‘Wie de wereld wil begrijpen, moet eerst zichzelf kennen’
Over mr. L.J.M. Hage, een bevlogen duider van zijn tijd
Op verzoek van ds. H.A. Abma – zoon van – ben ik de afgelopen maanden in de archieven gedoken op zoek naar de visie van mr. L.J.M. Hage (1917-2007) op de internationale politiek. Voor Abma jr. was Hage – advocaat, leraar aan de Driestar, erudiet schoonzoon van ds. G.H. Kersten en ‘het liefst onzichtbaar trekkend aan vele touwtjes’ – een ‘grote stimulans’ geweest om zich bezig te houden met het blad Onderling Kontakt, later Zicht.
Dat de ideeën van Hage mij, eerlijk gezegd, geheel onbekend waren, vormde des te meer reden om de archieven in te duiken op zoek naar verborgen schatten. Dat bleek al snel zeer de moeite waard. Hage was namelijk een bevlogen duider van het wereldgebeuren in zijn tijd. Zijn kennis en interesse waren breed en diepgaand. Met eenzelfde geestdrift beschreef hij politieke ontwikkelingen in India, Iran, Angola, Duitsland, China, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, of duidde hij de communistische leer of de buitenlanddoctrines van Carter en Kissinger. Daarbij zocht Hage steevast naar de diepere verbanden van oorzaak en gevolg, naar de ware motieven van wereldleiders, naar de essentie der dingen. En dat alles in zorgvuldig gekozen, kleurrijke bewoordingen.
Dit artikel biedt een bloemlezing van de boeiende ideeën waarmee Hage bij de SGP de luiken opende naar de wereld, met een speciale focus op Europa en de Verenigde Staten. Van daaruit worden parallellen getrokken naar de wereld van vandaag.
ROEPING EN RÉVEIL
Laten we echter beginnen met Hage’s ideeën over de fundamentele roeping van een christenpoliticus. Om zijn roeping te ontdekken moet een christenpoliticus zich, aldus Hage, allereerst afvragen wat zijn wereld het meest wezenlijk bedreigt. Volgens Hage is dat de ontkerstening, geestelijk nihilisme, een leven ‘dat geen enkele blijvende waarheid meer erkent’. 1
Deze woorden zouden vandaag gesproken kunnen zijn. Waarheidsclaims worden ouderwets of zelfs ronduit kwalijk geacht. De zelfbepalende individuele mens is het absolute uitgangspunt geworden. Hem of haar mag geen strobreed in de weg gelegd worden – zelfs als het gaat om kwetsbare zaken als de bescherming van het leven of de seksuele moraal. 2
De weg uit dit nihilisme was volgens Hage een reveil, een geestelijke opwekking, in een wereld die ‘in het aanvoelen van de zinloosheid van het levensgevoel onbewust schreeuwt om herkerstening’. In dat réveil zag Hage een rol weggelegd voor Bijbelvaste politici. ‘Wanneer we leven in een wereld waarin we (…) dagelijks midden in die onafzienbare menigte geplaatst worden, mag dan hij of zij die in de waarheid is opgevoed zwijgend aan die menigte voorbijgaan? Of moeten zij tot die menigte van ‘mondige’ mensen, die eigenlijk de leegte van hun leven ergens aanvoelen, zeggen dat Eén hun meester is, namelijk God!’ 3
‘GEEN NEEZEGGERS’
Hiermee heeft Hage trefzeker verwoord waar het op aan komt. Naar Boven wijzen, dát is de grootste verantwoordelijkheid van een christenpoliticus in onze post-christelijke maatschappij. Juist daarom mag de SGP niet wereldvreemd zijn. In de woorden van de oud-Driestar-docent: ‘We zijn geen neezeggers en leven niet achter een Chinese muur. Er is iets positiefs naar buiten te brengen!’ 4 Dit kenschetst het verlangen van de SGP vandaag. Niet van maar wel in de wereld zijn. Op Bijbelse gronden betrokken zijn op het wel en wee van de naaste dichtbij en ver weg. Binnen het Nederlandse buitenlandbeleid moeten de kernwaarden vrede, verbondenheid en gerechtigheid daarom wat de SGP betreft hoog in het vaandel staan.
