Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ten geleide

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ten geleide

4 minuten leestijd

Vorig jaar publiceerde Arnold Huijgen een boek over het gelovig omgaan met de Bijbel. In Lezen en laten lezen wil hij een kleine hermeneutiek bieden zonder hermeneutische regels te formuleren die op allerlei prangende kwesties kunnen worden toegepast, omdat hij beducht is voor de rationalisering van de schriftinterpretatie.

Volgens Kees van der Kooi blijkt uit deze publicatie dat Huijgen een theologie aanhangt met rafelranden omdat de levende God – anders dan die van de aristotelische metafysica − zich laat raken in de omgang met zijn volk; Lezen en laten lezen is niets minder dan een theologisch programma (recensie op www.theoblogie.nl).

Als redactie van Theologia Reformata beseffen we hoe aangelegen de kwestie van hermeneutiek is. Daarom vinden wij het gepast en nodig om aan de indringende vragen die hier aan de orde zijn een bijdrage te leveren. We hebben niet de illusie dat het laatste woord hierover gezegd kan worden. Wel willen we in dit themanummer de vragen die in het geding zijn voor het voetlicht brengen. In dit nummer van Theologia Reformata borduren de auteurs op verschillende wijzen voort op het boek van Huijgen. Soms kritisch, soms meer constructief, maar steeds gericht op de verdere doordenking van de vragen die hij aan de orde stelt.

Eep Talstra reflecteert in het eerste artikel op de hermeneutiek vanuit het gegeven dat God in de bijbelse teksten – die een lange geschiedenis hebben – Israël persoonlijk aanspreekt. Hij deelt Huijgens zorg over het rationalisme maar vraagt hem wel waarom de ziel het laatste woord krijgt. Hij vreest dat het ambacht van de (historische) exegese zal lijden aan de benadering van Huijgen. Marco de Wilde breekt vervolgens een lans voor de inerrancy van de Schrift waarvan vaak een vertekend beeld geschetst wordt en exploreert de hermeneutische implicaties van die visie op de Schrift. De bijdrage onder de titel ‘De Geest is geen scepticus; de hele Luther’ (Van Vlastuin) toetst Huijgens beroep op Luther en betoogt dat de huidige hermeneutische wending de Schrift zelf de mond niet mag snoeren bij morele en historische claims. Bovendien dient de persoonlijke rechtvaardiging de grondtoon in de theologische bezinning te blijven. Hans Burger stelt vervolgens dat de hermeneutische reflectie impli-ceert dat zowel de geïnterpreteerde Schrift als de interpreterende lezer in de geschiedenis is ingebed en dat de heiliging als vernieuwing van ons denken niet vergeten mag worden. Het laatste artikel ‘Schriftuur, natuur en cultuur: Over de noodzaak van hermeneutische regels’ (Van den Belt) betoogt dat prangende hermeneutische kwesties vaak te maken hebben met de spanning tussen de Bijbel enerzijds en de door God geschapen natuur en de in de geschiedenis gevormde cultuur anderzijds. Hermeneutische regels kunnen helpen om willekeur bij de uitleg te vermijden.

De bijdragen van Talstra, De Wilde, Van Vlastuin en Van den Belt zijn bewerkingen van de reacties op Huijgens boek die zij gaven op de studiedag ‘Gelovig omgaan met de Bijbel’ in de Victorkerk in Apeldoorn op 30 oktober 2019. We zijn Arnold Huijgen dankbaar dat hij bereid was om op de artikelen te reageren en vooral dat hij aan het slot van zijn artikel de vraag beantwoordt hoe de gereformeerde theologie verder kan. Uitgaande van de vroegkerkelijke regula fidei, als kern van de christelijke geloofsbelijdenis, stelt hij voor om de Bijbel kerkelijk, exegetisch en vooral theologisch te lezen. In gemeenschap met de kerk van alle tijden en plaatsen, gegrond in een gedegen exegese die wellicht meer nieuwe vragen oplevert dan antwoorden op onze vragen, en vooral theologisch, dat wil zeggen in ontvankelijkheid voor de God die spreekt.

De meditatie is van de hand van G. van Zanden. In het focusartikel bespreekt W. van Vlastuin het werk van Andreas Kinneging, De onzichtbare MAAT. De reflexen zijn van de voorzitter van de redactie J. Hoek.

Hermes, de zoon van Zeus, is in de Griekse mythologie de boodschapper van de goden. Het woord hermeneutiek is daarvan afgeleid. Hermes wordt - vanwege het voortdurend heen en weer pendelen - vaak afgebeeld als pelgrim en is de patroon van de reizigers. Bijbelse hermeneutiek is pelgrimstheologie, het luisterend nadenken van mensen onderweg...

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

Theologia Reformata | 122 Pagina's

Ten geleide

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

Theologia Reformata | 122 Pagina's