Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Vrijmaking van Kerk en Staat in de Nederlanden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrijmaking van Kerk en Staat in de Nederlanden

45 minuten leestijd

Enkele weken geleden woonde ik een lezing bij in een historisch gezelschap. Het was een fraaie lezing van een kundig historicus. In deze bijdrage werd onze aandacht gevestigd op de aloude vraag naar het belang van de religieuze component in de strijd van onze zestiende eeuwse voorvaderen in de Tachtigjarige Oorlog en daarmee in de totstandkoming van de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden. Toen daarbij verwezen werd naar de visie van een mij onbekend persoon, die erg veel nadruk legde op het protestantse karakter van de opstand tegen Philips II, ontstond er in het gezelschap een sfeer van ongelovigheid. Sommigen konden een minzame glimlach niet onderdrukken. Dit kon men honderd jaar geleden nog beweren - nü natuurlijk niet meer.

De inleider zelf gaf tot deze sfeer enigermate aanleiding. In de toon van het verhaal lag iets van een beroepshistoricus die uit de aard van zijn professie, veel en veel beter weet. Modem onderzoek stelt dat de component van het geloof in de Tachtigjarige Oorlog, in zijn geheel genomen, een marginale plaats inneemt. Andere factoren, economische, staatkundige en politieke zouden zwaarder hebben gewogen dan de religieuze.

En dat terwijl vanaf het begin van de Tachtigjarige Oorlog de opstand en de oorlog die tot onze vrijheid en zelfstandigheid leidden, door zeer velen in geloofsmatig licht werden gezien. Ons volkslied, het Wilhelmus, is daar een voorbeeld van. In onze eeuw is echter tegen een christelijk geduide geschiedopvatting ernstig verzet gerezen; het moet gezegd worden - van de zijde van gerenommeerde historici.

Daarbij moest met name het traditionele beeld van hem, die de spil was van de opstand, het ontgelden - Willem van Oranje.

Al weer jaren geleden sprak dr. W. Aalders op een dag als deze over de titel van één van de opstellen van Jan Romein. Deze titel luidde: "Het vergruizelde beeld". Romein bedoelde dat de opvatting dat Oranje door het geloof gedrongen werd om de wapens op te nemen tegen Philips II door modern historisch onderzoek vergruizeld is.

Romein doet in het bewuste artikel ook een duit in het zakje. Bij hem moet de laatste ontboezeming van de prins, uitgesproken vlak voor zijn dood, het ontgelden. Het zijn de bekende woorden: Mon Dieu ayez pitié de moi et de ton pauvre peuple ("mijn God heb medelijden met mij en met Uw arme volk.")

De bekende historicus Huizinga heeft aangetoond dat de prins deze woorden wel degelijk heeft uitgesproken. Als je zijn overtuigende bewijsvoering leest, dan vraag je je in gemoede af waarom men een dergelijk beeld, dat zozeer in de historie verankerd is, wil vergruizelen?

Is het omdat men geen raad weet met zulke laatste woorden van iemand die plotseling met de dood geconfronteerd wordt, uitgesproken werden zonder enige vorm van berekening, tactiek of opportunisme? Zo zitten we dan midden in de kwestie waar het deze middag over zal gaan Passen deze woorden in het raam van wat we weten van Willem van Oranje '

Een belangrijke vraag' Algemeen wordt immers aangenomen dat Willem van Oranje de spilfiguur was in de opstand tegen Philips II Zonder hem geen Tachtigjarige Oorlog, zonder hem geen vrijmaking van de Kerk Zonder hem geen vrijmaking van de Staat Zonder hem geen Republiek der Verenigde Nederlanden en geen geschiedenis zoals deze de achtergrond vormt van het huidige Nederland De vraag waardoor Oranje gedreven werd, heeft

De vraag waardoor Oranje gedreven werd, heeft vanmiddag onze aandacht omdat deze alles te maken heett met de aard van de vrijmaking van de Kerk en de Staat in de Nederlanden Als het zó is dat het geloot in de opstelling van Oranje een cruciale rol speelde, wat stond hem dan in veiband met Kerk en Staat voor ogen'^ En wat kunnen wij voor de dag van vandaag uit dit verleden voor lering trekken'^

Vanwege de veelheid van de stof staat ons de volgende indeling voor ogen

1 Eerst schets ik u de politiek-kerkelijk situatie in de Nederlanden tijdens het voorspel van de Tachtigjarige Oorlog 2 Dan komen we op de figuur van Willem van Oranje

2 Dan komen we op de figuur van Willem van Oranje en willen we nagaan hoe hij tot zijn oppositie en latere opstand tegen Philips II gekomen is en welke rol het geloof daarin speelde

3 Vervolgens vragen wij ons af, wat de gevolgen van het slagen van de opstand waren en vooral in welk licht dit alles door vele inwoners van de Nederlanden geplaatst werd

I De politiek-kerkelijke situatie in ons land, aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog.

Het IS mogelijk om de geschiedenis op heel verschillende manieren te benaderen Natuurlijk zijn veel begrippen waarmee men de werkelijkheid probeert in te kaderen te algemeen van aard om verschijnselen afdoende te verklaren Toch zult u begrijpen wat ik bedoel als ik zeg dat de werkelijkheid een wisselwerking tussen gezag en vrijheid te zien geeft Gezag dat goed wordt uitgeoefend, waarborgt een bepaalde vorm van vrijheid Vrijheid is op haar beurt nodig wil gezag heilzaam uitgeoefend kunnen worden

Vanouds was men m de Nederlanden zeer gesteld op vrijheid Dat gold voor de steden, het gold ook voor de plattelanders, met name in de kustprovincies Al in de Middeleeuwen was oppositie van de steden tegen het centrale gezag een bekend verschijnsel Men beriep zich daarbij op de eigen autonomie en op stedelijke privileges Een reeks van stedelijke revoltes had al vóór het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog plaatsgevonden

Niet alleen in de steden trof men een dergelijke vrijheidszin aan Dat was ook het geval op het platteland en dan met name in de gewesten Holland en Zeeland C Gerretson vestigt daar in één van zijn fraaie opstellen de aandacht op Gerretson maakt in dit verband onderscheid tussen de zuidelijke gewesten (de Bourgondische landen) en de noordelijke kustprovincies In deze laatste gebieden was men vertrouwd met de zee, waarover men alle kanten op kon Men deed er ervaring op met het indijken en gebruiksklaar maken van polders - eigen land gewonnen op de zee In deze gewesten lagen steden van waaruit een vaak levendige handel gedreven werd

De Hollanders en Zeeuwen die er woonden, waren in de loop der jaren door politieke lotgevallen onder het Habsburgs-Bourgondisch gezag gekomen, waar een ontwikkeld gevoel was voor cultuur en verfijning Hun vrijheidszin raakte er echter niet door verloren

In de loop van de zestiende eeuw had Karel V ook de meest noordelijke provincies aan zich getrokken Overijssel, Groningen, gebieden die tot die tijd onder het Sticht Utrecht vielen, en ook aartsvijand Gelre Hij werd in zijn pogingen daartoe bijgestaan door de kranige en kordate landvoogdessen, Margaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije Ook deze provincies zouden vanuit Brussel, het centrum van de Bourgondisch-Habsburgse regering, geregeerd worden Een periode waarin het Brusselse gezag naar alle kanten uitgebouwd kon worden, leek voor de deur te staan

