Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AOW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AOW

2 minuten leestijd

Het kabinet en sociale partners hebben begin deze zomer definitief een overeenstemming bereikt over de uitwerking van het nieuwe pensioenakkoord.

Wat betekent dat voor de werkenden?

De AOW-leeftijd is tot en met 2021 bevroren op 66 jaar en 4 maanden. Daarna stijgt deze leeftijd minder snel dan voor het sluiten van het pensioenakkoord in 2019. Deze regeling is inmiddels vastgelegd in de wet.

Werkenden krijgen meer mogelijkheden om eerder te stoppen met werken. In de periode 2021-2025 kunnen werknemers maximaal 3 jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd stoppen. De werkgever kan gedurende deze periode een uitkering verschaffen die overeenkomt met de netto AOW-uitkering. Hiervoor moeten afspraken worden gemaakt in de cao of individueel tussen werkgever en werknemer.

De mogelijkheid om ineens een bedrag van het pensioen op te nemen gaat per 1 januari 2022 in. Het gaat om maximaal tien procent van het opgebouwde pensioen.

Het wordt voor iedere werkende gemakkelijker pensioen op te bouwen. Ook voor de werkenden die nu niet voor hun pensioen premie afdragen.

Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.

Daarnaast komt er ook de mogelijkheid om extra te sparen voor verlof. Ook zijn er afspraken gemaakt over het vereenvoudigen van het nabestaandenpensioen.

De grootste verandering van het nieuwe pensioenstelsel is de wijze van pensioenopbouw. Vanaf 2022 wordt de premie leidend in het stelsel, terwijl nu het op te bouwen pensioen meestal als uitgangspunt wordt genomen. Straks is de premie leidend en veert de pensioenopbouw mee, naar boven of naar beneden. Er wordt dus afgestapt van garanties en de rekenrente wordt vervangen door een projectierendement.

In het nieuwe pensioenstel gaat het pensioen dus meebewegen met de economie. De premie van werkenden wordt, net als nu, onder andere belegd in aandelen en vastgoed. Rendementen worden straks minder gebruikt om hoge buffers op te bouwen en meer gebruikt om het pensioen te laten groeien. Hierdoor ontstaat er sneller zicht op indexatie en dus op hogere pensioenuitkeringen. Maar het omgekeerde is ook het geval: negatieve rendementen zullen ook eerder leiden tot lagere pensioenuitkeringen. Zoals bij veel beleidsmaatregelen is er dus sprake van zoet en zuur. Daarmee zullen werkenden en gepensioneerden moeten leren leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020

RMU.NU | 48 Pagina's

AOW

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020

RMU.NU | 48 Pagina's