Het Bijbelboek Ruth
De akker van Boaz
2b En zij zeide tot haar: Ga heen, mijn dochter! 3 Zo ging zij heen, en kwam en las op in het veld, achter de maaiers; en haar viel bij geval voor, een deel van het veld van Boaz, die van het geslacht van Elimelech was. 4 En ziet, Boaz kwam van Bethlehem, en zeide tot de maaiers: De HEERE zij met ulieden! En zij zeiden tot hem: De HEERE zegene u!
De akker van Boaz
In gedachten gaan we naar de akker van Boaz. Het is de tijd van de gerstenoogst (Ruth 1: 22). Uit het Oude Testament weten we dat dat een blijde tijd is. De Heere heeft gezorgd dat de gewassen groeiden op het land. En nu kan de oogst worden binnengehaald. Op de akkers zien we drie groepen mensen: Voorop gaan de maaiers, hun sikkels in de hand om de halmen af te snijden. Achter hen de binders die de bossen halmen bijeenbinden tot schoven. En een stuk daarachter de arme arenrapers en -raapsters.
Onder die laatste groep bevindt zich een jonge weduwe uit Moab. Ruth is haar naam. Via haar schoonmoeder Naómi heeft ze iets gehoord van het wonderlijke recht der armen, dat de Heere heeft laten vastleggen in de wetten van Israel (Lev. 19: 9-10; Lev. 23: 22; Deut. 24: 19). Weduwen, wezen en vreemdelingen mogen aren rapen op de akker. Ruth heeft aan haar schoonmoeder gevraagd of zij ook zo naar een van de akkers van Bethlehem mag gaan. Om daar bukkend en buigend aren bijeen te brengen. In haar vraag lag een dringende klank (‘Laat mij toch…’). Naómi heeft haar schoondochter toestemming gegeven. ‘Ga heen, mijn dochter’, zo heeft ze gezegd. Matthew Henry tekent aan dat Ruth op dit punt in allerlei opzichten een voorbeeld is: In nederigheid. In haar ijver. In haar achting voor haar schoonmoeder. En in haar steunen op Gods voorzienige leiding.
Toevallig?
De akker waar Ruth terechtkomt, behoort toe aan Boaz. Ogenschijnlijk komt Ruth daar toevallig. Zo lijkt Gods Woord het ook te zeggen: ‘haar viel bij geval voor een deel van het veld van Boaz’. Daarmee wordt echter alleen aangeduid hoe de dingen vanuit Ruth bezien verlopen. Zij heeft niet bewust een plaats op de akker van Boaz gezocht. Maar als we de dingen bezien vanuit de Heere en Zijn leiding, ligt alles zo anders. Dan schittert Gods voorzienigheid. De Heere brengt Ruth op de akker van de man die een bloedverwant van Elimélech is, en in wiens ogen Ruth genade zal vinden.
De Bijbel tekent de dingen hier zo naar het leven. Want is het nog steeds niet zo, dat sommige dingen voor onze menselijke waarneming heel toevallig schijnen te gebeuren, maar dat achteraf bezien de wonderlijke leiding van de Heere erin schittert?
Meer dan Boaz
In vers 4 wordt de aandacht op Boaz gericht: ‘En zie Boaz kwam van Bethlehem’. Het is belangrijk om bij het lezen van Ruth te bedenken, dat Boaz in dit Bijbelboek een type of voorafschaduwing van de komende Christus is. Dat wordt bijzonder duidelijk in zijn losserschap. Maar ook in onze tekst zien we al iets van de glans van de komende Messias oplichten. Boaz de losser – in hem is kracht, betekent zijn naam – komt vanuit Bethlehem. Om zich te ontfermen over een arme weduwe uit Moab!
Meer dan Boaz is Christus. In Hem is bij uitstek kracht. Hij is een Man van groot vermogen. En het is Zijn werk om als de bevoegde Losser in te staan voor een arm en schuldig volk. Hij is gekomen vanuit Bethlehem om arme zondaren op te zoeken in hun schuld en verlorenheid. Mocht u uw verloren zaak reeds in Zijn hand geven?
Begroeting
We keren terug naar de geschiedenis. Als Boaz de akker betreedt, groeten hij en zijn werknemers elkaar. Dat gebeurt op een opmerkelijke manier. De gewone Joodse groet was – zo weten we – sjaloom. Maar Boaz gebruikt andere woorden: ‘De HEERE zij met ulieden’. En de maaiers antwoorden op een vergelijkbare wijze: ‘De HEERE zegene u’. Die begroeting is zeker in de goddeloze richterentijd opvallend. Blijkbaar is Boaz er als werkgever diep van doordrongen, dat zijn personeel de HEERE nodig heeft ook in het dagelijks werk. En hij schaamt zich er niet voor, dat onder woorden te brengen. Zijn werknemers zijn er op hun beurt ook van overtuigd, dat hun werk gever niet zonder Gods zegen kan. En ook zij brengen dat onder woorden. Zo is er vanuit deze wonderlijke geschiedenis ook een lijn te trekken naar ons dagelijks werk. Hoe spreken wij op ons werk met onze collega’s? Gods Woord wil ook ons dagelijks werk en ons dagelijks leven stellen in het licht van de aanwezigheid en zegen van de Heere!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2023
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2023
Bewaar het pand | 12 Pagina's