In de dertiger jaren hief Karel V, om politieke redenen het zo belangrijke wereldlijke gezag van de Utrechtse bisschop, dat eeuwen lang tot in de noordelijke gewesten reikte, op De bisschop zou voortaan slechts geestelijk recht mogen spreken Ook poogde Karel V de rechtspraak in tal van provincies eenduidig te maken de zogenaamde homologatie

Juist in deze jaren echter begint er beweging te komen in het altijd al wankele evenwicht tussen vrijheid en gezag Dit hing samen met één van de belangnjkste gebeurtenis van de zestiende eeuw - de Reformatie. Karel V, keizer van het Duitse Rijk en landsheer van de Nederlanden, verzette zich ten volle tegen de beweging die Luther op gang bracht Daartoe aangespoord door de paus, zag hij het als zijn plicht om de oude orde te handhaven of te herstellen Door krachtig optreden van de Duitse protestantse vorsten is deze opzet in het Duitse Rijk niet gelukt De handen van de keizer waren er te gebonden Dat was niet het geval in de Nederlanden, waar Karel V als landsheer veel meer bevoegdheden had Vanaf 1520 vindt hier geloofsvervolging plaats Vooralsnog had dit weinig nadelige gevolgen voor

Vooralsnog had dit weinig nadelige gevolgen voor het gezag van de keizer De landsheer zat stevig in het zadel, niet in het minst omdat hij in zijn regering trouw werd bijgestaan door de adel

De loyaliteit van de adel vormde één van de belangnjkste pijlers van zijn regering De edelen hebben Karel V en zijn zuster Maria van Hongarije tot het midden van de zestiende eeuw trouw gediend

Dat geldt ook voor de nog jonge Willem van Oranje (geboren 1533 in het lutherse Nassau-Dillenburg, vanaf 1545 opgevoed aan het rooms-kathoheke hof in Brussel) Hij ging daarmee in het spoor van zijn voorgeslacht Met name in de Nederlanden had zijn familie de keizer veel goede diensten bewezen Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de jonge pnns, wiens kwaliteiten en aanhankelijkheid aan de keizer al vroeg bleken, het volste vertrouwen genoot van Karel V Nergens bleek dat méér dan op de dag dat Karel V in Brussel troonsafstand deed (1555) Bij het binnentreden van de vergaderzaal van de Raad van State leunde hij met alleen op de schouder van zijn zoon Philips, maar ook op die van Willem van Oranje

Terzijde zij opgemerkt dat het ongehoord was om als edelman met trouw te zijn Vanouds hing het aanzien van de adel ten volle af van de trouw die men aan de eigen vorst bewees

In 1555 neemt Philips het roer van zijn vader over Philips II was een heel andere figuur dan zijn vader HIJ had zo goed als mets wat hem bij de bevolking en bij de adel geliefd kon maken Hij was niet geboortig uit de Nederlanden, sprak geen Nederlands, converseerde moeizaam een wat teruggetrokken man, die zich uit de hoogte en gereserveerd opstelde Zijn jeugd had hij doorgebracht in het verre Spanje Zo vormde hij het tegendeel van een Bourgondiër, laat staan van een Noord-Nederlander Al in 1549 had hij tijdens een rondreis door de Nederlanden een zeer slecht tiguur geslagen

Desondanks was de adel bereid om hem te gehoorzamen Philips II genoot aanvankelijk wel degelijk gezag'

Maar wat zijn de gevolgen als gezag dwang wordf^ Wat als gezag trekken krijgt van tirannie en willekeur'' Wat als het zwaartepunt van de regering bij de in het noorden zo gevreesde en gehate Spanjaarden komt te liggen'' Dat leek te gebeuren Een en ander zette kwaad bloed bij de Nederlandse edelen Zij kregen het gevoel buiten spel te staan, terwijl zij wèl verantwoordelijk werden gehouden voor een beleid, dat hun goedkeuring met kon wegdragen

Het woog hun zwaar dat het regeringsbeleid Spaanse trekken ging vertonen, ook en juist op het gebied van de religie Waren de Spanjaarden in heel Noord Europa met gehaat vanwege hun gewetenloze en wrede optreden'' Was de wijze waarop ketters in Spanje vervolgd werden, niet in heel Europa berucht en gevreesd''

Welnu, meer en meer bleek dat Philips II het als zijn taak zag om in nauwe samenspraak met de paus van Rome en met andere katholieke vorsten, zijn gebieden volkomen te zuiveren van de protestantse "ketterij" Al het andere moest daarvoor wijken

Het jaar 1559

Dat bleek in het jaar 1559 Dit jaar is cruciaal voor het calvinisme, voor Oranje, voor de Nederlanden en voor de politieke en kerkelijke kaart van Europa

In geen enkel jaar is het calvinisme zo sterk gegroeid als in dit gedenkwaardige jaar, met name in Frankrijk De getalsterkte en het zelt1)ewustzijn van de calvinisten werden zo groot, inzonderheid onder de adel, dat de calvinistische beweging een politieke factor van betekenis werd De Franse koning, Hendrik II, onderkende deze gevaarlijke situatie

Het IS in dit opzicht van belang om op te merken dat de verhouding tussen de Nederlanden en Frankrijk al sinds mensenheugenis bijzonder slecht was Voortdurend verkeerde men in staat van oorlog met elkaar

Rond het midden van de zestiende eeuw kregen Philips II en Hendrik II echter steeds sterker te maken met eenzelfde belang het stuiten van de calvinistische ketterij De oorlogsvoering legde een zware hypotheek op de schatkist Dit gegeven belette beide koningen om geld en manschappen in te zetten tegen de calvinisten Daardoor kwam er van een systematische vervolging niet veel terecht

Welk een gevaar zou er echter met dreigen als deze twee grootmachten de handen ineen zouden slaan om de ketterij te bestrijden'' Precies dat was het, wat in 1559 gebeurde In het midden van het jaar werd tussen beide landen de vrede van Cateau Cambrésis gesloten

Het jaar 1559 is ook voor Willem van Oranje van cruciale betekenis geweest Uitgerekend Willem van Oranje was nauw betrokken geweest bij gesprekken die moesten leiden tot de bovengenoemde vrede In de zomer van het jaar bevindt hij zich voor de definitieve ondertekening ervan m de Franse hoofdstad Enkele brieven die Egmont en Horne hem m deze weken (juli 1559) sturen, vragen nu onze aandacht

ZIJ dringen er namelijk op aan dat Oranje zo spoedig mogelijk verlof vraagt om terug te keren naar de Nederlanden, voor zaken die zij liever met aan het papier toevertrouwen Horne schrijft dat zijn indringende oproep te maken heeft met een gerucht, dat de ronde doet de koning van Spanje zou de inquisitie in de Nederlanden willen verscherpen

Waarschijnlijk wist Oranje toen deze brieven in Parijs aankwamen al meer dan zijn twee vrienden Uit eigen beweging zien we hem m deze dagen haast maken om uit Frankrijk weg te komen Waarom die haasf

Oranje was naar alle waarschijnlijkheid bij toeval iets ter ore gekomen over een pauselijk besluit dat twee maanden voordien genomen was en dat alles te maken had met de Nederlanden èn met Frankrijk