De wereld waarin wij staan was ten tijde van Hage – pakweg de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 – in veel opzichten anders dan nu. Zijn tijd stond zwaar in het teken van de Koude Oorlog. Onze tijd kenmerkt zich door fenomenen als een gigantisch toegenomen wereldhandel, afnemende macht van de Verenigde Staten ten faveure van landen als China en Rusland, een dominante ‘gender-agenda’, oorlogen tegen islamitisch terrorisme, nieuwe vormen van (asymmetrische, hybride en online) oorlogvoering, en steeds verdergaande Europese integratie. Maar net als ‘toen’ wordt ook onze tijd gekenmerkt door ontkerstening. Ook nu is een opwekking nodig – misschien wel meer dan ooit. Ook onze tijd vergt een scherp en grondig begrip van het wereldgebeuren, om zo te ontdekken waar het op aan komt.
Laten we in dat kader verder inzoomen op Ha-ge’s gedachten over twee werelddelen die ook in het hedendaagse politieke debat vaak centraal staan: Europa en de Verenigde Staten.
AFSCHEID VAN EUROPA
In heldere volzinnen schetste Hage begin jaren ‘60 de veranderende rol van het ‘oude continent’ Europa op het wereldtoneel. ‘Europa, dat eeuwenlang het monopolie van wetenschap, kapitaal, politieke kennis en macht heeft gehad, heeft moeten toezien dat deze machtspositie zich verplaatst naar andere mogendheden, die thans het zwaartepunt de wereldgeschiedenis vormen: Amerika en Rusland. (…) Het gaat dus (…) ook om een werelddeel dat afscheid heeft te nemen van een geweldig verleden.’ Deze ontwikkeling biedt volgens Hage ook kansen: ‘Afscheid (…) kan een positieve inhoud krijgen. [Het] maakt onbevooroordeelde oriëntatie in een nieuwe situatie mogelijk. Oriëntatie kan aldus een geweldige winst opleveren, wanneer zij, op grond van haar bevindingen, leidt tot heroriëntatie naar de toekomst.’ 5
Deze (her)oriëntatie heeft volgens Hage naast een Europese en internationale ook een nationale dimensie: ‘De levenshouding, de problematiek, de geestesstructuur van de Nederlander en daarmee van de samenleving heeft geleidelijke, maar daarom niet minder ingrijpende veranderingen ondergaan. Wij hebben ons daarom niet alleen te oriënteren in een veranderende wereld om ons heen, maar ons ook de vraag te stellen welke krachten onze eigen samenleving zijn gaan beheersen of dreigen te gaan beheersen.’ 6
Treffend aan deze analyse is enerzijds het optimisme dat verandering nieuwe kansen biedt, en anderzijds het realisme: wie de wereld wil begrijpen, moet ook zichzelf kennen. Daarvoor is bezinning nodig op het eigene van de situatie waarin men zich nationaal en internationaal bevindt. We moeten weten ‘welke krachten onze wereld omwoelen en van gezicht doen veranderen.’ 7 Concreet gaat het volgens Hage om de ‘krachten’ van de techniek en de economie, die ervoor zorgen dat de ‘oude grondslagen’ waarop internationale samenwerking rustte zijn weggevallen en het verband tussen het verleden en het heden is verloren.
