Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen Scylla en Charibdis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen Scylla en Charibdis

Iets over Amy Coney Barrett, Homerus, Plato en Luther

13 minuten leestijd

In 1993 verscheen van de hand van de Russell Kirk een bundel opstellen met de titel: The politics of prudence. 1 Het boek gaat over de politiek die gekenmerkt wordt door bezonnenheid, voorzichtigheid, verstandigheid. Russell Kirk droeg het op aan zijn kinderen en schreef: Aan mijn vier dochters (....) die nu met frisse moed aan de zeereis beginnen over de onrustige wateren van het moderne leven waarin zoveel onbehagen leeft. Moge het zo zijn dat zij verschoond blijven van Scylla en Charibdis! Zoals Yeats dat ooit deed, laat ik sterke geesten meegaan, die de wacht over hen houden.

Zoals bekend bevinden Scylla en Charibdis zich in Zuid-Italië, op het punt waar het vaste land en Sicilië elkaar het dichtst naderen. Wie aan één van beide kustlijnen staat, kan (als het weer het toelaat) de andere zijde tussen de nevels zien opdoemen. Homerus vertelt, nu 3000 jaar geleden, hoe ooit Odysseus, toen hij voer op de zeestraat ertussen, de klippen aan beide zijden van het water moest zien te mijden. Dat viel niet mee, niet alleen omdat het weer hem ongunstig was, maar vooral omdat hij een zoet gezang hoorde, dat hem vanaf de kustlijn bereikte. Odysseus wist dat er vóór hem veel schepen waren vergaan. Het sirenengezang was zó mooi en indringend dat de schippers verleid werden om op de kust af te stevenen, waar hun schip vervolgens stuk sloeg op de klippen.

Aan de regels van Russell Kirk en aan dit verhaal uit de Odyssee moest ik de afgelopen week denken. Via de media kon men de hoorzittingen van de senaatscommissie van Amerika met Amy Coney Barrett volgen. Barrett is, zoals bekend, onlangs door president Trump voorgedragen als opperrechter in het Hooggerechtshof. Haar benoeming heeft heel wat stof doen opwaaien, ondermeer vanwege het tijdstip waarop Trump haar benoemde: een maand voor de verkiezingen. Is het netjes om kort voordat het volk zijn stem geeft een dergelijke belangrijke benoeming te doen?

Twee klippen

Hoe dan ook, zij moest er de afgelopen week in slagen om niet in partij-politiek vaarwater te komen. Twee klippen moest zij zien te mijden: de ideologie van ‘links’ en die van ‘rechts’. Het zijn de klippen waar ook Russell Kirk zijn kinderen voor wilde beschermen. Beide ideologieën komen in zijn boek ter sprake.

De ideologie van ‘links’ heeft oude papieren. ‘Links’ heeft het woord ‘ideologie’ tot een gangbare uitdrukking gemaakt. Aan het begin van de 19 e eeuw drongen enkele revolutionaire figuren in Frankrijk aan op een verandering in het schoolwezen. Kinderen moesten in aanraking worden gebracht met de moderne, wetenschappelijke geest. Daardoor zou hun kijk op de wereld veranderen. Zó zouden zij in staat zijn om de idealen van de Franse Revolutie, ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’, voor te staan en in praktijk te brengen. 2 Dit ideaal staat in de Westerse wereld nog steeds (zelfs nog veel méér dan toen) op de agenda, ook bij hen die de toon aangeven in de democratische partij in Amerika. ‘Vrijheid’ is: te mogen zijn die je bent; ‘gelijkheid’ houdt in dat er geen verschillen mogen gelden, zelfs niet tussen man en vrouw (vandaar dat je bijna kunt spreken van verering van transgender-zijn); ‘broederschap’ betekent dat je samen werkt aan een betere wereld waarin iedereen gelijk is en de genoemde ‘vrijheid’ geniet. Van een ideologie van ‘rechts’ zag Russell Kirk de eerste symptomen. Binnen het conservatisme (waarvan hij een voortrekker was) zag hij een tendens om onomwonden op te komen voor een pragmatisch denken, dat uit is op het eigen voordeel: draag er zorg voor dat je door snel, behendig en berekenend te zijn de ander te slim af bent. 3

Amy Coney Barrett kwam met beide ‘geestesgesteldheden’ volop in aanraking. Ze vormden de twee klippen waarop haar voordracht zou kunnen stranden. Aan de ene kant probeerden verreweg de meeste democratische senatoren haar uitspraken te ontlokken over het recht op abortus, het homo-huwelijk en vragen rond transgenderschap. Sommigen confronteerden haar met haar eigen (ook juridische) uitspraken, die ze ooit deed. Zij hoopten aan te tonen dat zij niet onpartijdig was, maar zich liet leiden door haar gelovige, conservatieve en rooms-katholieke opvattingen. In dat geval zou het hun niet moeilijk vallen om voor de camera te wijzen op de partij-politieke bedoelingen van haar benoeming en vooràl op haar vooroordelen, die haaks staan op de idealen die voor hen zo vanzelfsprekend zijn.