In mei van het jaar stemde de paus er namelijk officieel in toe dat de constellatie van bisdommen in de Nederlanden geheel veranderd werd Meer dan eens had Philips II daar in het diepst geheim op aangedrongen In plaats van enkele bisdommen, moesten er vele komen, alle binnen de landsgrenzen van de Nederlanden en elk onder het toezicht van een eigen bisschop De koning hoopte zo de ketterij adequaat te kunnen bestrijden

Besprekingen over deze plannen waren in het geheim gehouden De paus, als leider van de rooms katholieken, had er immers alle belang bij dat er vrede zou komen tussen de rooms-katholieke koningen, Philips II en Hendrik II En hij wist maar al te goed dat door de voorgestelde wijziging in de structuur van de bisdommen de aartsbisschop van Reims (de kardinaal van Lotharingen) ten zeerste benadeeld zou worden Een groot deel van het aantal bisdommen dat in de zuidelijke Nederlanden in het leven geroepen zou worden, viel immers onder het gezag van het aartsbisdom Reims Welnu, samen met zijn broer, de hertog van Guise, was de kardinaal van Lotharingen de vertrouweling van de Franse koning

De paus wachtte keurig met het naar buiten brengen van zijn voor Philips II gunstige beslissing tot de vredesbesprekingen tussen Frankrijk en Spanje tot een goed einde gekomen waren (april/mei 1559) Toen werd, tot ontsteltenis van de kardinaal van Lotharingen, plotseling meegedeeld wat de paus in samenspraak met Philips II had besloten

De consternatie in Frankrijk was groot Vanzelfsprekend waren de Fransen beledigd over het feit dat er tijdens de vredesonderhandelingen door Philips II met geen woord over deze kerkelijke maatregelen gerept was

Ook in de Nederlanden was over de besprekingen in Rome met geen woord door de koning gesproken De adel wist van niets Alleen Granvelle, 's konings gewetenloze dienaar, was ervan op de hoogte Buiten de adel om had Philips II met de paus een pact gesloten teneinde de Nederlanden met zeer harde hand te rekatholiseren De Nederlanden, de landen die gelegen waren op een snijveld in Europa, en die daarmee zo belangrijk waren voor de politieke en religieuze kaart van Europa, dreigden door kerkelijke en politieke koersverlegging in Spaans-katholiek vaarwater te komen

II Oranjes oppositie en de achtergrond daarvan

Dan echter vindt er in het leven van Oranje een gebeurtenis plaats die beslissend is voor zijn hele leven Hoort u naar het relaas dat hij er zelf jaren later (m zijn Apologie, 1581) van geeft Tijdens een jachtpartij met de koning van Frankrijk

Tijdens een jachtpartij met de koning van Frankrijk in het bos van Vincennes, raakt hij in een vertrouwelijk gesprek verwikkeld met de koning Oranje vertelt dat de koning van Frankrijk te kennen gaf dat Alva in de stad was, om met hem te spreken over systematische en gezamenlijke vervolging van de ketterij Philips II was bereid om de koning van Frankrijk te helpen in diens strijd tegen de calvinisten Oranje hoort méér Philips II is ook van plan om de protestanten in zijn eigen landen met harde hand te onderdrukken Oranje wist zijn onkunde over dit alles te verbergen De uitwerking van deze woorden was echter bijzonder groot Oranje vertelt "ik werd dermate bewogen door medelijden met het lot van zoveel mensen van eer, dat ik vanaf dat moment alles in het werk gesteld heb om het ellendige ras van Spanjaarden uit het land te helpen verjagen "

Wat Oranje hoorde, schokte hem dus tot in het diepst van zijn ziel Vanaf dat moment gaat hij in - vooralsnog ondergrondse - oppositie Bij dit gesprek ligt dus het begin van Oranjes verzet tegen de koning' We kunnen met A A van Schelven vaststellen dat Oranjes oppositie vlam gevat heeft aan de kwestie van de religie

Oranjes grote biograaf F Rachfahl heeft de historiciteit van het genoemde gesprek bestreden Toch is er alles voor te zeggen dat het relaas van de prins op waarheid berust Het bewijs ervoor ligt in een geschrift dat ik als eerste heb mogen bestuderen en publiceren de zogenaamde Printzische Entschuldigung Dit geschrift werd slechts negen jaar na 1550) opgesteld Oranje vertelt in 1568 dat hij, voordat de koning uit de Nederlanden vertrok (in de zomer van 1559, "er achter gekomen was", dat de koning met medeweten van Granvelle bezig was om het aantal bisdommen te vergroten Dit om de inquisitie te kunnen verscherpen Duidt Oranje hier in cryptische termen op het gesprek met Hendrik IP Het moet wel zo zijn

Wat ligt er immers meer voor de hand dan dat de koning van Frankrijk, die ontstemd was over het feit dat er tijdens de vredesonderhandelingen met geen woord over deze afspraken gerept werd, zijn boosheid aan Willem van Oranje het blijken Was Oranje niet maanden lang nauw betrokken geweest bij de vredesonderhandelingen"^ Wat ligt er bovendien meer voor de hand dan dat Philips II via Alva geprobeerd heeft om de boosheid van de koning te sussen door hem te wijzen op hun gezamenlijk doel de bestrijding van de ketterij*^ En dat was het doel waarvoor Alva in de stad was HIJ moest de koning duidelijk maken dat de vrede was gesloten "om de handen vrij te maken voor kettervervolging", zoals hij het later zélf onder woorden bracht

Het gememoreerde gesprek met Hendnk II noopte Oranje om naar de Nederlanden terug te keren Vanaf dat moment heeft hij er zich inderdaad voor beijverd dat de koning de in de Nederlanden gestationeerde Spaanse soldaten zou wegzenden Dit kon slechts bereikt worden door samenwerking van de adel met de Staten Generaal, de besturen van alle gewesten Deze kwamen in de weken voor het vertrek van de koning, bij wijze van uitzondering, gezamenlijk bijeen Achter de schermen werkten zij samen met de adel De Staten zetten de koning voor het blok en dwongen hem de Spaanse soldaten uit het land terug te trekken

Vanaf deze tijd heerste er bij Philips II en bij Granvelle grote bezorgdheid over de toekomst van het land De koning vermoedde - terecht - bij zijn afreis naar Spanje dat Willem van Oranje achter de verwikkelingen van de laatste weken zat

De kaarten waren geschud Oranje zou in de jaren die volgden steeds openlijker tegenover de koning komen te staan Granvelle was het die samen met de landvoogdes in de komende jaren de belangrijkste staatszaken regelde Daarbij behartigde hij de belangen van de koning trouw Was Granvelle altijd loyaal aan de koning, een slim en gewiekst diplomaat - in Willem van Oranje vond hij zijn evenknie

Het moet gezegd worden dat Granvelle en Oranje in eerste instantie nog coulant en voor het oog tamelijk vriendschappelijk met elkaar omgingen In werkelijkheid was hun verhouding verre van vriendschappelijk Beiden tastten af wat er bij de ander leefde Oranje was het er vooral om te doen geen verdenkingen op zich te laden Voor het oog diende hij de koning trouw Een enkele keer leverde hem dat een tevreden opmerking op van Granvelle Maar al snel - we spreken dan over het begin van 1561 - komen twee zaken roet in het eten gooien wederom het bisdommenproject en het voornemen van Oranje om in het huwelijk te treden met de Duitse Anna van Saksen

