, waar staat dat de man over de vrouw heerschappij hebben zal, betoogt hij: Dat uw vrouwen in de gemeente zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de Wet zegt. En zo zij iets willen leren, laat haar tehuis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen dat zij in de gemeente spreken (1 Kor. 14:34,35). Paulus ziet in het openbaar spreken van de vrouw een wijze van doen, die strijdt tegen het bevel van de Schepper.

Hermeneutiek

Hoewel de Bijbel duidelijk is over de plaats van de vrouw in de gemeente, wordt er met enige regelmaat discussie over gevoerd. Dat heeft te maken met een moderne visie op hermeneutiek. Men zegt dan dat de tijd van nu niet is te vergelijken met de tijd van toen, omdat de cultuur geheel anders was. En daarom zijn de uitspraken uit de Bijbel niet zomaar geldend voor deze tijd. Men wil de Bijbel op een actuele, eigentijdse wijze uitleggen. Dit speelt ook in andere discussies, bijvoorbeeld als het gaat over homoseksualiteit. Het hanteren van een nieuwe hermeneutiek heeft in de praktijk reeds geleid tot ingrijpende besluiten in bepaalde kerkgenootschappen. Onze kerk wijst een eigentijdse hermeneutiek af en hanteert voor het Oude en Nieuwe Testament dezelfde hermeneutiek, omdat Gods Woord een eenheid is. Toch doen ook wij er goed aan om kritisch richting onszelf te blijven kijken, omdat we het moderne levensgevoel gezamenlijk inademen. We gaan er zo gemakkelijk in mee!

Ambt aller gelovigen

We kregen de vraag of het wel terecht is dat de veldwerkers op de zendingsvelden het Evangelie doorgeven, terwijl ze geen man zijn. Het is dan goed om te weten dat veldwerkers geen kerkelijk ambt bekleden. Je kunt dat werk dus vergelijken met een vrouwelijke leerkracht op de basisschool of een vrouwelijke docent in het voortgezet onderwijs. Deze opent de schooldag ook met gebed en ze doet een Bijbelvertelling. Ze laat de Bijbelse boodschap horen, maar ze heeft geen kerkelijk ambt. Een kerkelijk ambt is voorbehouden aan mannen. Daarnaast geldt voor christenen het ambt aller gelovigen. We worden er allemaal toe geroepen om het te beoefenen; het is niet voorbehouden aan mannen. De zinsnede ”ambt aller gelovigen” komt voor in artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Het woord ambt betekent plicht. Iedereen heeft de plicht op zijn of haar plaats uit te komen voor het Evangelie, maar ook heel concreet te handelen naar dat Evangelie. Bijvoorbeeld als het gaat om Matth. 18:15-17: Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen (…). In dit licht willen we iets schrijven over het zich dienstbaar opstellen richting onze naasten.

Barmhartigheid

In de Bijbel staan voorbeelden hoe de vrouw zich dienstbaar kan maken binnen de gemeente. Zo kunnen we in Handelingen 9 lezen hoe Tabitha (Dorkas) christelijke barmhartigheid betoont. Ze was vol goede werken. Matthew Henry schrijft hierover: ’Velen zijn vol van goede woorden, die ledig en onvruchtbaar zijn in goede werken, maar Tabitha was een grote daderes, geen grote praatster.’ Verder legt Henry het verschil uit tussen het geven van aalmoezen en het doen van aalmoezen. Degenen die niet in staat zijn aalmoezen te geven, kunnen ze in ieder geval wel doen. Als iemand niets voor zijn naaste wil doen, dan wil men er meestal ook niets aan geven. Het doen van aalmoezen behoort tot het leven en het karakter van Tabitha en dat zou zo moeten zijn bij alle discipelen van Christus, want: hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn (Joh. 15:8).

Twee soorten diakenen

Calvijn onderscheidt op basis van Romeinen 12:8 twee soorten diakenen (Institutie 4.3.9). Wie uitdeelt, zegt Paulus daar, moet dat doen in eenvoudigheid; wie barmhartigheid bewijst, in blijmoedigheid. Paulus spreekt hier, aldus Calvijn, over de openbare ambten in de kerk. In het eerste deel van de tekst spreekt Paulus over degenen die de aalmoezen beheerden; in het laatste deel bedoelt Paulus degenen die zich toelegden op het verzorgen van de armen en de zieken. Daarbij ging het bijvoorbeeld om de weduwen van 60 jaar en ouder, die ervaring hadden in het opvoeden van kinderen en het wassen en verzorgen van mensen (1 Tim. 5:9, 10).

Ook de kanttekeningen spreken over de diacones: ’Daardoor kan verstaan worden een zekere soort van diakenen en diaconessen die bijzondere opzicht en bediening hadden over de kranken, ballingen en vreemdelingen, 1 Tim. 5:9, hetwelk een van de bijzonderste werken der barmhartigheid is.’ Naast de diakenen die de kerk dienden door het beheer van de armenkas, waren er diaconessen die zich bezig hielden met de verzorging van de armen, de zieken en de ouden van dagen.

Geen ambtsdragers

Voetius, die een verhandeling geschreven heeft over de diaconessen, wijst erop dat de diaconessen geen ambtsdragers zijn, net zo min als de collectanten, voorlezers, zieken-troosters, enz. Het zijn dus geen vrouwelijke diakenen! Voetius schrijft dat het werk van de diaconessen bestaat uit het bewijzen van diensten aan armen, vreemdelingen, gevangenen, zieken, vooral vrouwen en kinderen en met name het werk wat niet passend en welvoeglijk door mannen verricht kan worden.

De diaconessen moeten gekozen worden door de diaconie, onder goedkeuring van de kerkenraad. Hoewel er geen sprake is van bevestiging in het openbaar -het is immers geen ambt- is een installering door een commissie wel aan te raden, aldus Voetius.

Het werk van onze kerkelijke vrijwilligers lijkt veel op het werk van deze diaconessen. Het is ervoor in de plaats gekomen, alleen hanteren we een andere naam. Ook voor onze onder-linge hulp lijkt het ons goed als er van een bepaalde aanstellingsprocedure sprake is. De kerkenraad kan dat doen door bijvoorbeeld een gesprek te voeren met de kerkelijke vrijwilligers, alvorens ze geïnstalleerd worden. Op deze wijze wordt er enige grip gehouden op degenen die namens de kerk werkzaamheden verrichten. Niet iedereen is immers overal even geschikt voor.

In de discussies over het ambt van de vrouw horen we niet veel over de mogelijkheid om diaconessenwerk te verrichten. David zegt wel iets heel moois over dit soort werk: Welgelukzalig is hij die zich verstandiglijk gedraagt jegens een ellendige. Daar is zelfs een belofte aan verbonden: De HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads (Ps. 41:2).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Het ambt van de vrouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's