Samenspraak over de brief van Paulus (54b)
Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof. Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet. Romeinen 3: 30 en 31
HOPENDE: Maar nu kwam de Jood met een tegenwerping tegen deze leer. Zou dan Gods wet door de leer des geloofs geheel afgeschaft zijn? Dat kon toch niet? Als antwoord hierop horen we de apostel nu zeggen: Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.
De Joden beschuldigden er Paulus van, dat hij met de leer van vrije genade de wet geheel en al verwierp. Maar och, hoe kwam de blindheid van het Jodendom hierin toch duidelijk openbaar, want men had maar nooit recht verstaan dat al wat Mozes en de profeten het volk hadden voorgehouden en dat al de inzettingen van het Oude Verbond, niet anders dan Christus en Zijn gerechtigheid tot inhoud hadden. Al degenen die nog door de werken der wet tot zaligheid denken te komen, doen juist de wet teniet.
UITZIENDE: Nu komen we dus weer tot het voornaamste punt. Zolang als de mens het nog onder de wet blijft zoeken wat tot zijn zaligheid nodig is, kent hij de wet niet recht. Daarom blijft hij het altijd nog van de wet verwachten, wat van de wet niet meer te verwachten is. Hij moet aan het einde der wet komen. En dan heeft de wet niet anders dan vervloeking voor de overtreder. Maar dan is het einde der wet Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft. Hij heeft die wet gedragen in het binnenste Zijns ingewands. In Hem is de wet tot het einde toe vervuld.
Buiten Hem komen we nooit aan het einde van de wet. Dat zullen we tot in eeuwigheid weten, als we hier in ons leven niet aan het einde der wet komen. In Christus is dus de volmaakte beantwoording aan de eis der wet te vinden, maar buiten Christus blijft de wet eisen en vloeken. Dus heel eenvoudig ligt het zo, dat we buiten Christus vervloekt zijn en blijven, en in Christus een volkomen verzoening met God vinden.
HOPENDE: Het houdt dus wat in, als de apostel zegt: maar wij bevestigen de wet. Dat doet de vrome Jood niet met het zoeken van een gerechtigheid door de wet. Hij verwacht van de wet minder dan dat die wet eist en inhoudt. God brengt Zijn heilige en volmaakte natuur in die wet tot uitdrukking. Wat dat betekent, beseft de mens niet recht, als hij niet eens goed in de spiegel van die wet krijgt te blikken. Met al zijn wettische arbeid valt hij God niet in de handen. Hij blijft op het leven aanwerken, maar komt nooit op een punt dat hij verdoemd moet worden.
Maar zo komt er dan ook nooit plaats voor Christus, Die als Middelaar de mens gelijk moest worden, maar tegelijk een Goddelijke natuur moest bezitten, opdat Hij waarlijk zou kunnen zeggen: Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
UITZIENDE: O vriend, nu valt de waarheid die we overdenken toch zo open. In de gelovige omhelzing van die Persoon des Middelaars bevestigen we de wet. Dan behoeft er aan het werk van die Persoon niets meer toegedaan te worden, maar dan wordt er ook niets afgedaan. O, hoe wordt Hij dan toch een volkomen Zaligmaker voor de ziel! Men ziet de ganse wet in Hem vervuld. Men ziet de Goddelijke volmaaktheid in Hem zo heerlijk uitschitteren.
Zo zijn al de Goddelijke deugden in en door Hem verheerlijkt, maar worden die ook verheerlijkt in de ziel. Zo wordt men eerlijk zalig, daar hier de gerechtigheid Gods volkomen geopenbaard wordt zonder de wet, maar hebbende getuigenis van de Wet en de Profeten. Zo kan men de wet als het ware onder de ogen zien en naar Christus heen verwijzen. De wet heeft buiten Christus voor ons niet anders dan de dood, maar in Christus is ze voor ons het leven.
HOPENDE: En zo is hieraan dan ook onafscheidelijk verbonden een bevestigen van de wet in de ware heiligmaking. Dan bevestigen we de wet in de gemeenschap met Hem, dus als een vrucht van de geloofsvereniging met Hem. We hopen daarin de apostel nog wel verder te mogen volgen.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's