Achter de schermen was er doorgewerkt aan de totstandkoming van het bisdommenproject Begin 1561 werd plotseling duidelijk dat het plan tot uitbreiding van het aantal bisdommen binnen afzienbare tijd toch uitgevoerd zou worden Granvelle zou aartsbisschop worden van Mechelen

Dit bericht moet als een bom ingeslagen zijn De aartsbisschop van Mechelen zou immers ook zitting krijgen in de Staten van Brabant Oranje maakte als eerste lid van de adel reeds deel uit van deze vergade- ring Ongetwijfeld bracht het lidmaatschap van Granvelle met zich mee dat alles wat in de Staten besproken werd, m de toekomst aan de koning doorgegeven zou worden Om begrijpelijke redenen kwam dat de prins zeer ongelegen

De toeleg uit Spanje is duidelijk door middel van deze reorganisatie zou de koning niet alleen meer greep krijgen op de politieke, maar ook op de kerkelijke situatie in de Nederlanden Daardoor kon aan de geloofsvervolging een geweldige impuls gegeven worden Datgene waarvoor Oranje sinds het gesprek in Vincennes beducht was, dreigde nu toch realiteit te worden

Wanneer we dit in gedachten houden, kunnen we begrijpen dat Oranje er alles aan gedaan heeft om dit naderend onheil te keren Hij heeft daartoe zijn relaties met de adel, met de geestelijkheid, met de Staten van Brabant en met de belangrijkste lutherse Duitse vorsten weten te benutten

Veel van wat toen m beweging kwam, moet op conto geschreven worden van Oranje de kloosters protesteerden, de Staten van Brabant kwamen in het geweer, de adel sloot een verbond, dat zich het spoedige vertrek van Granvelle ten doel stelde

Contact met de Duitse lutheranen

In 1561 treedt de prins te Leipzig in het huwelijk met Anna van Saksen Enkele maanden daarna heeft hij reeds een zeer intensieve en diepgaande briefwisseling met de landgraaf van Hessen en August van Saksen, de meest vooraanstaande lutherse vorsten In deze correspondentie maakt hij hun deelgenoot van allerlei staatszaken betreffende de Nederlanden en Frankrijk De toon van de brieven is zeer vertrouwelijk Het IS onmiskenbaar dat Oranje zich hun geestverwant weet, ook inzake de.religiekwestie

Deze correspondentie moet voor de koning zeer onwelkom geweest zijn Meer dan eens heeft Granvelle, aan wie maar weinig ontging, er zich over beklaagd

De inhoud van de correspondentie werpt licht over de opstelling van de prins in de vroege jaren zestig Als illustratie wijs ik op het volgende

In 1562 dreigde Frankrijk het toneel te worden van een burgeroorlog tussen rooms-katholieken en calvinisten Op de achtergrond stond Philips II klaar om de rooms-katholieke en gevreesde Guises de helpende hand te bieden Het is begrijpelijk dat de lutherse vorsten er veel belang bij hadden om te weten wat de koning van Spanje zou doen Als hij zou ingrijpen, zouden zij zich genoodzaakt zien om de Franse protestanten te hulp te schieten

Toen in de zomer bleek dat Philips II aanstalten maakte om Frankrijk daadwerkelijk hulp te bieden, hoorde Oranje daar in de Raad van State van De Raad van State ried de koning af om zich in een Frans avontuur te storten Toch werd er besloten om de koning niet in verlegenheid te brengen Men beloofde dat men tegenover derden met geen woord over de snode plannen van de koning zou spreken Ook Oranje heeft zich daaraan geconformeerd Maar wat zien we gebeuren"^ Tegen alle afspraken in licht hij zijn lutherse correspondenten in het diepst geheim over de plannen van de koning in Een daad van opperste ontrouw aan zijn eigen vorst'

Dat Oranje in zijn oppositie steun zocht bij Duitse lutherse vorsten blijkt ook uit wat er gebeurde op de rijksdag van Frankfurt in november 1562 Daar waarschuwde hij de Duitsers voor de plannen van Philips II "De koning van Spanje doet het wel voorkomen dat hij de Guises in Frankrijk helpt niet vanwege de religie maar om de rebellie van de calvinisten te stuiten , maar het tegendeel is waar Zie maar eens hoe de koning omgaat met de protestanten in de Nederlanden Dat zegt genoeg "

Zitten we er ver naast als we veronderstellen dat m de houding van de prins datgene wat Hendrik II hem enkele jaren daarvoor in het bos van Vincennes toevertrouwde een belangrijke rol speelde*^ Het was immers het vooruitzicht van samenwerking tussen Frankrijk en Spanje op religieus gebied, dat hem toen schokte'

Dit alles brengt ons bij de vraag wat Oranje dreef in zijn oppositie tegen de koning Allereerst moet gewezen worden op zijn karakter Naar eigen zeggen kon hij zich vanwege zijn "naturel" (zijn karakter) niet verenigen met geloofsvervolging Maar ook zijn lutherse achtergrond moet een rol van betekenis gespeeld hebben Is het niet merkwaardig dat hij, nadat hij het gesprek met de koning van Frankrijk (in Vincennes) in zijn Apologie ter sprake gebracht had, liet volgen "God heeft het niet toegestaan dat het zaad dat in mijn jonge jaren in mijn gemoed gestrooid werd, verstikte HIJ zorgde ervoor dat het na enkele jaren van lichtzinnigheid opkwam en vrucht voortbracht''^" Vergissen WIJ ons niet, dan begint dit zaad te ontkiemen vanaf 1559 Smds 1559 voelde hij zich meer en meer vervreemden van de koning en meer en meer aangetrokken tot het protestantse, toen nog lutherse, geloof Met name één woord komen we vanaf deze tijd op cruciale momenten van zijn leven tegen Het is het woord "medelijden", later steevast "christelijk medelijden" genoemd - medelijden met de vervolgde christenen

Zo komen we tot deze conclusie door de schok die het gesprek in Vincennes teweeg bracht, is hij losgeweekt van het religieuze systeem waarin hij smds zijn komst in Brussel opgevoed was Meer en meer nam hij innerlijk afstand van Philips II Tot hij - al heel vroeg, in 1562 - staatsgeheimen prijsgaf aan de bevriende Duitse en lutherse vorsten

Binnen het tolerantere klimaat aan de Duitse vorstenhoven voelde de prins zich thuis Zijn vriendschap met Duitse vorsten sterkte hem in zijn oppositie tegen Granvelle, die meer en meer het karakter kreeg van een oppositie tegen de koning op alle fronten, ook in breed Europees verband

Tegelijkertijd zocht hij steun bij de Staten, bij de geestelijkheid en bij de adel In deze lijn heeft hij zich in de jaren die volgden, voortbewogen Daarbij ging het geloof en het gevoel van deernis en van verantwoordelijkheid voor de verdrukte gelovigen een steeds grotere rol spelen

We zetten enkele feiten uit de jaren die volgen op een rij In het jaar 1564 zoekt hij uitdrukkelijk contact met de lutherse en de calvinistische predikers Hij roept hun op samen op te trekken, zodat de tegenpartij hun verschillen niet kan uitspelen en zodat "wij sterker staan tegenover Rome" In hetzelfde jaar houdt hij in de Raad van State een urenlang pleidooi voor tolerantie van de nieuwe religie

