Nieuwsgierige filosofen
“Wat een afgoderij!” Mompelt paulus in zichzelf. Boos loopt hij door de straten van de beroemde stad athene. Hier een afgodsbeeld, daar een altaar, iets verderop een tempel. De hele stad staat er vol van…
Paulus gaat naar de synagoge en naar de markt. Hij spreekt veel mensen aan. Gewone burgers, maar ook filosofen. Die filosofen willen graag nieuwe dingen horen. „Kom mee naar de Areopagus”, zeggen ze. Daar krijgt Paulus het woord:
Vragende ogen
„Mannen van Athene”, zegt hij, „ik merk dat jullie enorm godsdienstig zijn. Ik zag zelfs een altaar voor de onbekende god. Deze God - Die jullie dienen zonder dat je Hem kent - daar wil ik over vertellen.”
Met vragende ogen kijken de filosofen Paulus aan. Ah, een onbekende God? Daar willen ze wel wat over horen. Paulus vertelt: „De God die de aarde gemaakt heeft, woont niet in tempels. Daar is Hij véél te groot voor! Hij heeft Zelf de mens gemaakt. Zou het nodig zijn dat mensen voor Hem zorgen? Natuurlijk niet, Hij zorgt voor de men-sen, Hij geeft hun adem. Hij wil dat alle mensen Hem zoeken, zodat ze Hem zullen vinden. Het is niet zo dat God ver weg is, Hij is dicht bij ons.”
Interessant
Alle aandacht gaat naar Paulus. Dat is interessant, wat die man zegt! Totdat Paulus vertelt over de Man, Die opgestaan is uit de dood. Maar dan begint iedereen door elkaar te roepen. „Stop, hou op!”, „Wat een onzin!” Paulus kan niet verder praten. Is alles nu voor niets? Nee. Sommigen komen tot geloof: Dyonisius, een belangrijke rechter. En Damaris, een vooraanstaande vrouw. En nóg meer mensen.
Paulus vertrekt. Hij laat de stad Athene achter zich. Een godsdienstige stad, maar zo weinig mensen met God in hun hart.
Weetje
Athene stond bekend om de vele tempels voor verschillende goden.
Op de Areopagus kwamen vaak de rechters bij elkaar.
De Areopagus was een rotsachtige heuvel, met stoelen in de rotsen uitgehouwen.
3 Vragen
1. Welke Man bedoelt Paulus, Die uit de doden is opgestaan?
a. Lazarus
b. De Heere Jezus
2. Welke mensen komen tot geloof?
a. Dyonisius en Damaris, en anderen
b. Silas en Timotheüs
3. Lees Handelingen 17: 30. Wat wil God?
a. Dat de mensen alle beelden kapot maken
b. Dat alle mensen zich bekeren
Lees: Handelingen 17 vers 16 - 34
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 april 2016
Kits | 32 Pagina's