Opnieuw door Christus gezonden

O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! (Rom. 11:33). Met deze woorden begon ds. Geuze de prediking in de avonddienst van 13 november 2018, waarin hij intrede deed in de gemeente Gouda-Gerbrandyweg.
De tekst voor de prediking was Lukas 14:23b: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing hen in te komen, opdat mijn huis vol worde.

Het thema voor de prediking was:
Opnieuw gezonden door Christus, het Hoofd der gemeente.
De indeling van de preek was in drie gedachten.
1. Christus’ zending.
2. Christus’ bevel.
3. Christus’ doel.
In deze eenvoudige gelijkenis is Goddelijke wijsheid verborgen. De knechten van de koning worden geweigerd door hen die de koning verachtten. Deze dienstknechten worden dan echter opnieuw uitgezonden.
Ds. Geuze refereerde aan zijn werkzaamheden met de gemeente Gouda en de overbuiging met de woorden van de tekst. Christus zendt Zijn dienaren uit. Hij is het Hoofd van de onzichtbare gemeente, waarvan ook de gemeente Gouda-Gerbrandyweg openbaringsvorm mag zijn. De oorsprong van Gods gemeente ligt in het welbehagen Gods, in de eeuwige liefde Gods, in de raad des vredes. Zij ligt in de verkiezende liefde van de Vader: Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde. Zij ligt in de eeuwige liefde van de Zoon. Zie, Ik kom om Uw welbehagen te doen. Zij gaat uit van de Heilige Geest, Die ook uitzendt. Gaat dan heen, onderwijst al de volken. De Heere geeft Zijn knechten liefde tot de zielen die hen worden toebetrouwd. Hij wijst ook de plaats aan waar ze werkzaam moeten zijn. In de wegen. Dat zijn de wegen die leiden naar de eeuwige rampzaligheid. En heggen. Zondaren die gekluisterd zijn in zonden en ongerechtigheid en zonder Christus zijn. En dwing hen in te komen. Er is sprake van een overreden, van een niet loslaten, een waarschuwen met vurige liefde. Waarom zoudt gij sterven, o huis Israels? De dienaar wij st op de noodzaak van waarachtige wedergeboorte en ziet, als een zaaier die in het voorjaar gezaaid heeft, uit naar werkzaamheden die iets tot uitdrukking brengen van ware zielenood en de droefheid naar God. Een zondaar die klaagt: ‘Zulk een last van zonde en plagen, niet te dragen, drukt mijn schouders naar beneên’. Ja, om in het verlies van alle gronden, ja, in het verlies van zijn leven, te komen tot Hem, Die gezegd heeft: Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.
Opdat mijn huis vol worde. Opdat de zondaar, die door de Vader is verkoren en door Christus gekocht is met Zijn dierbaar bloed, nu teruggebracht wordt in het Vaderhart Gods. Zo zal het welbehagen van Christus gelukkiglijk voortgaan. Gisteren, heden, en tot in der eeuwigheid. En als de knechten dan één liefdesblik van Hem mogen ontvangen, gaan ze opnieuw uit tot de armen, de verminkten, de kreupelen, de blinden, een in zichzelf verworpen geslacht, totdat straks de bazuin zal schallen en het huis vervuld zal zijn met de heerlijkheid van de Drie-enige God. En het zal worden één kudde en één Herder.

Na de dienst volgden de gebruikelijke toespraken onder meer tot de bevestiger en zijn medebroeders, tot allen die meegewerkt hebben aan de voorbereiding en realisatie van deze dag, tot allen die die meegewerkt hebben aan de renovatie van de pastorie, en tot de kerkenraad en de gemeente in het geheel. “We waren verwonderd en sprakeloos over de liefde, die hieruit is gebleken.” Nadat hij ook zijn familie, kinderen en vrouw had toegesproken volgden enkele welkomsttoespraken.
Namens de burgerlijke gemeente Gouda sprak het SGP-raadslid J. Rozendaal, die nadacht over de spreuk in het wapen van Gouda “Per aspera ad astra” (Door de doornen naar de sterren). Ds. G. Clements, die sprak namens de plaatselijke kerken, memoreerde dat het op 13 november juist 400 jaar geleden is dat de Dordtse synode werd geopend. “Het is ons een vreugde u te hebben gehoord, omdat uw prediking na 400 jaar nog steeds in de lijn van deze synode is.” Ds. A. Schultink sprak namens de classis West: “De Heere mocht u vele malen begiftigen met verse olie.” Namens kerkenraad en gemeente riep oud. M.J. Visser een zeer hartelijk welkom toe. “Wat is het groot dat we weer een eigen herder en leraar mogen hebben, lettend op de vele vacante gemeenten. Hij liet ds. Geuze, refererend aan het toezingen bij huwelijksbevestigingen, Ps. 134:3 toezingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen