Ik ben de Weg (5)
Lezen: Jesaja 40:1-11, tekst: Johannes 14:6 Jezus vergelijkt Zichzelf met een weg. Hij is de Weg tot de Vader. Niemand komt tot de Vader dan door Hem. Hij is dé Weg.
De woorden „Ik ben de Weg” hebben een unieke betekenis door de Persoon van Christus, Ziende op het Paschalam noemt Hij Zichzelf zo en Hij legt aan Zijn discipelen met deze vergelijking de betekenis van Zijn Persoon en werk uit.
Hij is de Weg tot de Vader én de Weg van de Vader tot zondaren. „Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien”, zo omschrijft Jezus het unieke karakter van deze weg.
In het Oude Testament staat een unieke combinatie: „de weg van de Heere”. Bijvoorbeeld in Jesaja 40:3: „Bereidt den weg des Heeren, maakt recht in de wildernis een baan voor onzen God.” Hier betekenen de woorden „de weg des Heeren”: de weg die God aflegt om tot Zijn volk in de ballingschap te komen. Op dezelfde weg brengt Hij Israël terug tot het beloofde land Kanaän.
Het Nieuwe Testament werkt de betekenis van deze oudtestamentische uitdrukking verder uit. Zo opent Markus zijn evangelie met een citaat van Jesaja 40:3 in combinatie met een ander vers: „Zie Ik zend Mijn engel die voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal.”
Met deze engel bedoelt Markus Johannes de Doper. Hij gaat vooruit om de weg (Uw weg!) van Jezus Christus, de Zoon van God te bereiden.
Vervolgens werkt Markus de vervulling van deze oudtestamentische belofte uit. Jezus belichaamt, vervult en legt uit wat ”de weg van de Heere” inhoudt.
Dit weet Christus zelf ook. In dat besef vergelijkt Hij Zichzelf met ”de weg”. Zó werpt Jezus nieuw licht op de oudtestamentische geschiedenis van Israël. Gods verlossing van Zijn volk uit de ballingschap, het terugbrengen van Israël tot het land van Gods belofte, waren toen én bewijzen van Gods grote daden voor Zijn volk én vooruitwijzingen naar de volkomen verlossing van Gods volk door Jezus Christus. Hij is de weg van de Heere.
”Ik zou dus niet zijn, mijn God, totaal niet zijn, als Gij niet in mij waart. Of kan ik beter zeggen: ik zou niet zijn, als ik niet was in U.” (Augustinus)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 september 2020
Terdege | 136 Pagina's