Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De jonge en de oude Petrus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De jonge en de oude Petrus

5 minuten leestijd

‘maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen waar gij niet wilt’ (Johannes 21: 18b)

Het is een bekende uitspraak dat we wel graag oud willen worden, maar niet oud willen zijn. In de tekst boven deze meditatie blikt Christus met Petrus vooruit naar diens oude dag. Petrus zal bepaald geen gemakkelijke levensavond hebben. En toch ligt er troost in de woorden die Christus over deze dag spreekt.

In gedachten gaan we naar de oever van de Zee van Tiberias. De Heere Jezus is daar als de Opgestane verschenen aan zeven van Zijn discipelen. Een van de opvallende trekken aan deze verschijning is dat de liefdevolle zorg van de Heere Jezus bijzonder uitgaat naar Petrus. Petrus had zijn Meester driemaal verloochend. En nu vraagt Christus tot driemaal toe of Petrus Hem liefheeft. Tot driemaal toe geeft Christus Petrus ook een opdracht en herstelt Hij hem als het ware in het ambt.

En dan volgen de woorden van de tekst. Christus blikt even terug op de jonge jaren van Petrus. Toen ‘gordde hij zichzelf en wandelde alwaar hij wilde’. Dat wil zeggen: Petrus maakte zichzelf gereed voor de reis door een gordel om te doen en zijn lange kleed wat op te trekken zodat het hem onderweg niet zou hinderen. En Petrus bepaalde zelf waar hij wilde gaan en staan.

Misschien klinkt in deze woorden ook nog een verwijzing mee naar wat er kort geleden gebeurd was. In de hof van Gethsémané is Petrus bij Christus vandaan gevlucht. En vervolgens heeft hij zijn Meester driemaal verloochend. Dat waren zelf gekozen en zelf uitgestippelde wegen, waarop Petrus zichzelf gordde en wandelde waar hij wilde.

Tegen die achtergrond klinkt dan het woord over Petrus’ oude dag. Op dit moment ligt die dag nog zo’n dertig jaar in het verschiet. Maar ze is al bij de Heere bekend. Christus weet waar, wanneer en onder welke omstandigheden Zijn kinderen zullen sterven. In al die omstandigheden zal Hij bij hen zijn. Want Hij heeft het toch gezegd: ‘Ik ben met u, ál de dagen’? En Hij heeft gesproken: ‘Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten’.

Als Petrus oud geworden is, zal hij zijn handen uitstrekken een ander zal hem gorden en hem brengen waar hij niet wil. Het eerste waar we aan denken als we die woorden horen, is het beeld van een oude, vergrijsde apostel die in alles geholpen moet worden. Hulpbehoevend en afhankelijk van anderen strekt hij zijn handen uit. Anderen helpen hem en bepalen waar hij heengebracht wordt.

Dat beeld is zeker voor sommige van onze oudere lezers zo herkenbaar. Vanuit hun eigen leven of dat van degenen die hen lief zijn. Iemand die vroeger zo sterk was, kan – soms in korte tijd – hulpbehoevend worden. Trouwens, dat kan ook als we nog jonger zijn. Wat is toch de mens!

Het is een bijzondere genade als Gods Geest Zijn kinderen in zulke omstandigheden gaat bepalen bij de doorboorde handen van Christus. Als dat gebeurt, kan het wel eens zijn dat in het verval van krachten, de afnemende gedachten en de afbraak van het lichaam gezien wordt, hoe Christus bezig is de tentpinnen van onze aardse tabernakel uit de aarde los te trekken. Om straks wel het tentdoek op te rollen, maar ook om voor eeuwig thuis te brengen. Ryle schrijft: Christus is te wijs om Zich te vergissen en te liefderijk om Zijn kinderen kwaad te doen.

Tegelijk ligt er nog iets anders in de woorden van de tekst. De Heere Jezus zinspeelt ook op het feit dat Petrus eenmaal gekruisigd zal worden. Als iemand in de Romeinse tijd veroordeeld was tot de kruisdood, moest zo iemand soms meteen al de armen uitstrekken op de dwarsbalk van het kruis. Vervolgens werd de armen vastgebonden of gegord aan de kruisbalk. En dan werd de veroordeelde met de kruisbalk aan zijn uitgestrekte armen gebonden, gebracht naar de plaats van terechtstelling.

Als ook dat meeklinkt in de tekst, is het alsof de Heere Jezus zegt: Petrus, u zult oud worden in Mijn dienst. Uiteindelijk zult u opnieuw gesteld worden voor de keus om Mij te belijden of te verloochenen. En u die zo kort geleden drie keer in de zonde van verloochening gevallen bent, zal dan – in het aangezicht van de kruisdood – staande blijven. Ik zal u bewaren. En niemand zal u uit Mijn hand rukken. Zó zal uw sterven God verheerlijken.

Wat zal dat een troost geweest zijn voor een Petrus, die in zichzelf alleen maar struikelen, uitglijden en vallen kon. Het pijnlijkste daarvan voor een kind van God is dat de Naam van de Heere erdoor onteerd wordt. En de vrees kan soms zo groot zijn dat een kind van God met een ineenkrimpend hart vraagt: Heere, zal ik U uiteindelijk nog verloochenen en vloekend sterven? Als U me niet bewaart, ben ik tot alles in staat.

Christus staat echter in voor Zijn eigen werk. En voor de tussentijd spreekt Hij tenslotte deze twee woorden tot Petrus: ‘Volg Mij’ (vers 19). Daarin klinkt mee: Ik ga iedere stap van uw levensreis voor u uit, tot de laatste dag toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De jonge en de oude Petrus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's