De koning weigert echter op de aanbevelingen van de prins in te gaan In 1565 kondigt hij zelts scherpere maatregelen aan en eist hij van de regering dat deze handelt conform de besluiten van het concilie van Trente Oranje is geschokt Aan zijn broer, Lodewijk van Nassau schnjtt hij "Ik heb waarlijk in mijn hart gevoeld dat dit niet christelijk en niet uitvoerbaar is "

Toen de calvinisten en de lagere edelen zich, als gevolg van de afgekondigde maatregelen van de koning, in het zogenaamde Verbond dei edelen organiseerden, hield Oranje zich vooralsnog op de vlakte HIJ opteerde nog voor vreedzame middelen In april 1566 werd het rekwest der edelen ingediend In de maanden die volgden, stoorde Oranje zich nogal eens aan de voortvarendheid en de exclusiviteit van de calvinisten Hem stond een gezamenlijk optrekken van lutheranen en calvinisten voor ogen Op die manier probeerde hij de lutherse vorsten bij de oppositie te betrekken Tevergeefs' In augustus 1566 breekt de beeldenstorm uit Als gevolg daarvan krabbelen vele edelen terug Zij trachten alsnog bij de koning m een goed blaadje te komen In Oranje is iets dat hem belet om dit spoor te volgen Zelfs de calvinisten die hem zoveel kopzorgen veroorzaken, kan hij met los laten HIJ blijft aandringen op het vormen van één front met de lutheranen De calvinisten wijzen dit bij voortduur af Ondanks deze weigerachtigheid blijft de prins ook ten opzichte van de calvinisten loyaal

We vragen ons af wat hem dreef om zo taai en volhardend oppositie te voeren tegen de koning Oranje zelf doet ons de verklaring aan de hand Als Egmont hem in de steek laat door opnieuw de eed van trouw aan de koning af te leggen, ligt dat volgens de prins daaraan "dat hem de religiezaken met echt ter harte gaan " Dat is bij Oranje kennelijk anders Het is hem immers onmogelijk om de eed van trouw af te leggen Daardoor zou hij zich conformeren aan het beleid van de koning

Als de spanning in het begin van 1567 hoog oploopt en het gevaar door de komst van Alva acuut wordt, neemt hij de wijk naar de Dillenburg

De jaren van ballingschap die volgden, waren voor de prins geen onbelangrijke jaren Op de Dillenburg vindt een belangrijke geloofsverdieping plaats In deze jaren groeit hij nog meer toe naar de calvinisten

Teleurgesteld in de doortastendheid van de lutheranen, bij wie hij steeds weer zijn neus stoot, gaat hij een verbond aan met de Franse calvinist Gaspard de Coligny De verstandhouding met de Nederlandse calvinisten verbetert aanmerkelijk In samenspraak met hen overweegt Oranje een inval in de Nederlanden Als hij in 1568 met een leger de Nederlanden binnenvalt, wordt de opstand een feit Vooralsnog strijdt hij met weinig succes Dat verandert echter in het jaar 1572, met de inname van Den Bnel

Zoals gezegd in het oord van ballingschap verdiept zich het geloofsleven van de prins Hij maakt jaren van diepe beproeving door In deze tijd vraagt hij naar de Bijbel Een predikant staat hem bij De invloed van zijn moeder is in dit alles onmiskenbaar

Het IS wel zeker dat er in deze jaren een religieuze beslissing valt Dat moet in 1568 geweest zijn Deze beslissing loopt parallel met het besluit om het land gewapenderhand in te vallen Veelzeggend is hetgeen hij, na de grote nederlaag bij lemmingen in 1568 schnjtt "Niettemin, aangezien het zo aan God behaagde, moeten we geduld hebben en de moed niet verhezen, maar ons schikken naar Zijn goddelijke wil, zoals ik van mijn kant overwogen heb om dat in alles wat ons kan overkomen te doen

Sporen van een zich geroepen-weten komen we ook tegen in het Wilhelmus Heel duidelijk blijkt het, jaren later, bij het beleg van Haarlem Als de magistraat van Haarlem een noodkreet laat uitgaan en de prins vraagt of hij wellicht een bondgenootschap aangegaan IS met een ot andere buitenlandse vorst, antwoordt de prins "waerop wy niet laten willen uL voor antwoorde te geven dat eer wy oyt deese saecke ende beschermenisse der christenen ende andere verdruckten m desen Landen aengevanghen hebben, wij metten alderoppersten Potentaet der Potentaten alsulcken vasten verbont ghemaeckt hebben, dat wy ende alle die gheene die vastelijck daer op betrouwen, door zijne geweldighe ende machttighe hant ten lesten noch ontset sullen worden "

In dit antwoord horen we de echo van de teleurstelling die hij keer op keer opliep toen hij zocht naar hulp uit het buitenland Maar vooral onderstrepen wij de zinsnede waarin hij stelt dat hij met God, "de Potentaat der potentaten", een verbond gesloten heeft, vóór hij aan de zaak van de bevrijding van het vaderland begon

Daarbij ging het de prins meer en meer om de verkondiging van "de ware religie" Zo laat hij zich ergens over het doel van de opstand als volgt uit het gaat erom de "vreemde verdruckers des lieven vaderlants daaruut te verdryven ende metten wederkeren des Woirde Gods tselve met allen zynen zoo verjaechden als verdruckten ingesetenen te verlossen ende m zyne oude vryheyt te stellen ende hanthouden "

In het genoemde citaat komen we het woord vaderland tegen Huizinga heett erop gewezen dat dit woord tijdens de bloei van het Humanisme een dierbare klank kreeg Het woord kon in de Bourgondische landen dienen ter ondersteuning van een ontluikend nationaal besef Oranje bediende zich er regelmatig van en betrok het op de zeventien gewesten Volgens Huizmga bezielde de idee van het vaderland Oranjes leven Door dit woord te gebruiken in een periode dat het vaderland in grote nood was, bracht hij de klank van dierbaarheid, die in het woord lag, op anderen over

Dat was met name het geval bij de calvinisten In veel steden vormden de calvinisten die in ballingschap verbleven éen Nederlandse kerkelijke gemeente En dat terwijl men afkomstig was uit heel verschillende gewesten Dat droeg bij tot een besef van saamhongheid en tot het zich gezamenlijk verantwoordelijk weten voor de Kerk in de Nederlanden als geheel Uit de acta van de synode van Emden (1571) valt dit zondermeer op te maken

De calvinisten waren het ook die een nieuwe staatsleer aanleverden, op grond waarvan tirannen bestreden konden worden Zo werd, aldus Huizinga, het begrip vaderland bevrucht "door een nieuwe staatsleer, eng verbonden aan het nieuwe geloof, welks aanhangers, weliswaar een minderheid, maar krachtig en vastbesloten de teugels hielden Het was het geloot dat ook Oranje als 'la vraie religion' (de ware religie) had omhelsd en voorstond "

De nieuwe staatsleer die ten grondslag lag aan deze afzwering en die met name door de calvinisten gesmeed was, luidde, aldus Huizinga "Het volk is in oorsprong soeverein en herneemt de macht zodra de heerser door tiran te worden zijn recht verbeurt Orgaan van die gerechtigden, en als het de ere Gods geldt, verplichten tegenstand is de lagere overheid, de vertegenwoordigers van het volk, dat is de Staten " "Die leer", zo besluit Huizinga, "had Willem van Oranje, nog voor ze vorm gegeven was door Mornay en Hotman, in zijn leven en daden getoond en beleden "

