De Institutie van Johannes Calvijn
Augustinus over de genade
Dat de genade in het bijzonder en zonder enige verdienste aan de uitverkorenen gegeven wordt, brengt hij in een brief aan Bonifacius als volgt onder woorden. ‘Wij weten dat de genade van God niet aan alle mensen gegeven wordt, en aan wie haar krijgen, wordt zij niet gegeven krachtens verdiensten van de werken, noch krachtens verdiensten van de wil, maar als onverdiende genade, en wij weten dat zij aan hen die haar niet krijgen, krachtens Gods rechtvaardige oordeel niet gegeven wordt.’ In dezelfde brief bestrijdt hij met kracht de gedachte dat opvolgende genade verleend wordt wegens de verdienste van mensen, omdat zij zich die waardig gemaakt zouden hebben door de eerste genade niet af te wijzen.
Institutie II.3.14
© 2009 Den Hertog B.V., Houten. Institutie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's