De tabernakeldienst (342)
Niemand van Gods volk op aarde heeft volmaakte kennis van het verzoendeksel dat boven op de ark was geplaatst. Deze volmaakte kennis is voor de gelovigen als een schat in de hemelse heerlijkheid weggelegd, die zij na hun sterven deelachtig worden. Zij alleen bezitten tot hun volmaakte vreugde de volle vergeving van ongerechtigheid door God in Christus (1 Kor. 13:9-12). Zij zien met verrukte ogen op Christus, Die hen voor God hun Vader van alle zonden verlost heeft door Zijn dierbaar bloed (Openb. 5:9). Zij staren zonder onderbreking op de verhoogde Heiland en zien in Hem de Drieenige God, Vader, Zoon en Heilige Geest!
Maar toch (we drukken het menselijk uit), zij zien Hem daar in de volle heerlijkheid als ongezien, omdat de eeuwigheid nodig is om Zijn oneindige heerlijkheid ontdekt te krijgen. Hoe groot en verheven is in Hem de eeuwige gelukzaligheid! De hemelingen verkeren in de onmetelijke oceaan van uitnemende liefde en vrede, en aanbidden Hem onophoudelijk zonder door enige zonde gestoord te worden. Zij weten volmaakt dat het Vaders welbehagen is dat zij door Christus de volkomen verlossing en heerlijkheid uit Zijn eeuwige volheid hebben.
Zij bewonderen Hem met een volkomen hart! Maar toch (we drukken het weer menselijk uit), zij bewonderen het als een onbegrijpelijk wonder dat de Drie heilige Goddelijke Personen van eeuwigheid gedachten van liefde en zaligheid over hen hebben gehad. Zij die door de val in Adam zwart waren door hun zonden, zijn witgewassen door het bloed van het dierbare Godslam. Zij staan in lange witte klederen voor Gods troon en voor Christus het Lam, Dat in het midden van de troon is. We schrijven dit tegelijk met een groot verlangen: O, hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd hebt voor degenen die U vrezen; dat Gij gewrocht hebt voor degenen die op U betrouwen, in de tegenwoordigheid der mensenkinderen! (Ps. 31:20).
Toch zal er niet een gelovige op aarde zijn of hij of zij heeft wel iets van de liefde van God in Christus geproefd. U mag van ons weten dat het geen zware arbeid is om over de hemelse gelukzaligheid te schrijven die de verlosten door God in Christus deelachtig zijn. Als Gods Geest een geloofsoog geeft op de open hemelpoort waar Christus u staat op te wachten, zijn we overtuigd dat de volle betekenis van het verzoendeksel op Zijn tijd in de hemel wordt verklaard!
We willen bij deze gelegenheid graag een overdenking van Ruth Bryan (1805-1860) over het ‘verzoendeksel’ opnemen die eerder gepubliceerd was in het tijdschrift ‘Zion’s Witness.’ Zij was een geestelijke theoloog op de leerschool van vrije genade, en kent nu tot haar hemelse vreugde de volle betekenis van ‘het verzoendeksel’.
Dat neemt niet weg dat zij hier op aarde veel van het geheim van het verzoendeksel ontdekt kreeg. We hopen dat het lezen van haar beschrijving over dit onderwerp tot zegen mag zijn. De titel luidt: ‘Het verzoendeksel’.
Het komt mij nu treffend voor dat het verzoendeksel binnen de voorhang was in het heilige der heiligen. De Heere zei tegen Mozes: ‘Aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken…’ (Exod. 25:22). En: ‘Ik verschijn in een wolk op het verzoendeksel’ (Lev. 16:2). Toch mocht het volk niet binnen de voorhang gaan, maar alleen de hogepriester en dat slechts eenmaal per jaar (Hebr. 9:7).
Dit laat duidelijk zien dat de omgang met God via de priester plaatsvond, en dat hij alleen toegang had door bloed met reukwerk van welriekende specerijen. Het volk leerde Gods gedachten kennen door de Urim en de Thummim, maar de nabije toegang tot God was bij het verzoendeksel, want Hij was erboven in de wolk. Hoe zelden werd die hoge gunst verleend onder het eerste verbond [het Oude Testament] (Hebr. 9:8).
De noodzakelijkheid van het geloof
Hoe waar is dit in de persoonlijke zielsbevinding, dat wij geen weg tot de Goddelijke tegenwoordigheid en geen vrijmoedigheid voor de genadetroon vinden, zolang het eerste verbond zijn kracht heeft bij ons en zolang wij besloten zijn onder de wet.