Aan de andere kant moest mevrouw Barrett zien te vermijden dat zij op voorhand instemde met alles wat de republikeinse partij en in het bijzonder president Trump voorstaat. Meer dan eens moest zij laten blijken dat zij geen afspraken had gemaakt met de president over Obama-care, over het verlenen van gratie (aan de president mocht hij na een verlies bij de verkiezingen in moeilijkheden komen) etc. Zij moest zich verre houden van de schijn van hetgeen Russell Kirk aanwees als gevaar van de republikeinse partij: opkomen voor het partijbelang, zonder vragen van recht of onrecht zwaar te laten wegen.

Hoe zij een schipbreuk vermeed

Zij slaagde er voorbeeldig in beide klippen te vermijden. Hoe dat kwam? Tijdens de hoorzittingen liet zij het niet gebeuren dat haar oriëntatiepunt kwam te liggen bij die onderwerpen die in de politieke arena de gemoederen van links en rechts bezig houden. Zij had iets van de matrozen op het schip van Odysseus in de straat van Messina. Deze hadden, om niet gevoelig te zijn voor de sirenenzang, wás in hun oren gestopt, terwijl Odysseus dit bewust had nagelaten. Hij was nieuwsgierig en wenste te ervaren hoe de sirenenzang klonk. Bewust als hij zich was van het gevaar, had hij zich vast laten binden aan de mast en zijn manschappen bevolen om hem niet los te maken, ook als hij daar, tijdens de tocht, tóch om zou vragen. Dat laatste gebeurde. Odysseus bleek niet bestand tegen de verleiding van de sirenenzang. Uit alle macht probeerde hij zijn matrozen te bewegen hem van de mast los te maken om daarna de richting van de kust op te varen. Gelukkig gehoorzaamden ze niet en hielden ze koers, iets waar hij, eenmaal aan het gevaar ontkomen, dankbaar om was. Zij hadden hun doel, het oriëntatiepunt van het schip, niet uit het oog verloren.

Waar lag het oriëntatiepunt van mevrouw Barrett? Ik meen in drie dingen.

a. Mevrouw Barrett vertelde over haar gezin, haar man en zeven kinderen (van wie er twee geadopteerd zijn). Ze vertelde over haar carrière en over haar geloof in de kracht van het gebed. Ze legde de vinger bij het goede dat er is. Haar manier van spreken herinnerde aan hetgeen Marilynne Robinson ooit noemde ‘the givenness of things’, dat wil zeggen ‘het gegevene’, maar óók ‘wat in de dingen óplicht als gave, als geschenk’. De dingen die mevrouw Barrett opnoemde, leek ze te ervaren als gaven die je in eenvoud, in dankbaarheid en in het besef van verantwoordelijkheid ontvangt van God. 4

b. De constitutie, die zij als rechter moet eerbiedigen en op grond waarvan zij een oordeel moet geven over een bepaalde kwestie. Zij wil dat doen in de geest van de constitutie zélf en van degenen die haar opstelden.

c. Haar gewetensvolheid. ‘Hoe kunt u weten dat u zich niet laat leiden door uw eigen opvattingen en sterke overtuigingen (lees: uw religie)?’, luidde keer op keer de vraag. Zij antwoordde: ‘Door me te richten op de constitutie. Die is bepalend. Wat ik verder doe, is ondermeer dit: ik verplaats mij in de ander in wiens nadeel ik een uitspraak doe en vraag me af of ik de uitspraak, mocht ik de veroordeelde zijn, zou kunnen billijken.’

Wat zij onder woorden bracht, straalde zij ook uit: voor de commissie zat een gelovige vrouw, die zich er niet op liet voorstaan dat zij het gemáákt had (iets wat de commissie, vooral de democraten zou moeten aanspreken: een vrouw met zo’n carrrière!), een vrouw die haar taak als moeder en hoogleraar ziet als een roeping, die gewetensvol te werk wil gaan en die zal proberen om zich bij de afwegingen die ze moet maken niet te laten leiden door persoonlijke of politieke voorkeuren, maar zich zal oriënteren op het recht.

Gelovig-zijn – een waarborg voor onbevooroordeelde rechtspraak

Mevrouw Barrett zei zich te laten leiden door het recht. Ik ben ervan overtuigd dat haar (godsdienstige) instelling daarvoor geen belemmering is. Integendeel! Uitgerekend wat haar tegenstanders sterk bekritiseren, vormt een waarborg voor het onbevooroordeeld zijn. Want wie zich op een juiste wijze op God oriënteert, is pas écht goed in staat om te zien wat recht is. Weinigen hebben dit zo helder in het licht gesteld als Plato. In zijn Politeia, zijn hoofdwerk, dat gaat over rechtvaardigheid, geeft Plato aan welke deugden een rechtvaardige kenmerken: wijsheid, bezonnenheid, moed en rechtvaardigheid. Wijsheid is de intuïtie voor het hogere, voor wat boven deze wereld uitgaat; bezonnenheid is de afweging van wat goed is in het leven van elke dag in het licht van de wijsheid; moed is dat je weet op te komen voor het goede en de tegenwerking van jezelf of van anderen daaromtrent kunt weerstaan. Maar wat is rechtvaardigheid? Socrates (Plato) geeft aan dat het hem niet meevalt dat te bepalen en vergelijkt zich met een jachthond die speurt naar zijn prooi. Hij heeft dóór dat die zich ergens ophoudt in de struiken, waar hij al kwispelend omheen springt, terwijl hij hem tóch niet ziet.

Dan volgt een ietwat merkwaardige, maar prachtige passage. Socrates zegt: ‘Laten we erom bidden, zodat we de rechtvaardigheid vinden!’ Even later roept hij uit: ‘Jahoe! Jahoe!’ (alsof hij de jachthond is), ‘ik heb het gevonden. Wat waren we dwaas, het is inderdaad vlakbij ons. Hoe kónden we het over het hoofd zien!’ Wat is er gebeurd? Pas na het bidden werd hem plotseling duidelijk wat rechtvaardigheid is. 5 De boodschap is helder: rechtvaardigheid is slechts te vinden door.... omhoog te zien, naar God. Dat ‘omhoog-zien’ heeft grote gevolgen: als iemand dat doet, beseft hij dat hij omgeven wordt door God waarbij hij merkt dat God het oriëntatiepunt is van alle dingen en van zijn hele bestaan. Dát te beseffen heeft tot gevolg dat de ziel kracht ontvangt, waardoor ze een houding kan gaan aannemen, waarbinnen de andere deugden (wijsheid, bezonnenheid en moed) uit kracht van de verhouding tot God op de juiste wijze gaan fungeren, op de plek en in de verhouding tot elkaar die hen eigen is. Ze nemen de vorm aan die ze in het geheel van de ziel behoren te hebben en werken als zodanig op een goede manier op elkaar in. Waar dat gebeurt, is gerechtigheid het kleed waarmee de ziel omkleed wordt. Rechtvaardig-zijn houdt óók in dat iemand door de betrekking tot God gaat inzien wat de ander toekomt, omdat hij de dingen en de ander in het licht ziet van God. Gebed is de poort tot het zien van God. Dit ‘zien’ is de poort naar de gerechtigheid.

Wie zich bewust en op een goede manier tot God verhoudt, is niet meer afhankelijk van de waan van de dag. Hij houdt rekening met twee werkelijkheden, die van de hemel en die van de aarde. Daardoor kan hij (wat Kierkegaard noemde) ‘zich absoluut tot het absolute verhouden en relatief tot die dingen die relatief zijn.’ 6 Wie maar één werkelijkheid kent, is als een stuurman die de sterren aan de hemel niet meer ziet en zich alleen maar oriënteert op de kustlijn, en dát bij het gedruis van het water en onder sirenenzang. Hij gaat denken dat niet de hemel zijn doel is, maar een aards bestaan, waarin wij mensen het geluk creëren. Voorwaarde daartoe is dat de ánder denkt zoals ik. Juist dit denken is om die reden imperiaal. Daarbij komt dat men teleurstelling op teleurstelling beleeft. Het ideaal dat binnen handbereik lijkt, is in werkelijkheid onbereikbaar. Hij die op deze sirenenzang afstevent, lijdt schipbreuk.

