Een geopende heilfontein

,,Te dien dage zal er een fontein geopend zijn", zo g-etuigt hier de profeet Zacharia.

De uitdrukking „tedien dage" ziet op de bedeling- des Nieuwen Verbonds. Dan zou een fontein geopend zijn. Een fontein heeft iets gans bijzonders,

Een fontein heeft iets gans bijzonders, iets wat een rivier niet heeft, ja wat zeeën missen. Een fontein heeft het water m zichzejven. Daar diep In ae verborgen schoot van het aardijk heeft ze de aderen, die tot altijd-geven, ruimschoots in staat stellen. Een fontein springt dan ook na jaren nog even krach tig als tevoren.

De fontein, waarvan luer de profeet Zacharia spreekt, heeft betreKRmg op de reiniging. En dat verstond de Israëliet heel goed. Het bevel des Heeren immers luide: „Gij zult voor Mijn aangezicht niet verschijnen dan gereinigd." Vandaar het koperen wasvat in het

Vandaar het koperen wasvat in het Heiligdom. Geen priester, zelfs geen Hogepriester, mocht naderen, of hij moest zijn handen en voeten gewassen hebben in dit water. Het was als het ware een prediking, geen gemeenschap tussen de heilige God en het onreine schepsel. Daar moest eerst een reiniging plaats hebben.

Zie, zo wordt u enigzins duidelijk wat voor betekenis hier verschuilt in dit woord: „te dien dage zal er een fontein geopend zyn", d.w.z. daar is een gelegenheid waar het bezoedelde, onreine, gans besmette volk, van zijn bezoedeling kan worden ontheven en deze fontein heeft altijd helder water. Daar is geen mensenhand voor nodig om het te reinigen, want die bron levert niet anders, zij springt altyd door.

En wie nu met deze fontein wordt aan geduid, behoeft nauwelijks vermeld. Dat is onze Heere Jezus Christus!

In Hem is de fontein van Gods eeuwige liefde, de volkomen Reinigmaker, geopenbaard en geschonken, toen Hij neerdaalde uit de hallels der hemelingen en als een hulpeloos wicht werd gelegd in Bethlehems kribbe.

Uit gadeloze zondaarsmin knoopte die gezegende Christus toen het kleed Zijner heerlijkheid los, die Hij reeds had bij de Vader, eer de wereld was, en liet Hij het slavenkleed der diepste vernedering Zich om de schouders hangen. En toen die beminnelijke Borg en Middelaar Zijn ziel uitstortte in de dood, waardoor de verzoening der zonden geworden en de Heilige Geest verworven is, was deze heerlijke Zaligmaker als een geopende fontein, waar gans bezoedelde en, melaatse zondaren volkomen reiniging van al hun vuile zonden kunnen vmden. Welk een bemoedigend getuigenis vin

Welk een bemoedigend getuigenis vinden we hier dan voor al diegenen, wier zielsoog door genade, voor eigen schuld en vloek ontsloten werd.

Hoe bang te moede kan het dan worden. Dan rijst de vraag: hoe kom ik daar af? Ach, als dan de mogelijkheid hiervoor bestond door het volbrengien van een of ander goed werk voor de Heere, het zou zeker niet worden nagelaten.

Maar weet, het wordt steeds onmogelijker. Al wies een zondaar zich dan ook in een zee van enkel deugden, al nam hij dagelijks een bad in allerlei goede voornemens, de kwaal van binnen blijft er. Het is de Moriaan gewassen. En het luipaard verliest niet zijn vlekken door het wassen, integendeel, ze worden al duidelijker zichtbaar.

Dat dan de ontdekte ziele wete, te dien dage is er een fontein geopend óók tegen zijn zonde en ongerechtigheid. Zo dikwijls hij in de zonde valt, maar ook als David klagen mag over zijn bedreven kwaad, dan zal er een fontein geopend zijn, wier wateren zo overvloedig vloeien, dat al waren de zonden als schar laken, zij wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij worden als witte wol.

Daarop is ook het oog geslagen van ieder van Gods kinderen, als ze in blijde ontmoeting de Heere omhelzen. Als zij door het geloof zich mogen wassen in die geopende heilfontein. In Zijn offerande ligt hun schuld, hun vloek, hun doem, hun onreinheid, hun zonden begraven. Met het bloed van die geopende Heilfontein overgoten zijn zij geheel rein!

O, gezegende Heilfontein Christus!

Wat wonder van genade, dat die fontein voor hen zal geopend zijn. Ja, het is op zichzelf reeds een onbegrepen wonder van genade dat die fontein open is. De Heere had de mens niet nodig. Hij had ons rechtvaardig in onze zonde en m onze onreinheid kunnen laten omkomen. Hij had evenwel gedachten des vredes. Hij gaf uit eeuwige ontferming Zijn Eniggeborene over in de dood.

Het IS dus een onbegrepen wonder van genade, als Christus de schuld en zonde der Zijnen overneemt, zodat de slagen die zij verdiend hadden op Hem neerkomen en dan met dit heerlijk gevolg, dat Hij juist verbrijzeld door die slagen, de Rotssteen wordt, waaruit de fontein ontspringt, die de reinigmaking hunner zonden teweeg brengt.

Lezer, hebt gij dat nu ook ondervonden? Hebt gij ooit een ontdekking van die geopende Heilfontein gehad? Is dat bloed van de Heere Jezus u wel dierbaar, gepast en noodzakelijk geworden? Zijt gij ooit tot die fontein gekomen om daar reiniging te ondervinden? Weet, ergens elders kunt gij niet te

Weet, ergens elders kunt gij niet terecht. Al naamt gij u veel zeep des vollers en al wiest gij u met salpeter, het zou u niet baten. Uwe zonden bleven toch voor Gods aangezicht geschreven.

Gij moet gewassen worden in het bloed des Lams!

K. a. Z. Ds. N. DE JONG

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen