Christelijk burgerschap bij Guido de Brès
Guido de Brès fungeert als een ijkpunt in het nadenken over de taak van de overheid en direct daarmee verbonden de vraag van christelijk burgerschap. In de discussie over de juiste uitleg van artikel 36 van de NGB is het laatste woord nog niet gesproken. Bevat zijn eerstelingsgeschrift Het wapen van het christelijk geloof misschien aanwijzingen hoe je als christen geroepen bent invulling te geven aan je burgerschap?
Het antwoord kan teleurstellen. Na bestudering van de tekst, moet de lezer overtuigd zijn dat wij geen ketters zijn, maar staan op het fundament van de apostelen en profeten én dat wij de kerkvaders aan onze zijde hebben. Later voegt hij zelfs een geheel nieuw hoofdstuk toe over de burgerlijke overheid en haar macht. ‘Helaas’ schrijft hij meer over de overheid dan over burgers en burgerschap.
Leerling Van Augustinus
Wanneer christelijk burgerschap niet expliciet gethematiseerd wordt, wat valt er dan tussen de regels door te lezen? Bekende woorden over God Die de machten geordineerd heeft (Romeinen 13), de oproep van Petrus om alle menselijke ordening onderdanig te zijn (1 Petrus 2) en de aansporing om te bidden voor allen die een hoge positie bekleden (1 Timothëus 2) worden meer dan eens geciteerd. Verrassend was voor mij om tijdens het werk aan de teksten te ontdekken dat De Brès niet alleen toegang had tot Franse boeken, maar ook laat zien dat hij geleerd heeft om Latijnse teksten te lezen. Het laatste citaat in Het wapen heeft hij gevonden in een boek dat in het Latijn is geschreven. Kerkvader Augustinus denkt na over de vraag welke gehoorzaamheid je als christen verschuldigd bent aan een heidense keizer. Dat stelt de vraag naar goed christelijk burgerschap in een ander daglicht. Nadenken over deze vragen is geen achterhaalde zaak, maar staat in een respectabele traditie die via kerkvader Augustinus teruggaat tot op de woorden van de Schrift! Augustinus past Romeinen 13:1 toe op zijn eigen situatie: ‘Vandaar komt het dat wij een heiden, die met macht en autoriteit bekleed is, eren hoewel hij het niet waardig is, want hij verkrijgt zijn positie van God, maar dankt er de duivel voor.’ Het gaat om de erkenning van de positie die God verleend heeft.
Historische Vergissing
Enkele jaren later horen we op indrukwekkende wijze terug hoe De Brès hetgeen hij van Augustinus geleerd heeft, gebruikt in de brief aan de koning, die voorafgaat aan de tekst van de geloofsbelijdenis. Het is een historische vergissing, waardoor we onszelf tekortdoen, dat tot op de dag van vandaag de tekst van de geloofsbelijdenis wel wordt uitgegeven, maar dat niet standaard de tekst van deze belangrijke brief wordt doorgegeven aan een volgende generatie. De Brès laat zich in zijn hart kijken, waar het gaat om burgerschap en gehoorzaamheid onder zeer moeilijke omstandigheden. ‘De profeten, de apostelen en ook de leden van de eerste Kerk van Jezus Christus zijn bezwaard en, naar het uiterlijk en naar het vleselijk oordeel van de mensen, verdrukt met gelijke lasteringen. Maar evenals zij in hun tijd openlijk getuigd en geprotesteerd hebben, zo protesteren en betuigen wij nu voor God en Zijn engelen, dat wij niets meer begeren dan gehoorzaam aan de overheden in zuiverheid van geweten te leven, God te dienen en ons naar Zijn Woord en heilige geboden te hervormen.’
Niet De Omslag, Maar De Inhoud
Voor een volgende generatie zijn dit belangrijke woorden om ook op school vertrouwd mee te raken. Nog belangrijker is het dat christelijke onderwijzers jonge mensen de woorden van de Schrift leren lezen. Kerkvader Hieronymus vermaant Leta om haar dochter vanaf de wieg vertrouwd te maken met de Heilige Schrift. Via De Brès komen de woorden tot ons: ‘Laat zij de Heilige Boeken liefhebben in plaats van kostbaar gesteente en zijde. Dat aan die boeken niet de kleurige leren omslag haar bekoort, maar de heldere en zuivere wijsheid die naar het geloof is.’ Wat een eervolle taak om een nieuwe generatie zo voor te bereiden op christelijk burgerschap!
Op pag. 75 in deze Zicht vindt u de recensie van de onlangs onder redactie van Dr. Moehn uitgegeven kritische editie van Het wapen van het christelijk geloof.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 2024
Zicht | 84 Pagina's