Reden tot verwondering
. . . En evenmin moeten wij ons verwonderen, dat na Auschwitz, na Hirosjima, de mens door zijn vrijheidsroes blijft geloven in het heil als historische menselijke zelfverwerkelijking. Hij mag dan nu op grond van bittere ervaringen, die als littekens in zijn herinnering liggen vastgeschroeid, weten dat die vrijheid omringd is door duistere, daemonische, irrationele krachten. Hij mag weten van makrostructuren, die een mens knevelen. Hij mag weten van collectieve neurosen en psychosen, van agressie- en doodsdriften. Niettemin blijft hij geloven in zichzelf, in zijn vrijheid, tegen alle smartelijke er^^aringen in. Hij kan niet anders!
. . . Neen, als er werkelijke reden tot verwondering is, dan deze: dat aan het begin van de kritische ontwikkeling, die eerst in Europa en daarna in de wereld de ganse sociale, culturele en politieke werkelijkheid tot een gloeiende lavastroom heeft gemaakt, er door Gods genadige beschikking een man, een visionaire profeet, een Godsknecht, is verwekt, die deze hele historische ontwikkeling heeft voorzien en voorzegd. Eén, die de deur van het Evangelie heeft opengestoten en, wijzende op die deur, geroepen heeft: ,,Alle wegen des mensen zijn wegen des doods, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven". Een derde Elia! . . .
Dr. W. Aalders in zijn rede:
Luther de derde Elia
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1971
Kerkblaadje | 8 Pagina's