De maanzieke jongen
Een grote groep mensen loopt over straat. Iedereen praat door elkaar en het klinkt helemaal niet vriendelijk. De Schriftgeleerden maken ruzie met het volk en de discipelen. Maar wat is er aan de hand? Als ze Jezus zien, stappen ze direct naar Hem toe.
Een man loopt voorop en vlak voor de voeten van Jezus valt hij op zijn knieën. Met tranen in zijn ogen kijkt hij Jezus aan: ‘Meester, ik breng mijn zoon bij U. Mijn zoon kan niet praten en er is een boze geest in hem, die hem laat schreeuwen en knarsen met zijn tanden.’ Wat erg! Door die aanvallen van de boze geest kan deze jongen in het water of in het vuur vallen. Dat is gevaarlijk! Heel zijn lijf wordt vanbinnen verscheurd. De vader is bang, want de boze geest wil niet weggaan en als het nog langer duurt, sterft zijn zoon misschien wel. De vader praat verder: ‘Ik heb Uw discipelen gevraagd of zij mijn zoon kunnen genezen, maar het is hen niet gelukt.’ Wat zal Jezus zeggen? Zou Jezus hem willen helpen? Luister wat Hij zegt: ‘O ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen?’ De Heere Jezus spreekt het volk streng toe. Wat zijn jullie toch allemaal ongelovig. Hoe lang zal Ik nog bij jullie zijn? Hoe lang lukt het Mij om jullie te verdragen? Laat de Heere Jezus die jongen daar dan liggen? Nee, Hij wil helpen. Jezus zegt: ‘Breng je zoon maar hier.’ De man haalt zijn zoon, maar zodra de jongen de Heere Jezus ziet, krijgt hij weer een aanval. Hij valt neer op de grond. Zijn lichaam schudt heen en weer, er komt schuim op zijn mond en zijn tanden knersen. Het maakt een vreselijk naar geluid. Jezus vraagt: ‘Hoe lang heeft uw zoon hier al last van?’ ‘Altijd al Meester. We zijn zo bang! Maar Heere, als U iets kunt doen, wees dan met innerlijke ontferming over ons bewogen en help ons alstublieft!’ De vader kijkt Jezus smekend aan. Dan geeft Jezus een belangrijk antwoord, Hij zegt: ‘Zo u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor degene die gelooft!’ Dan roept de vader het uit: ‘Ik geloof Heere, maar kom mijn ongelovigheid te hulp!’ Die man geloofde wel, maar hij wist dat zijn zonden zo vaak in de weg zaten. Toch gaat hij naar Jezus toe. Dat is het beste wat je kunt doen met je ongeloof, naar Hem toe gaan. Hij zal je geloof geven. Jezus zag dat ondertussen de groep mensen steeds groter werd. Ze wilden weten wat er ging gebeuren natuurlijk! Mensen gingen nieuwsgierig op hun tenen staan en probeerden naar voren te dringen. Jezus bestraft de boze geest en zegt: ‘Gij stomme en dove geest, Ik beveel u, ga uit van hem en kom niet meer in hem.’ Ga weg en blijf weg! Nu heeft Jezus gesproken en dan zal de jongen direct gezond opstaan. Maar dat is niet wat er gebeurt! De jongen begint hard te schreeuwen en zijn lichaam schudt opnieuw hard heen en weer tot hij ineens doodstil op de grond blijft liggen. Is hij gestorven? Jezus bukt Zich, pakt de jongen bij de hand en tilt hem op. En dan staat de jongen overeind. Hij zal misschien verdwaasd om zich heen hebben gekeken. Wat doen al die mensen hier. Wat is er toch gebeurd? Hij kijkt eens naar zichzelf. Het is veranderd. De boze geest is weg! Jezus is Overwinnaar. Iedereen is verbijsterd over wat er gebeurd is. Heel de menigte is stil. Hoe groot is God! Waar God werkt, werkt de duivel ook. Maar de duivel zal het nooit van onze God winnen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021
Zicht op de kerk | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021
Zicht op de kerk | 36 Pagina's