Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Belijdenis doen in het dagelijks leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Belijdenis doen in het dagelijks leven

6 minuten leestijd

VANWEGE DE UITBRAAK VAN COVID-19 ZIJN HEEL WAT BELIJDENISDIENSTEN UITGESTELD. VOOR SOMMIGE GEBEURTENISSEN GELDT DAT ZE IN EEN BESLOTEN KRING PLAATSVINDEN. MAAR DAT GELDT NIET VOOR DE OPENBARE GELOOFSBELIJDENIS. DIE HEEFT IN HET MIDDEN VAN DE GEMEENTE EN IN HET BIJZIJN VAN VERSCHILLENDE GASTEN PLAATS TE VINDEN. HET WORDT NIET VOOR NIETS OPENBARE GELOOFSBELIJDENIS GENOEMD. DAT IS VEELZEGGEND.

Geroepen om Gods Naam te belijden

In antwoord 32 van de Heidelbergse Catechismus wordt ons voorgesteld dat een christen geroepen is om Gods Naam te belijden. Om in alle eerlijkheid en oprechtheid voor Hem als Meester, Koning en Heere uit te komen. Dat dit niet alleen betrekking heeft op het kerkelijke leven, in het midden van de gemeente, lijkt me duidelijk. Een christen is in het bijzonder geroepen om Gods Naam in het dagelijks leven te belijden. Te beginnen in het eigen gezin en de eigen familie. Bij de eigen vrienden en vriendinnen. Maar ook op school. Tijdens de studie. Op het werk. Ja, een christen draagt de roeping om in het leven van alledag voor Gods Naam uit te komen. Om Hem en Zijn geboden niet te verloochenen. Daarin hebben we de tegenwoordige wereld niet mee. Die wereld gaat steeds meer voorbij aan het bestaan van God. Die wereld laat zich steeds minder leiden vanuit Gods Woord. Die wereld is vol hebzucht, egoïsme en materialisme. Een oprechte christen heeft echter een andere schat leren kennen. De vrede met God, in Christus Jezus zijn Heere. Daar waar de wereld vol vrees een antwoord probeert te formuleren op de dreiging van het coronavirus, daar mag een christen gelovig weten en vertrouwen dat zijn Heere en Heiland regeert. Dat ook deze gebeurtenissen Hem nooit uit de hand lopen. Integendeel. Een christen mag belijden vanuit Gods vaderlijke voorzienigheid te leven. Te midden van alle onrust en onzekerheid mag een christen zijn verwachting en hoop belijden. Wat is het daarom nodig om dagelijks een afhankelijk leven met de Heere te kennen. Om Zijn aangezicht geduriglijk te zoeken (Ps. 105:4). Die verborgen omgang met God was er de reden van dat Daniël en zijn vrienden in het goddeloze Babel staande konden blijven (Daniël 1:8a; 3:16,17; 6:11). Maar een christen is niet alleen geroepen om in het leven van alledag Gods Naam te belijden. Hij is ook geroepen om heel het leven aan God te wijden.

Geroepen om heel het leven aan God te wijden

In antwoord 32 wordt het christenleven kernachtig verwoord. Daar maakt een christen duidelijk dat hij als lidmaat van Christus geroepen is opdat ik ‘mijzelf tot een levend dankoffer Hem offere’. Dat is het leven van een christen ten voeten uit. Een levend dankoffer. Wanneer wij door het oprechte geloof met lichaam en ziel het eigendom mogen zijn van Christus Jezus en Hem erkennen als onze Heere en Heiland, dan maakt Hij aanspraak op ons hele wezen. Dan worden wij geroepen om ons hele leven aan Hem te wijden. Niet alleen ons godsdienstige leven. Niet alleen ons kerkelijke leven. Maar heel ons leven. Ja, dan worden we geroepen om al onze tijd, aandacht en gaven aan Hem en Zijn dienst te besteden. Om al het werk waartoe Hij ons geroepen heeft tot eer van Hem te verrichten. Om daarmee niet in de eerste plaats onze baas te dienen en tevreden te stellen. Maar in de wetenschap dat we op dat werk niemand minder dan de Heere hebben te dienen. Dat Hij ons de gaven en mogelijkheden geeft om Hem op die plaats te dienen met ons werk. Om nauwgezet, eerlijk en betrouwbaar ons werk te doen. Dat kan zijn op de steigers van de bouwplaats, de akker, het kantoor, achter de tekentafel. Waar dan ook. Om zo het werk in ons gezin op te nemen. Onze roeping in het huwelijk te volbrengen. In het besef: de Heere roept mij tot die taak. Ik mag Hem hiermee dienen. Het besef dat heel ons leven een dankoffer voor de Heere heeft te zijn neemt ook de kramp weg tussen het alledaagse leven en het dienen van de Heere. Ook het alledaagse leven is dienst aan de Heere! En in die dienst wordt een christen geroepen om Zijn Naam te belijden, zijn leven aan Hem te wijden. Maar ook om tegen de zonde en de duivel te strijden.

Geroepen om tegen de zonde en duivel te strijden

Ook dat maakt de catechismus duidelijk. Ook al wordt een christen geroepen om zijn plaats in het dagelijks leven in te nemen en Gods Naam daar te belijden. Dat betekent niet dat een christen in alles mee kan, of beter gezegd, mee wil doen. Die dingen die Gods Woord als kwaad benoemt en als zonde afwijst, heeft ook een christen als kwaad te benoemen en als zonde af te wijzen. Juist daar wringt nu de schoen. Want de tegenwoordige wereld vindt het prima als een christen Gods Naam belijdt. Diezelfde wereld vindt het ook prima als een christen zijn leven aan de dienst van zijn Meester verlangt te wijden. Zolang de opvattingen en gedachten van een ander maar gerespecteerd worden en niet als kwaad of als zondig worden beschouwd. En dat kan, dat wil een christen dus niet. Gods Geest heeft zijn hart en wil zó vernieuwd dat er een afkeer van de zonde en een liefde tot Gods wet wordt geboren. Dat wat Gods Woord als zonde afwijst, dat heeft een christen ook als zonde af te wijzen.

Ja, dat heeft consequenties. Dan kunnen en dan mogen we niet in alles van de wereld meegaan. Dan kunnen en mogen we ons niet laten leiden door de opvattingen en verlangens van de wereld. Dan hebben we voor de zonde te vluchten. Dan hebben we afstand te doen van onrecht en onzuiverheid. Om zo als ‘vreemdelingen en bijwoners’ (Ef. 2:19) onze levensweg in gehoorzaamheid aan de Koning van de Kerk te volgen. Dat is niet altijd gemakkelijk. Een christen is niet voor niets geroepen om tegen de zonde en de duivel te strijden. Het eigen vlees is ook na ontvangen genade zo zwak. Maar zij die in afhankelijkheid aan hun Meester in deze strijd volharden zullen zalig worden. Want deze strijd hoeft niet in eigen kracht gestreden te worden. Nee, het is hun Meester die voor hen heeft gestreden en nog altijd biddend voor hen strijdt (Luk. 22:32; Rom. 8:34). Vanwege Zijn voorbidding zullen Zijn gelovigen staande blijven en eenmaal de kroon der rechtvaardigheid (2 Timothéüs 4:8) ontvangen. Daarom mogen zij met vrijmoedigheid Zijn Naam in het leven van alledag belijden, heel hun leven aan Hem wijden en in Zijn kracht dagelijks tegen de zonde en de duivel strijden.

Hardinxveld-Giessendam, ds. B.D. Bouman

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Belijdenis doen in het dagelijks leven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 2020

Kerkblad | 24 Pagina's