De opstand leidde tot de afzwering van Philips II (1581) en tot de totstandkoming van de Unie van Utrecht (1578)

In dit verband veroorloof ik me nog een enkele opmerking

De prins ervoer zijn roeping om leiding te geven aan de opstand zo sterk, dat hij zo nu en dan uitspraken deed, die erop duiden dat het aanhangen van het ware geloof en het steunen van de opstand voor hem zeer nauw samenhingen Ondanks het feit dat hij aansluiting zocht - en vond' - bij de calvinisten, deelde hij de exclusiviteit van sommigen van hen met Ik meen te mogen stellen dat het ook de calvinisten te doen was om het hele volk, om de volkskerk Maar Oranje trok de grenzen daarvan ruimer dan zij Het steunen van de opstand was voor hem hier en daar zelfs maatgevend, ook met betrekking tot de vraag wie het ware geloof aanhing

Een heel interessante vraag is, waar hij deze nauwe relatie tussen de opstand en het geloof vandaan haalde'' Moet het antwoord niet luiden dat hij de strijd tegen de tirannie in bijbels licht zag, en dat hij deze tegen het licht hield van de geschiedenis van het volk van Israel'"^ Het Wilhelmus duidt er zondermeer op dat het ook door anderen zo gezien werd

Oranje beschouwde zijn stnjd als een roeping De uitkomst was een wonder, zo maken we op uit de beschrijving die Huizinga van de totstandkoming van ons land geeft "Daar staat dan na jaren strijd ineens, in plaats van een wankele bond van eenige gewesten die in den uitersten nood om hulp smeekt, een jonge Republiek, met een weliswaar gebrekkig staatsbestel, maar die zich als een zelfstandige Staat gedraagt en weet te handhaven " Een wonder Zo werd het ook gezien Uit vele onvoorspelbare gebeurtenissen en schijnbare toevalligheden had zich de Kerk hervormd Uit dit wonder werden tegelijk een land, een natie, een Staat en een vrijheid geboren, die hun weerga niet kennen, een vnjheid die geen ongebondenheid betekende, een vrijheid, waardoor ruimte verschaft werd voor de bloei van nering en handel

Ineens was de Republiek er het volk en het land der Nederlanden Deze typering van Huizinga is meesterlijk

III Het wonder van de Republiek en de analogie met Israel

Dit wonder vertoonde voor talloze Nederlanders veel overeenkomsten met de wonderlijke verlossing van het volk van Israel uit Egypte

Onlangs heett dr W Aalders een artikel in Ecclesia gewijd aan de Noordnederlandse historiebijbel uit het midden van de vijftiende eeuw Hij wees erop dat de schrijver van deze Bijbel de wereldgeschiedenis plaatste in het raam van de heilsgeschiedenis, om zo Gods wonderlijke daden die Hij in de geschiedenis verrichtte voor ogen te stellen

De Bijbel leverde het raam waarbinnen men ook de eigen geschiedenis kon plaatsen De bijbelse geschiedenissen werden gezien als paradigma's, als interpretatiekaders van Gods handelen, ook in het heden Het IS de verdienste van de Amerikaanse schrijver Simon Schama, daar in zijn boek The embarrasment of riches, met betrekking tot de opstand, overtuigend op gewezen te hebben Schama noemt het onbegrijpelijk dat iemand als Kossmann, die zo'n goed kenner is van deze tijd, ontkent dat men in de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw de eigen geschiedenis interpreteerde naar het voorbeeld van die van het volk Israel - en dat terwijl een overvloed van materiaal het tegendeel bewijst Prachtig is wat Schama over deze dingen weet te

Prachtig is wat Schama over deze dingen weet te zeggen Ik haal enkele opmerkingen uit het hoofdstuk The Scriptures aan " een jongen van ongeveer twaalf jaar hoorde elke zondag over het lot van de Hebreeen op zo'n manier spreken, dat het was alsof de gemeente zélf een stam van het volk van Israel was " "Een nieuw volk was in het leven geroepen en de opdracht was een licht te zijn onder de volkeren " "In deze 'toevoeging aan het Oude Testament'", aldus Schama "werden de Verenigde Provincies getekend als het nieuwe Sion, Philips II als een koning van Assyrie en Willem de Zwijger als een door God gezonden verlosser van Juda "

Met name de wijze waarop het Oude Testament binnen het calvinisme in ere hersteld werd, heeft tot deze ontwikkeling bijgedragen Het leven van alledag werd doordrenkt met schriftuurlijke zinspelingen, analogieën en voorbeelden Men bouwde aan een "nieuw Sion", of men herbouwde het "verwoeste Jeruzalem" Huizen en instellingen werden met Oud- Testamentische namen begiftigd Schama wijst op het gebed dat als inleiding vooraf gaat aan het beroemde Valerius' Gedenck- Clanck en stelt dat de tekst er een overduidelijk bewijs van is, hoe het nieuwe nationale besef door de analogie met de Bijbelse geschiedenis en de eigentijdse ervaring geheiligd werd

"Het was echter niet zo", aldus Schama, "dat het seculiere leven door deze analogieën in de heilige geschiedenis opgeslokt werd " Wel werd de bijbelse geschiedenis aangehaald "om in de wisselvalligheden van de geschiedenis (waar men maar al te zeer mee vertrouwd geraakt was) het flikkerende licht van Gods voorzienige beschikking op te merken " De vereenzelviging van het eigen verleden en de bijbelse geschiedenis gaf aan het volk een bepaalde identiteit en heiligde die, aldus Schama

Schama noemt deze ontwikkeling des te opmerkelijker aangezien er ook m andere protestantse en cal-vinistische landen op een dergelijke manier met de Schrift omgegaan werd Hij snijdt hier aan een cruciale vraag aan Laatst heeft professor Th van Deursen erop gewezen dat het ook in andere landen een veelvoorkomend verschijnsel was dat men zich als het "uitverkoren volk", het "nieuwe Israel" beschouwde Schama gaat uitvoerig in op de vraag inhoeverre het beroep op het Oude Testament in de Nederlanden bijzonder was Het is de moeite waard om kort bij -zijn oordeel stil te staan

Schama geeft toe dat ook elders, bijvoorbeeld in Engeland, de parallel tussen het eigen volk en het volk Israel getrokken werd Hij plaatst daarbij echter de volgende kanttekeningen

1 Een beroep op een dergelijk verband werd vaak gedaan door een factie, een kleine bevolkingsgroep, en dat terwille van deze groep In de Nederlanden werd het besef van deze analogie daarentegen breed gedragen Zowel humanisten als calvinisten, zelfs katholieken erkenden de betekenis ervan "Zo werd de analogie tot een eenheidscheppende band, in plaats van tot een omstreden dogma", aldus Schama

2 Schama wijst er verder op dat er in andere landen reeds lang sprake was van een nationale identiteit Deze ging terug op factoren die niet zo diepingrijpend waren als die in de Nederlanden bijdroegen tot de nationale eenwording Ze leenden er zich ook niet toe om zomaar in verband gebracht te worden met de geschiedenis van Israel