Maar wanneer het geloof gekomen is, wanneer wij ertoe gebracht zijn te geloven in Jezus, vinden wij een open weg, een nieuwe en levende weg, zelfs tot in het heilige der heiligen. Door Hem gemaakt tot ‘priesters’ van God, gaan wij wettig in.
Maar hoe? Het was alleen de hogepriester die mocht ingaan. O, onze Hoge priester is ingegaan, niet om te staan en te dienen en Zich dan terug te trekken totdat Hij weer een ‘ander’ offer zou binnenbrengen. Zijn ene offerande op de Grote Verzoendag was genoegzaam, zodat Hij daar in eeuwigheid gezeten is (Hebr. 10:12).
Overeenkomstig de wet is Hij ingegaan door ‘bloed’, Zijn eigen dierbaar bloed, en datzelfde aanvaarde teken heeft Hij voor ons nagelaten. De lieve Geest openbaart het, ja, Hij past het toe op het geweten. Dat bloed reinigt ons van de dode werken van onze gevallen natuur (Hebr. 9:14). We hebben dan met een rein geweten vrijmoedigheid om zelfs in het heiligdom in te gaan door dit dierbaar bloed, dat ons waarlijk gereinigd heeft, meer dan de dingen die naar de wet gereinigd werden door het bloed van stieren en bokken (Hebr. 9:13,22).
Wij zijn de ‘dingen’ van het Evangelie-heiligdom: des waren tabernakels, welke de Heere heeft opgericht, en geen mens (Hebr. 8:2). Onder de zalving van de Geest (want wij hebben zowel olie als bloed) leren wij de dienst kennen van dat betere heiligdom, waarin geen schaduwen zijn; het is allemaal wezen, hoewel geestelijk.
De noodzakelijkheid van Christus’ bloed
Maar ik zie nu dat het verbod nog net zo strikt is als onder het eerste verbond, want onder het huidige verbond is er ook geen toegang dan alleen door bloed. Alle pogingen om tot God te naderen zonder bloed zijn aanmatiging. Het is niet door wenen of beven, door gebeden, vasten of aalmoezen dat wij kunnen naderen.
Genoemde zaken zouden goed passen bij onze hoogmoedige natuur, maar het is alleen door bloed. Ook moeten we onze eigen aders niet doorprikken, [want] dat zou [ook] niet baten. Het moet bloed zijn dat onbesmet is door de zonde. Het moet het bloed van [Christus], de Testamentmaker zijn. Dit alleen zal erkend worden als een waarteken, want het is hetzelfde bloed dat reeds voor de genadetroon is. Bij dit bloed is ook het ‘reukwerk van welriekende specerijen’, namelijk onze dierbare Christus. Hemelse, rijke specerij dat verbrijzeld is door het Goddelijke recht, met daarop het vuur van de Heilige Geest. Want de Heilige Geest liet een nevel van welriekende geur het verzoendeksel bedekken toen onze grote Hogepriester binnen de voorhang inging (Lev. 16:12,13). Vergeet niet dat het was door de eeuwige Geest dat Hij Zichzelf Gode onstraffelijk heeft opgeofferd.
Ook als wij door het geloof ingaan, hoe veroorzaken dan de kolen van het vuur van de Heilige Geest op onze geurige Jezus een zoete reuk van Hem in ons vernieuwd gemoed, dat opstijgt zoals de wierooknevel op het verzoendeksel.
Zo komen wij met ‘hetzelfde’ bloed en ‘dezelfde’ welriekende geur. En ‘daar’ storten wij onze harten voor onze Vader uit in volmaakte liefde die de slaafse vrees buitendrijft (1 Joh. 4:18).
Elk gebed wordt zoet-geurig gemaakt met dat vele reukwerk (Openb. 8:3,4). ‘Daar’ stort ook onze Vader Zijn hart uit, of liever stort het uit ‘in’ ons hart. Zo worden wij vervuld tot al de volheid Gods (Ef. 3:19). O waarlijk, het is een gezegende gunst wanneer die lieve Heilige Geest van Jezus ons vanuit ‘de voorbeeldingen der dingen die in de hemelen zijn’, ons een beetje laat zien van de grotere heerlijkheid van de ‘hemelse dingen zelve’ (Hebr. 9:23).
Moge het Hem behagen mij te leiden door ‘de tabernakel der getuigenis’ in de woestijn (Hand. 7:44). Moge Hij mij door middel hiervan onderwijs geven in de heerlijkheden van het hogere heiligdom, dat ‘levende vaten heeft. Alsook van [Christus] de heerlijke Bedienaar daarvan, Die Priester, Offer, Ark, Verzoendeksel, Wierook en nog duizend dingen meer is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's