The politics of prudence is een politiek van afweging en voorzichtigheid. Men weet van de hemel en men beseft in het licht daarvan hoe voorlopig en broos de dingen op de aarde zijn en hoe kostbaar om die reden een juiste rechtsorde. Deze orde geeft steun aan ons broze bestaan. Van deze vorm van politiek staan veel democraten vèr. Dat geldt ook voor republikeinen, die, evenals president Trump een grote mate van onvoorzichtigheid aan de dag leggen. Hoe anders was het optreden van mevrouw Barrett.

De Reformatie – Frederik de Wijze

Een schoolvoorbeeld van the politics of prudence was keursvorst Frederik de Wijze, die in de begintijd van de Reformatie ontzaglijk veel betekend heeft voor Luther.

Door tactvol optreden wist de keurvorst Luther weg te houden uit Rome. Door tijdens zijn verblijf in Worms (1521) op de keizer in te praten, overtuigde hij hem ervan dat het niet billijk was om Luther, als hij niet zou herroepen, gevangen te nemen. Hij zorgde voor een wijkplaats op de Wartburg in de nasleep van de Rijksdag. Frederik de Wijze was voorzichtig en doortastend tegelijk. Hij zag kans deuren open te houden naar iedereen en zette tegelijk, als het erop aankwam, dóór. 7 Om maar te noemen: hij was de enige keurvorst die, toen het in 1519 om de keuze van de keizer ging, zich niet liet omkopen door grote bedragen aan steekpenningen. 8 Zonder zijn gewetensvol en verstandig optreden zou de Reformatie zijn gestrand.

Maarten Luther heeft de keurvorst bewonderd. Ongetwijfeld heeft hij hem bij zijn beroemde uitleg op Psalm 101 en op het bijbelboek Prediker voor ogen gehad. Luther heeft bij hem en bij andere vorsten gezien hoe wáár het is, wat hijzelf eens als volgt onder woorden bracht: Jeder Konsequenz führt zum Teufel (alles wat je stug volhoudt en waarin je tot het uiterste gaat, leidt naar de duivel). De keurvorst stierf midden in de Boerenoorlog, toen het een chaos was in Duitsland. Maarten Luther hield bij zijn begrafenis de prediking. Hij zei ondermeer:

‘De keurvorst heeft ons lange tijd honing gegeven. Moeten wij nu azijn gaan drinken? Hij heeft ons lange tijd vertroeteld en goed gedaan, zodat wij een gemakkelijke houding konden aannemen. Nu zijn lichaam wordt begraven gaat ook de vrede verdwijnen en dat treft onze goederen, ons land en de mensen daarin. We houden er echter aan vast dat het zó kan gaan dat er weldra weer vrede komt. Als het ánders gaat en we sterven, dan is de hoop op de vrede voor ons vervlogen, maar dit is zeker: we ontvangen haar in dat geval nog heerlijker dan voorheen. Ondertussen bidden we God voor de vorst die hierna komt, of Hij hem genade wil geven. We vragen Hem of hij zijn toorn wil afwenden, omdat het ongeluk nu voor de deur staat, nu hij, die voor vrede zorgde, is gestorven. Nu gaat de boze tekeer. Hij is van plan om land en mensen om te laten komen. Daarom is het zaak om God onze ondankbaarheid te belijden en voor de overheid te bidden. Veracht dat niet, want de boze is niet zozeer bang voor het zwaard. Hij is véél banger voor het gebed.’ 9

Alleen door onze oriëntatie op God en het gebed ontkomen wij en onze kinderen aan de Scylla en Charibdis.


Noten 1 Russell Kirk, The politics of Prudence, Wisconsin (1998). 2 The politics of Prudence, p. 2,3. 3 The politics of Prudence, p. 188. 4 Marilynne Robinson, The Givenness of Things, London (2016). 5 Politeia 432 c-d 6 Sören Kierkegaard, Unwissenschafftliche Nachschrift (deel 2), passim. 7 Zie ondermeer: Ricarda Huch, Das Zeitalter der Glaubenspaltung (Zürich, 1937); Henrich Bornkam, Luther in der Mitte seines Lebens, Göttingen, 1979; Martin Brecht, Martin Luther, sein Weg zur Reformation, 1483 – 1521, 1982, Stuttgart. 8 Joseph Lorz, Die Reformation in Deutschland (Voraussetzungen, Aufbruch, Erste Entscheidungen), Freiburg (1962), S. 266. 9 Martin Luther, Sämtliche Schriften, XII (Walch), S. 2041, 2042.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

Ecclesia | 8 Pagina's

Tussen Scylla en Charibdis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

Ecclesia | 8 Pagina's