Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet kunnen opgaan – vruchten van onze zonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet kunnen opgaan – vruchten van onze zonden

2 minuten leestijd

Over droefheid vanwege het niet kunnen opgaan naar Gods huis wordt in verschillende levensgeschiedenissen geschreven. Treffend is wat Grietje Verschoor-Dekker daarover schreef.

Grietje Dekker werd op 14 juni 1865 in Maasland geboren. Haar ouders waren Job Dekker en Jorijntje Vermeer. Op 1 juni 1888 trouwde ze met Dirk Verschoor (1865-1944). Ze is op 8 juni 1942 in Delft overleden. Het echtpaar Verschoor vestigde zich in Delft, en daar kwam men in aanraking met een Ledeboeriaanse gezelschapskring, die geleid werd door Jacobus Boot. Uit de levensgeschiedenis van Grietje Verschoor-Dekker werd in Oude Paden van december 2018 iets weergegeven onder de titel Een verdrukking van tien dagen. Nu volgt wat zij schreef over kerkelijke belasting.

‘Wij moesten ieder jaar kerkelijke belasting betalen in Delft in de Hervormde Kerk, maar hadden daar op tegen in ons gemoed. Ik ging dat zelf eens betalen en vroeg om de kerk eens te mogen zien. Maar wat ik toen gevoelde! Ik stond daar in het huis des Heeren en zag de preekstoel, waar vroeger de van God gezonden leraars stonden, als Gods mond, om als de zonen Zadoks het kostelijke van het snode te scheiden. En daar lag nu het Woord Gods voor mij gesloten. O, ik heb daar bitter staan wenen. Vroeger werd er gezongen: ‘Jeruzalem, dat ik bemin’ (Ps. 122:1). Maar nu moeten wij zingen: ‘Wij hebben God op ‘t hoogst misdaan’ (Ps. 106:4). Ja, wij en onze vaders hebben de Heere doen wijken. O, wanden mijns harten, maak getier in mij, want het zijn vruchten van onze zonden dat wij niet kunnen opgaan, en wij kunnen nu belasting betalen om het erfdeel van onze vaderen te helpen onderhouden. Want wij zijn niet op onze plaats in onze huizen. Wij behoren op te kunnen gaan, laat ons dat tot diepe droefheid wezen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019

Oude Paden | 64 Pagina's

Niet kunnen opgaan – vruchten van onze zonden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019

Oude Paden | 64 Pagina's