3. Hiermee samenhangend wijst Schama erop dat de parallellie met Israel nergens zo evident was en nergens zo gegrond was in de feiten, als in de geschiedenis van de Nederlanden Hoort u wat Schama zegt over de parallel die getrokken werd met de uittocht uit Egypte "Terwijl de vergelijking gemeengoed was, had ze een bijzondere en letterlijke relevantie voor deze generatie van Nederlanders, van wie er 150 000 lijfelijk de vleespotten van het zuiden hadden verlaten, de enorme waterscheidingen hadden moeten oversteken, om zo het land van overvloed te bereiken Vervolging, het traumatische ontvluchten van de eigen streek, zwerftochten, het zich weer vestigen en het verdedigen van het land - het waren voor deze emigranten niet zomaar zaken die op de preekstoel aangehaald werden, nee, het waren hoofdstukken uit de geschiedenis van hun eigen stam " "Het ligt voor de hand dat de geschiedenis van Exodus in populaire liederen, zoals het 'nieuw Liedken van den slach voor Bergen', waarin het lot van het Spaanse leger vergeleken wordt met de Egyptenaren die omkwamen in de Rode Zee, bezongen werd, dat dit lot op kostbaarheden van rijken en op de dakpannen van de eenvoudigen aangebracht werd "

Op het toneel werd de bedoeling van de uittocht uit Egypte voor tijdgenoten uitgebeeld op een manier die niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is In Brussel werd door rederijkers voor het oog van Willem van Oranje in een tableau vivant uitgebeeld hoe Mozes de Joden verloste, met vanzelfsprekend een zinspeling op Oranje zèlt

De overwinning op de Spanjaarden werd gezien en ervaren als een Israëlitisch wonder, omdat de feiten die men uit de Schrift kende zo leken op de eigentijdse "wonderen". Schama wijst er dus op dat de parallellie evident was En inderdaad, wie zal de overeenkomst tussen Oranje en Mozes durven ontkennen*^

Mozes uit de stam van de Hebreeen, opgevoed aan het hof van farao, gegrepen door medelijden met het volk, waar hij uit voortkwam - hij neemt het voor zijn volk op, maar ziet zich genoodzaakt te vluchten God nep hem in zijn ballingsoord Midian Hij moest het voor het gelovige volk opnemen Oranje komt bij zijn lutherse ouders vandaan aan het hof van Brussel Zozeer geniet hij het vertrouwen, dat Karel V op hem leunt als hij afstand doet van de troon Deze jongeman, afkomstig uit het lutherse graafschap Nassau, in Brussel rooms-katholiek opgevoed, wordt in 1559 in het bos van Vincennes gegrepen door medelijden Hij komt in oppositie en groeit langzaam van het roomskatholicisme af Hij moet vluchten, maar in ballingschap vindt hij zijn roeping de bevrijding van het vaderland, de vrijmaking van de Kerk.

Het lot van Oranje en dat van Mozes' Het lot van de Nederlanden en Israel' Is het verkeerd om Nederland bij wijze van analogie te typeren als het Israel van het Westen, zoals dat al m de zeventiende eeuw gebeurde*^ Lydius schreef in 1668 bij de Vrede van Breda

Boven alles dank ik Hem

Die Holland maakte tot Jeruzalem En Cats opende in 1651 de Grote Vergadenng van de

En Cats opende in 1651 de Grote Vergadenng van de Staten door te zeggen "Gij kinderen van Israel"

Ja, Holland werd Juda en vele steden werden omgedoopt tot Sion Bij Leidens ontzet werd een gedenkpenning geslagen waarop aan de ene kant het verloste Jeruzalem te zien was, en aan de andere kant de stad Leiden Men ervoer de verlossing als een wonder van God

Dankbaarheid voerde de boventoon omdat men - in de taal van de psalmen - besefte "God heeft in Zijn genade woning bij ons gemaakt "

Een dichter als Vondel gaat zelfs zo ver dat hij zijn treurspel- blijspel Pascha afsluit met een epiloog, getiteld Verghelijckinghe vande verlossinge der kinderen Israels met de vnjwordinghe der Vereemchde Nederlandtsche Provinciën Vondel, van mennonistische afkomst en later rooms-katholiek geworden, schrijft

Hoewel den vluggen tijt d'wtkomstge der Hebreeuwen

Spijt Moysi guide pen met veel verhopen eeuwen

Heel wt te wischen dacht zoo is het even beelt

Van Israels triumph zoo aerdich weer volspeelt

Opt Nederlandts Toneel, dat gheene van dees beyden

Nau vanden andren is met waerheyt t'onderscheyden

HIJ vergelijkt zonder enige omweg Philips II met de farao En zegt

De wettighen Gods-dienst belet den enen duyster

En d'ander al verblint ghehengt met dat den luyster

Des Evangeliums ghelijck een Son doorbreekt

Vervolgens stelt Vondel dat het zuchten van de Nederlanders (Belgica) een echo vormt van het zuchten van de Israëlieten Daarop vergelijkt hij de zonen van Amram, Mozes en Aaron, met de broeders van het huis van Nassau Hij dicht

God lacobs stenen hoort, en tot Voorvechters trou

Weckt Amrams zonen beyde, en die van 't Huys Nassoii

Den Nederlanders tot Beschermeren en Vooghden,

Die tsamen hunnes volcks verlossinghe beooghden Om vervolgens te schrijven

O wonderbaerlijck schiet sich Moyses met Orangien' De een strijdt voor den Wet, den and'ren slaet de

De een strijdt voor den Wet, den and'ren slaet de trom

En vrijt (bevrijdt) met synen arm het Evangehum Hoe heeft God, zo besluit Vondel, Nederland gezegend Maar, zo geeft hij aan, deze zegen kan door afval verspeeld worden Denk daarom aan het verdere lot van Israel

Peynst om den ghenen die de volckren van Sion

Als Slaven voeren liet gheboeyt naer Babyion

Hendnck Goltzius die delen van het graf van Willem van Oranje te Delft maakte, plaatste Willem van Oranje m het raam van gebeurtenissen uit het leven van Mozes Bovenaan ziet men twee afbeeldingen die van de vuurkolom en de wolkkolom Rechts onder ziet men de doortocht door de Rode Zee en links onder het ontvangen van de Wet op de Sinai, met het opschrift "Laat men deze bepalingen volgen " Het is alsof het de kijkers wil prediken wij zijn vrijgemaakt om ons aan de geboden van God te houden

Een andere prent, in Valerius' Gedenck-Clanck, toont ons de hoed van de vrijheid Links van deze hoed, die op een staak staat, zien we de zeven provinciën uitgebeeld als geknielde mannen Ze kijken in aanbidding op naar de hoed Rechts zien we de Nassaus Met ontblote hoofden aanbidden ook zij de vrijheid Maar het is een gekwalificeerde vrijheid' Het is een vrijheid waarboven een licht straalt, en in dat licht staan de letters van de Godsnaam JHWH

Welk soort vrijheid is hef Niet een oeverloze tolerantie Daarbij floreert een Kerk en een volk niet Anarchie was hetgeen waarvoor Philips II beducht was Terecht Maar hij stelde daar tirannie en knechting, het knellende systeem van Rome en de inquisitie tegenover