DE MAAT AANGEVEN
De rol van politici ligt daarbij niet meer in het beheersen van de krachten die de wereld voortdrijven, maar hoogstens in het kanaliseren, in het richten daarvan. Hier gebruikt Hage een parel van een beeldspraak: ‘In de termen van de muziek uitgedrukt zouden we kunnen zeggen: techniek en economie geven de wijs aan, de politiek hoogstens de maat.’ 8 Zoals altijd geeft ook hier het beeld niet de volledige werkelijkheid weer. Technische en economische ontwikkelingen zijn immers geen autonome krachten - zij worden ook actief in gang gezet en gebruikt. Frappant genoeg zijn het in Europees verband vaak juist politici en ambtenaren die andere politici buitenspel zetten. De ambitieuze Commissieplannen voor steeds verdergaande Europese integratie rechtvaardigen de vrees dat nationale politici langzaam maar zeker van het toneel verdwijnen. Zodat wellicht uiteindelijk de wijs noch de maat in Den Haag bepaald wordt.
Als die afnemende invloed al geldt voor politici in het algemeen, dan zeker ook voor een christenpoliticus. Christelijke samenlevingsidealen staan grotendeels buitenspel. Dat moet echter niet moedeloos maken, maar extra aanmoedigen. Ook tot kritische bezinning. Hoe beïnvloedt het technisch en economisch denken – de maakbaarheidsgedachte – de Westerse welvaartsstaat maar ook ‘bouwwerk Europa’ vandaag? Is de SGP zelf vrij van dit denken? Bouwen wij vrolijk mee aan deze aardse paradijzen, en waarom? Maakt dit ons erkentelijk of juist geestelijk onafhankelijk? Een andere cruciale vraag is: hoe dragen wij bij aan vrede en rechtvaardigheid in tijden van – dat is die andere kracht die Hage benoemt – verkilling van menselijke banden en vermaterialisering van het denken; kortom, in tijden van individualisering? Welk Bijbels gefundeerd antwoord kunnen wij bieden op de vrije seksuele moraal, de uitholling van huwelijk en gezin, de relativering van de waarde van het leven?
Het zou geweldig zijn als de hedendaagse christenpoliticus bij het doordenken en beantwoorden van deze vragen – bij Bijbels licht – zowel de wijs als de maat durft aangeven. Hoe dan ook raakt het beantwoorden van al deze vragen de kerntaak van een christenpoliticus: ‘Een wereld en een cultuur te doordringen van de onwankelbare waarheid en het blijvende richtsnoer, dat alleen Gods heilig Woord ons geven kan.’ 9
‘AMERICA FIRST’
Eén van Hage’s andere favoriete thema’s was de Amerikaanse buitenlandpolitiek, die eveneens met welluidende volzinnen geduid wordt. Over de Verenigde Staten als land schrijft hij: ‘Amerika, supermogendheid van de 20e eeuw, nakomeling bovendien van Europa, die het beginsel van vrijheid van de Westerse beschaving onverzwakt heeft gehandhaafd, lijkt wel bij uitstek aangewezen om voor de Westerse wereld, waaruit hij is voortgekomen, te dienen als centrum voor de opbouw van een nieuwe toekomst te midden van deze verwarde wereld.’ 10
Ondanks dit optimisme toonde Hage zich zeer bewust van de verschillende beelden en meningen over de VS: ‘Zo rijst het gangbare alledaagse beeld van Amerika voor ons op: machtig, energiek, doortastend, organisatorisch geweldig begaafd, maar tenslotte handelend en levend uit praktische en zakelijke motieven, maar niet uit echte idealen. Het is een sterk vergrofd en vertekend beeld van Amerika dat we aldus in ons omdragen (…) Er is te spreken van een Amerikaans idealisme, dat aan het handelen van deze natie op nationaal en internationaal terrein een geweldige kracht verleent.’ 11
Bij tijd en wijle zette Hage zijn woorden graag kracht bij vanuit het werk van anderen: ‘De journalist Améry haalt in zijn boek Het moderne Westen een uitspraak aan van de Brit Chesterton, die ik hier ten dele weergeef: ‘Amerika is het enige land ter wereld, dat op een geloof is gegrondvest. Dit geloof is met dogmatische, ja theologische overtuigingskracht in de onafhankelijkheidsverklaring uiteengezet. Het verkondigt, dat alle mensen gelijke aanspraken op gerechtigheid hebben.’ 12 Dit gelijkheidsbeginsel is inderdaad een kerngedachte binnen de Amerikaanse constitutie. Maar in de praktijk van het buitenlandbeleid zien we vaak een combinatie van eigenbelang en idealisme. Het buitenlandbeleid moet – zeker binnen de ‘America First’-doctrine van president Trump – vooral het nationale belang dienen. Maar daarbij worden de kaders van het internationaal recht niet vaarwel gezegd. Als het even kan laten de VS economisch en politiek eigenbelang samengaan met het bevorderen van veiligheid en mensenrechten.
