Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zo slim als een wild zwijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo slim als een wild zwijn

Ze krijgen zelfs pepermunt gevoerd....

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al zien ze er niet bijster intelligent uit, wilde zwijnen zijn toch erg slim. In veel gevallen weten ze precies hoe ze zich moeten gedragen. In de zomer nemen ze graag hapjes van toeristen aan, terwijl ze na het jachtseizoen in geen velden, maar nog wel langs de toeristische wegen zijn te zien. <br />

Ook deze zomer zag ik weer hoe de "wilde" zwijnen door vakantiegangers op de Veluwe werden gevoerd: hele pakken brood, aardappelschillen, verrotte tomaten en pepermuntjes worden regelmatig voor de zwijnen geworpen. Sommige dieren eten zelfs uit de hand. Deze VW-zwijnen zijn alleen langs de wegen te vinden, want als je verder het bos intrekt worden ze schuwer. Dit komt omdat er dieper in het bos veel minder mensen komen, zodat de dieren er niet aan gewend zijn. Een mooi voorbeeld hiervan zie ik ieder jaar weer. Vanaf maart komen de zwijnen graag in de avond op een wildwei naar voedsel zoeken. In maart en april hoeven ze je maar te zien of ze zijn al in de dichte dennen langs de wei; in mei gaan ze er ook vandoor, maar blijven aan de rand van de wei staan. Als je gewoon doorfietst kijken ze je na en gaan dan later weer de wei op. Fiets je er in augustus langs, dan kijken ze even op om te kijken wie eraan komt, maar gaan gauw verder met wroeten, als je maar rustig aan doet.

Lawaai
Wilde zwijnen, ook wel zwartwild genoemd, leven in groepen die we een rotte noemen. Zo'n rotte bestaat uit een aantal zeugen met biggetjes en overlopers, dit zijn biggen uit een eerdere worp. Zo kan een groep uit wel 25 dieren bestaan. Soms lopen er ook jonge mannetjes bij die we ever, keiler of beer noemen. De oude evers leven alleen, ze kunnen niet meer tegen een druk familieleven. Zo'n rotte kan behoorlijk lawaaierig zijn, vooral als er wat onenigheid is tussen een paar familieleden. Tijdens vechtpartijtjes wordt er geschreeuwd en gegild, wat in de omtrek goed te horen is. Een kennis vertelde mij eens dat hij naar wat zwijnen zat te kijken die druk aan het wroeten waren, terwijl verderop wat hinden lagen te herkauwen. Toen de rumoerige biggetjes te dichtbij kwamen, stond een van de hinden op en trapte met haar voorloper één van de jonge zwijntjes, die toen maakten dat ze bij hun moeder kwamen.

Aanval

Zeugen zijn heel goede moeders en ze zullen het niet laten om in de aanval te gaan als hun jongen worden bedreigd. Dit heb ik eens gezien op een wei waar twee jonge damherten en een rotte zwijnen liep. De biggen waren wat van de zeug afgedwaald. De twee damherten merkten dit op en alsof ze het wel vaker hadden gedaan hepen ze met een omtrekkende beweging om de zeugen heen en bij de biggen aangekomen jaagden ze deze op. De moederzwijnen hadden dit direct door en stormden op de damherten af die zich snel uit de voeten maakten.

Goede conditie
De biggetjes worden doorgaans in het voorjaar geboren en gaan na een week met hun moeder op stap. Vaak sluiten een paar zeugen zich bij elkaar aan. Opvallend is dat de biggetjes in zo'n rotte ongeveer even oud zijn, want doordat in sommige gebieden het hele jaar wordt bijgevoerd zijn de zeugen in goede conditie en kunnen ze bijna het gehele jaar jongen krijgen. Zo kwam ik in januari vorig jaar wat biggen tegen die een paar weken oud waren. Als de zeug ze goed warm kan houden en genoeg melk heeft, komen ze de winter wel door. Het aantal jongen dat wordt geboren is afhankelijk van de zeug. De jongere werpen er twee tot vijf terwijl een oude zeug er soms wel tien tot twaalf kan werpen. Omdat de zeug maar tien tepels heeft (waarvan er twee niet zo goed zijn ontwikkeld) zie je soms biggetjes die wat achterblijven bij de rest. Vaak hangen de jonge zwijntjes bij hun moeder aan de tepels terwijl zij aan het wroeten is. Als ze dat niet wil hebben, slaat ze de biggetjes bij haar vandaan. Blijft het jonge kroost toch zeuren dan zoekt ze een geschikt plekje en wordt er gezoogd. Lopen er nog meer biggetjes met hun moeder en zien ze dat er bij de buren wordt gedronken dan moeten zij ook, en ze zeuren dan net zolang totdat ze ook hun melk krijgen.

Slim
De echte wilde zwijnen benaderen is niet eenvoudig. De reuk van het dier is zo goed ontwikkeld dat benaderen alleen zin heeft tegen de wind in. Ze hoeven maar weinig mensenlucht te ruiken om vast te stellen dat we in de buurt zijn. Zelf stinken ze behoorlijk; soms kun je minutenlang hun lucht nog ruiken als er een is langsgelopen. Omdat ze ook een goed gehoor hebben, moet je het besluipen ook nog bijna geruisloos doen. Zien doen ze je niet zo gauw, stilstaande dingen zien ze over het hoofd. Maak je bij het besluipen van een rotte toch wat lawaai, dan zullen er wat zwijnen opkijken, gewoon even stilhouden en dan weer verder gaan met hun bezigheden. Een tweede maal een takje breken is al zeer verdacht en slim als ze zijn willen ze dan toch zekerheid hebben of er wat aan de hand is. Eén zeug loopt dan net zolang met een grote boog om je heen totdat zij tegen de wind in loopt. Ze kan je nu ruiken en deze lucht geeft de doorslag: het dier laat een "wroef wroef' horen, zodat de hele rotte weet dat er gevaar is en binnen een paar seconden is het hele spul in de dichte dekking verdwenen. Als er echt gevaar is en de biggen zijn nog te jong om hun moeder snel te volgen, dan drukken de jongen zich tegen de grond.

Voedsel
Zwijnen zijn echte alleseters; ze eten alles wat los en vast zit, zoals eikels, beukenootjes, wormen, kevers, insekten, maar ook aas van kadavers, jonge konijnen. Zelfs reekalfjes zijn niet veilig voor ze. Verder trekken ze graag de landbouwgronden op, waar ze nogal wat schade kunnen aanrichten. Het zijn niet altijd landbouwvelden die in trek zijn, zoals laatst bleek: een voetbalveld in Apeldoorn was het doelwit van nachtelijke tochten van de evers. Naast deze schadelijke activiteiten verrichten ze ook nuttig werk, zoals het omwoelen van de bosgrond, wat de humusvorming bevordert. Een andere bezigheid die ze graag beoefenen is het zoelen, het rollen door een modderplas. Na het zoelen wordt de modder samen met het ongedierte dat op de huid zit eraf geschuurd langs bomen en stronken, die dan als wrijfpaal dienen. Doordat de zwijnen in de zomer niet zo schuw zijn kun je goed kennis met ze maken. Wanneer je ze regelmatige bezoekt, hoor je aan hun geknor wat voor humeur ze hebben. Als ze honger hebben laten ze een chagrijnig geknor horen, dat heel anders klinkt dan wanneer ze wat lekkers krijgen. Hun humeur wordt er helemaal niet beter op als de toeristen alleen maar staan te kijken en niets geven. Er zijn zwijnen bij die dan wat lastig beginnen te worden en dreigend op je af komen. Soms gaan mensen dan bij de jachtopziener klagen, met als resultaat dat het zwijn wordt afgeschoten. Een andere nare bijkomstigheid is natuurlijk dat die pepermuntzwijnen een makkelijk doelwit zijn van stropers.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 1991

Terdege | 72 Pagina's

Zo slim als een wild zwijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 1991

Terdege | 72 Pagina's