Voor een onbegrensde vrijheid was ook Oranje beducht Hij zocht een vrijheid die overstraald wordt door de dienst aan God, een vrijheid, die niet zonder regels en orde kan Het is een vrijheid zoals men die ervoer in Israel, in Jeruzalem, op de Sion, waar de psalmen zo machtig van zingen Een vrijheid in heerlijkheid omdat de stralen van Gods aanwezigheid en licht de mensen bereiken en vrij maken Een vrijheid die te beluisteren valt in de psalmen die spreken over Gods koningschap en over het verkiezen van Jeruzalem als Zijn woning Een dergelijke genade ervoer men in de Nederlanden

En de uitlopers van dat besef zijn er tot op de dag van vandaag Toen onze vorstin enkele jaren geleden in Israel was, en zij de Knesset toesprak, diende de parallellie tussen de geschiedenis van Nederland en Israel zich als vanzelf aan Ik hoor het haar nog zeggen "we and you have much in common " - wij hebben veel gemeenschappelijk Is het daarom dat de Joden zolang bescherming genoten juist in de Nederlanden"^ Schama zegt dat het Oude Testament juist binnen het calvinisme hoog gewaardeerd werd De praktisch ingestelde Hollanders leefden uit de Oud-Testamentische geschriften De ervaren parallellie met de geschiedenis van Israel deed hen meevoelen met het lot van vele vervolgden, ook met dat van de Joden

Zo IS Nederland ontstaan Als een wonder in de Europese geschiedenis Een land waarin de Kerk een prominente plaats kreeg Maar ook de ruimhartigheid van Oranje kenmerkte de Republiek Zo heeft Oranje het volksleven gestempeld, tot heil van zeer, zeer velen

Men ervoer dit wonder van Gods genade ook als een roeping Men wist van de omslag in het volksleven van Israel Van koningen die God niet vreesden, van het dienen van Baal, van het verlaten van God en Zijn wet Luisteren wij nog eens naar Vondel

Luisteren wij nog eens naar Vondel

Peynst om den ghenen die de volckren van Sion

Als Slaven voeren liet gheboeyt naer Babyion Heeft datgene waar Vondel beducht voor was niet plaatsgevonden'' Nederland is in de achttiende eeuw in de maalstroom van het ongeloof en de revolutie terecht gekomen Ik wijd daar nu met over uit Daar staat nog tegenover dat ons land er nog is Ook ons vorstenhuis is er nog, als een levend teken van dit verleden Verder rest ons nog ons volkslied, dat een geloofslied is

Het verontrust ons echter dat de Kerk sterk onder druk staat Trouwens, dat geldt voor dit hele verleden, heel deze geloofstraditie Nederland kleurt paars Daardoor wordt het christelijke ferment, dat eens de basis van ons land vormde, meer en meer uit het midden van het volk geëlimineerd

Onlangs lazen wij aan tafel Jeremia 2 Jeremia uit daar een aangrijpende klacht Hij roept bij de Israëlieten de begintijd van het volksbestaan in herinnering Toen was er veel goeds Het was als een bruiloftstijd Maar nu verlaat men, aldus de profeet. God en worden de afgoden gediend Na deze constatering vervolgt hij "Heeft ooit een volk zijn goden verlaten''" Het antwoord moet ontkennend luiden "Maar u hebt de God van uw jeugd verlaten, de levende God "

Schokkend, dat juist Israel dit deed Denkend aan de parallellie tussen de Nederlanden en Israel, vragen we ons af is er een land dat meer geseculariseerd is dan Nederland, juist Nederland, dat het hierboven geschetste verleden kende''

Pas als in Israel het verleden weer actueel werd, keerde men terug tot het verbond De gelijkenis van de verloren zoon toont het ons aan Dan stond daar de Vader Zou Hij daar nu ook niet staan en wachten en wachten, tot Zijn verloren kinderen, die zo vèr weggegaan zijn, terugkeren'' Wanneer keerde de zoon terug'' Toen hij bij zijn armoede, in zijn uitgemergelde bestaan, terugdacht aan vroeger, aan zijn vader Daarom moet dit verleden levend gehouden worden Opdat men in nieuwe tijden (men kan immers het verleden niet overdoen) in ieder geval de weg terug zal weten te vinden naar dezelfde God

Want God wacht Zou Hij, die weende om Jeruzalem en wie het lot van deze stad ter harte ging, het land vergeten waar door Zijn toedoen het christelijke geloof zo wortel heett geschoten en zoveel goeds teweeg bracht*^

Nog enkele dingen Als wij op deze manier wijzen op het bijzondere van ons verleden, dan houdt dat in geen enkel opzicht in dat wij daarmee aan repnstinatie doen ot nationalistisch zouden zijn Vanuit christelijke optiek IS beide onmogelijk Simone Weil heeft er ooit op gewezen dat medelijden met het eigen volk, zoals Christus dat had, niet blind maakt voor de fouten van dat volk Integendeel Zij wijst daarbij op Christus die medelijden had met Jeruzalem Maar als geen ander wees HIJ op de fouten van de inwoners van de stad en stond HIJ tegenover haar

Daar komt bij dat het volk Israel in het leven geroepen werd om een licht der volkeren te zijn In dit verband haal ik Vondel nog eens aan Hij wees erop dat ook Nederland voor velen een teken van hoop was Vondel had gelijk Hoevelen zochten en vonden niet hun vrijheid hier te lande Gods handelen in de geschiedenis werd, aldus Schama, ervaren als een weldaad en een zegen De historie bewees dat een dergelijk geschiedbewustzijn niet hoogmoedig maakt, maar er juist toe aanzet om vooral het hemelse Jeruzalem te zoeken en anderen te dienen

Zoals het was, kan het niet meer worden De tijden zijn voortgeschreden Aan repnstinatie mogen wij niet doen Nederland zeilt Europa binnen Ook in Europa als geheel heeft God zijn genade meer dan eens betoond En toch mogen wij vasthouden aan wat ons vanouds is meegegeven, als levend schrift van God in onze geschiedenis, opdat wij hoop houden dat God in een andere constellatie toch roemrijk Zijn zegen kan schenken

Tot slot In een aangrijpende rede zei Groen van Pnnsterer als oud man bidt voor Nederland Wij zeggen het weer Met veel aandrang Ik haal een dichteres aan, die dezelfde oproep doet Een dichteres die, vanwege de eerlijkheid die het Evangelie schept, kan zeggen dat ze zwaar geleden heeft aan ons land, aan "Holland", zoals zij het noemt

ZIJ, Ida Gerhardt, stelt in enkele van haar Kwatrijnen in opdracht

Soms, als ik tot mijn diepste diepte keer,

hergeeft gij mij het Holland van weleer Kuis gaan de kleuren open, en door tranen

Kuis gaan de kleuren open, en door tranen

zie ik het in de klaarte van Vermeer

Uw doortocht door dit volk brengt geen in kaart

Niets dan de tekenen dat Gij mèt ons waart

over het werk der edelsten uw naglans

de bliksemflitsen van uw nedervaart.

Door storm ontworpen, in der wateren tucht,

eeuwen beschreven door der wolken vlucht.

GIJ trots domein der levende rivieren, -

bid om de geest, die u opnieuw bevrucht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1998

Ecclesia | 20 Pagina's

De Vrijmaking van Kerk en Staat in de Nederlanden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1998

Ecclesia | 20 Pagina's