SOLIDE TRANS-ATLANTISCHE BETREKKINGEN
De discussie over Amerika als idealistische of juist zelfzuchtige supermogendheid, wordt tot op de dag van vandaag gevoerd. De toon is mijns inziens wel verhard. Voor velen is de VS allang niet meer het aangewezen land om ‘de Westerse wereld te dienen als centrum voor de opbouw van een nieuwe toekomst te midden van deze verwarde wereld.’ Juist de ‘America First’-gedachte brengt Amerika voor velen in moreel opzicht naar de laatste plek. Hoe dan ook lijkt het erop dat de Amerikaanse invloed in de wereld feitelijk is afgenomen. Dat heeft verschillende oorzaken. In het kader van de strijd tegen het terrorisme bleek het eenvoudiger de oorlog dan de vrede te winnen. De afwachtende houding van president Obama creëerde bewegingsruimte voor landen als Rusland en Turkije. De opmars van grootmachten als India en China is nauwelijks te stuiten. Onder president Trump is het Amerikaanse buitenlandbeleid onvoorspelbaarder geworden. Enerzijds houdt de ‘America First’-gedachte in dat de VS zich – vooral uit eigenbelang – nadrukkelijk met het Koreaanse schiereiland, de Zuid-Chinese Zee of het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk bemoeit. Anderzijds wordt het pad ingeslagen van meer isolationisme en afzijdigheid. In deze tijden van verandering blijft de SGP zich sterk maken voor solide trans-Atlantische banden.
ZOEKEN EN TASTEN
Wat dit alles betekent voor de rest van de wereld, en voor Nederland, is vooralsnog een grote zoektocht. Een zoektocht die ook Hage treffend beschrijft: ‘Onze wereld, op drift sinds 1939, blijkt nog in onze jaren politieke stroomversnellingen op te leveren, die aan beoordeling van de mens onttrokken schijnen. De problematiek van het heden beweegt zich buiten de grenzen van de politieke ervaring, die het verleden aan vorige generaties had geschonken. Het is duidelijk hoezeer de Tweede Wereldoorlog en de ontwikkelingen daarna ons hebben gebracht naar een wereldsituatie, die haar weerga niet vindt en die slechts zoekend en tastend kan worden benaderd.’ 13
In die zoektocht moeten de kernwaarden van vrede, gerechtigheid en verbondenheid ons houvast bieden. 14 Het bevorderen daarvan vraagt steeds opnieuw doordenking van waar de immer veranderende wereld om vraagt. Het vergt ook een realistische benadering. Het is bijvoorbeeld zinloos om internationaal te denken en tegelijkertijd provinciaal te redeneren. Om naar vrede te streven zonder zich te verdiepen in de mentaliteit van de ander of van de tegenstander. 15 Onze inspanningen vergen, kortom, weloverwogen en ‘slimme’ keuzes. 16
TOT SLOT
Zo heeft Hage – vaak met behulp van kleurrijke beeldspraak – het wereldgebeuren in zijn tijd treffend geschetst. Graag geef ik een laatste voorbeeld van zo’n rake beeldspraak, waarin Hage de wereldpolitiek vergelijkt met een trein in volle vaart. ‘De trein blijft nog wel in de rails, maar het traject is eindeloos lang en zonder duidelijk aanwijsbaar eindpunt. Bovendien zijn op dat onafzienbare traject zoveel wissels, bekende en onbekende, dat een ontsporing telkens mogelijk is.’ 17 Je ziet het voor je, je voelt de spanning: waar gaat het naar toe; blijft de trein op de rails? Vanuit Gods Woord mogen we weten: het komt goed, omdat God regeert. Hij verbreekt de boog en slaat de spies aan twee. Hij doet de oorlogen ophouden tot aan het einde der aarde (Psalm 46).
