De heerlijkheid van de Heere
‘En morgen zult gij des HEEREN heerlijkheid zien...’ (Exodus 16:7a)
Nadat het volk Israël door de krachtige hand van de HEERE was verlost uit het diensthuis in Egypte en zij door een wonder door de Schelfzee mochten gaan, brak de woestijnreis aan. Tijdens die reis openbaarde de HEERE Zich als een trouwe Verbondsgod, die het volk van alle goeds wilde verzorgen. Want toen het volk na drie dagen reizen na de doortocht door de Schelfzee in de woestijn Sur terechtkwamen, vonden ze daar geen water. Totdat zij in Mara kwamen, daar vonden zij wél water, maar wat viel dát tegen. Het water was werkelijk niet te drinken. Het was bitter.
En hoe reageerde het volk?
Toen murmureerde het volk tegen Mozes, zeggende: Wat zullen wij drinken?
Wat een ondankbare reactie, wat een belediging voor de HEERE Die zó goed voor hen was geweest!
Wat doet Mozes? Hij riep tot de HEERE en, de HEERE geeft antwoord. Wat gaat de HEERE doen? Gaat Hij dat mopperende volk straffen? Nee, Hij doet allereerst een wonder: Mozes moet een stuk hout in het bittere water werpen en dan zal het water weer zo goed worden dat het volk drinken kan. Maar de HEERE laat –ten tweededuidelijk horen dat het volk Hem vergat. Ze waren niet tot Hem gegaan met hun nood, maar mopperend naar Mozes! En dat, terwijl Hij de HEERE, hun Heelmeester is. Leert het volk ervan? Ach wat is het toch elke keer weer gebleken wat de dichter van Psalm 95 heeft gezongen:
‘k Heb aan dit volk, dat Mij vergat,
Een langen tijd verdriet gehad
Want wat gebeurt er?
Wanneer zij na Mara bij Elim opnieuw rijk worden verzadigd en verder reizen, komen zij in de woestijn Sin. Daar begint dat volk opnieuw te murmureren tegen Mozes. Ze zijn het zat in de woestijn. Ze willen weer terug naar Egypte. Dáár was tenminste voldoende voedsel. Daar was heerlijk vlees en voedzaam brood, maar hier, in deze barre zandwoestijn? Daar is niets! Daar komen we om en sterven wij! En wat doet de HEERE nu? Zal Hij nu dat volk gaan straffen? Nee, dat doet Hij niet! Maar Hij gaat het volk beloven dat ze vlees en brood zullen krijgen. Diezelfde dag zullen de kwakkelen komen en morgen? Morgen zult gij des HEEREN heerlijkheid zien, want morgen zal er brood uit de hemel neerdalen!
Zijn wij beter dan dat volk in de woestijn? Laten we eens eerlijk zijn, zijn er ook in ons leven geen momenten dat we mopperen en het niet eens zijn met de HEERE?Heeft het uw hart wel eens verbroken dat de HEERE nog zó lankmoedig is en elke keer weer wil zorgen? Waarom doet de HEERE dat? Wat is Zijn doel daarmee? Bekering! Zowel tegenspoed als voorspoed wil de HEERE daarvoor gebruiken.Hij zond een dorst en een honger onder het volk om Zijn heerlijkheid te tonen. En dat is geen vreemde zaak in het leven van Gods kinderen. Voordat de HEERE hen doet eten van het Brood des Levens, doet Hij hen eerst hongeren en dorsten naar de gerechtigheid in Christus. Kent u ook die honger naar dat hemels Brood? Bent u ook zo’n uitziende zondaar naar het Kindeke in de kribbe? Hij is het Manna dat uit de hemel is neergedaald, zoals eens het manna van de hemel neerdaalde in de woestijn. Het volk had honger en toen hoorden zij de belofte van Mozes: Morgen zult gij des HEEREN heerlijkheid zien.
Want de HEERE zal brood laten regenen uit de hemel! O wonder van genade! In deze woorden hoor ik een adventsbelofte van de komende Messias.
Wat is dat een hoopgevend woord voor een uitziend zondaarsvolk, dat de noodzakelijkheid van Christus gaat beleven. Ja dán komt er honger! Wanneer zal Hij komen?
Morgen! Want Christus ís gekomen. De heerlijkheid des HEEREN, het Brood des Levens, het hemelse Manna ís gekomen in de stal van Bethlehem. Maar wat gaat een ontdekte zondaar beleven? Al was Hij duizend keer in Bethlehem geboren en niet in mijn hart, dan was het voor mij nog eeuwig verloren. Ja dan versta je Jesaja’s profetie: Wachter, wat is er van den nacht? Wachter, wat is er van den nacht? De wachter zeide: De morgenstond is gekomen en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt. Ja zo kan het wezen: Het Kindeke geboren, het Brood neergedaald, en toch donker in het hart en zo’n honger naar Hem.
Hoor eens het evangelie: Morgen zult gij des HEEREN heerlijkheid zien! Wanhoop niet o volk in smart, ziet uw Koning komt! Morgen, o er komt een morgen! De nieuwe dag! Dan zal Hij geboren worden in mijn donkere hart en dan zal mijn hongerende ziel verzadigd wezen. Christus, het Brood des Levens, is Gods heerlijkheid. Dat wil zeggen: Gods eer! In Hem wordt God op het hoogst verheerlijkt en dat sluit de zaligheid van Zijn volk helemaal in.
Zalig de mens, die zich leerde kennen als een eerrover van de HEERE. Nee, zo waren we niet geschapen. We droegen de naam van Juda, Godlover, maar door onze zonden hebben wij God van Zijn eer beroofd.Onze naam is Ikabod geworden, de eer des HEEREN is weg! Maar zie, in Bethlehems stal ligt de heerlijkheid des HEEREN. Het Kindeke Jezus, Dat het geestelijke voedsel wordt voor een arme zondaar. Kom dan hongerende zondaar naar Christus! Lager kon Hij toch niet afdalen dan in een voederbak voor de beesten. Hij is met recht het ware Brood des Levens en zal hier op aarde Zijn volk elke keer weer verzadigen met het goede van Zijn paleis, dat is met Zichzelf. Blijf Hem maar verwachten, want morgen zult gij des HEEREN heerlijkheid zien.
En wie Hem eenmaal gezien heeft, raakt nooit meer uitgekeken op het Kindeke in Bethlehem en kan met Simeon meezingen: Mijn ogen hebben Uw Zaligheid gezien!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's