Hage’s inzichten van drie à vier decennia terug zijn opvallend relevant voor de wereld van nu. Zijn bijdragen laten zien hoezeer ‘oude antwoorden’ relevant kunnen zijn voor actuele vragen. Er is ten diepste immers niets nieuws onder de zon (Prediker 1:9). Tegelijkertijd vragen de hete vuren van vandaag om innovatief blusmateriaal. Dat begint bij het onderzoeken van de eigen tijd en samenleving bij het licht van de Bijbel. Schatten wij deze gave, die in het Evangelie ‘profetie’ genoemd wordt, voldoende op waarde? Laten we, in navolging van Hage’s oproep, te midden van het woeden der wereld allereerst naar Boven wijzen, gehoorzamend aan het appel van Christus om te streven naar vrede en gerechtigheid.
NOTEN
1 Interview met L.J.M. Hage door W. Büdgen getiteld ‘De ontspanningspolitiek van Henri Kissinger’, 30 januari 1976. Online raadpleegbaar via https://www.digibron.nl/search/detail/012f0bce2f4a014fa288032f/de-ontspannings-politiek-van-henri-k-ssinger/7.
2 Op de hedendaagse ontwikkelingen op het vlak van seksualiteit en ‘gender’ is uitgebreid in gegaan in het voorgaande nummer van Zicht (2017, nr. 4).
3 Zie noot 1
4 Interview met L.J.M. Hage door drs. K. van der Zwaag getiteld ‘Politieke idealen zijn verbleekt ten gunste van cijfers en procenten’, 1 oktober 1995. Online raadpleegbaar via https://www.digibron.nl/search/detail/dc0dcc510323bfa41e39c1b974751151/politieke-idealen-zijn-verbleekt-ten-gunste-van-cijfers-en-procenten/4.
5 Onderling Kontakt 1962 (03), ‘Afscheid van het verleden I’, p. 13-16.
6 Idem.
7 Idem.
8 Onderling Kontakt 1963 (01), ‘Afscheid van het verleden III’, p. 9-14.
9 Idem.
10 Onderling Kontakt 1964 (01), ‘Amerika I’, p. 3-7.
11 Onderling Kontakt 1964 (02), ‘Amerika (II)’, p. 3-8.
12 Idem.
13 Onderling Kontakt 1966 (03), ‘Amerika’s weg in de wereldpolitiek (III)’, p. 2-7. 14
14 Dit zijn de kernprincipes in de buitenlandparagraaf van het SGP-verkiezingsprogramma 2017-2021.
15 Onderling Kontakt 1971 (04), ‘Amerika in tweestrijd’, p. 29-40.
16 Dat elk vraagstuk een eigen antwoord vergt, besefte de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger overigens ook. Hij benadrukte dat er zo veel mogelijk gestreefd worden naar machtsevenwicht, maar kan er geen uitgewerkte ‘blauwdruk’ van te voeren politiek worden opgesteld; ‘geen bouwtekening zoals een architect maakt voor de bouw van bijvoorbeeld een flatgebouw’. Dit werd aangehaald door Hage in het in noot 1 genoemde interview. Zie ook het essay van L.J.M. Hage, ‘Crisis der Zekerheden’, 1 juni 1979. Online raadpleegbaar via https://www.digibron.nl/search/detail/f013c4322ce64e4184430fc398cc5f63/crisis-der-zekerheden/23.
17 Zie noot 1.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2018
Zicht | 112 Pagina's