Archibald Alexander (6)

Dromen en visioenen

In de Bijbel komen we dromen tegen waarin uitkomt wat er in de toekomst gaat gebeuren. Dromen bevatten soms waarschuwingen of staan in verband met de veiligheid van de dromer zelf of van anderen. Dromen die mensen ertoe bewegen in te gaan tegen de Bijbel of tegen het gezonde versand noemt Alexander duivelse dromen. Een predikant (John Fletcher) kreeg een droom over de dag des oordeels. Hij droomde dat de aarde en de zee haar doden weergaven. Sommigen beefden van wanhoop, anderen hadden grote vreugde. Hij zag de Zoon des mensen komen in Zijn heerlijkheid. De goddelozen werden veroordeeld, Gods kinderen werden verheerlijkt. De predikant werd toegesproken als luie dienstknecht en opgeroepen tot bekering. Toen hij wakker werd was het hem een wonder dat hij nog in het heden der genade was. Deze droom overtuigde hem ervan dat hij een valse hoop had gekoesterd en dat zijn hart nog niet vernieuwd was. Hij ging zoeken naar rechtvaardigmaking door het bloed van Christus en vond pas vrede door een levend geloof in de waarheid en de beloften van God. John Newton kreeg een droom jarenlang voor zijn bekering over een ring die zegen zou voortbrengen zolang hij die droeg. Op aandringen van een ander wierp hij die ring in het water. Toen zag hij dat er een verschrikkelijk vuur losbarstte vanuit de Alpen. Toen een derde persoon die ring weer uit het water had gehaald werden de vlammen gedoofd. In Job 33:14-16 staat dat God spreekt door een droom, door het gezicht des nachts, als een diepe slaap gekomen is.

Met blindheid bestraft

George Inglis leefde heel zondig. Toen hij door een tornado het grootste deel van zijn bezit verloor, bracht dit geen bekering. Hij verhardde zich tegen de Heere. Totdat God hen binnen enkele dagen zijn gezichtsvermogen ontnam. Hij riep toen alleen hulp van mensen in, want hij had nooit geleerd tot God te roepen. Artsen konden niets voor hem doen. Hij kwam met zijn dienaar bij een vrouw in huis. Hij was een man van sterke hartstochten en ongeduldig onder het lijden. Hij zei dat hij zijn leven elk ogenblik zou kunnen beëindigen door meer opium te nemen dat hij gewend was. De vrouw bij wie hij in huis was waarschuwde hem tegen zelfmoord. Zelfmoord zou betekenen on geroepen voor zijn Maker te verschijnen. Het antwoord was dat hij door zijn blindheid geen geluk meer kon genieten, voor zijn vrienden tot een last zou zijn en in de wereld van geen nut zou zijn. De vrouw liet de Bijbel spreken, maar de blinde noemde de Bijbel het werk van mensen die het volk gezagsgetrouw wilden houden. Op de vraag van de vrouw of hij ooit uit de Bijbel had gelezen antwoordde de blinde dat hij dat nooit had gedaan sinds hij van school af was. Wel had hij boeken gelezen van mensen die vijandig tegenover de Bijbel stonden. Toen zei de blinde dat hij uit de Bijbel voorgelezen wilde worden. Eerst wilde de vrouw dat niet omdat de blinde waarschijnlijk zou spotten en de Bijbel belachelijk zou maken. Zij zou daardoor gekwetst worden, want zij zag de Bijbel als het Woord van God. De blinde beloofde haar niet te kwetsen of aanstoot te geven.

Door God bekeerd

De volgende dag ging zij voorlezen aan de blinde. Ze begon bij Genesis 1. De blinde luisterde aandachtig en sprak zijn bewondering uit over de taal van de Bijbel. De volgende dag ging zij opnieuw voorlezen uit de Bijbel. Toen zei de blinde: “Wat een ellendeling ben ik, dat ik ooit zo tegen dit Boek gesproken heb! Een Boek waarover ik niets wist, en dat ik nooit aandachtig bestudeerd heb.” Elke dag las de vrouw een uur lang voor uit de Bijbel. De blinde werd van binnen steeds benauwder. Hij sprak niet meer over een dokter en murmureerde niet meer over zijn blindheid. Hij erkende de hand van God in zijn blindheid en beleed dat hij nog veel erger had verdiend. Nu gingen ook anderen hem voorlezen en met hem spreken. Ook werd er voorgelezen uit ‘De Viervoudige Staat’ van Boston.De blinde ging ’s zondags en door de week naar de kerk. Hij sprak er nu over dat God hem in Zijn barmhartigheid een halt had toegeroepen door hem blind te maken en door zijn verduisterde verstand te verlichten. De Heere gaf hem Zijn Woord te verstaan. De blinde is ongeveer een jaar bij de vrouw gebleven. Toen vonden zijn vrienden het beter dat hij naar het platteland zou gaan. Daar kwam hij in contact met een predikant. De Heere bewees de blinde man barmhartigheid zonder grote verschrikking. “Hij werd omhelsd door een verlossende liefde, en bevrijd uit de brandende kuil zonder dat hij de ontzaglijke vlammen daarvan zag.” Hij bad wenend in het besef van zijn zondige gedrag. Hij leefde trouw met de gemeente mee. Het oude was voorbijgegaan en het was alles nieuw geworden. Eerst een godslasteraar, maar nu een aanbidder van de ware God. Hij mocht groeien in de genade en in de kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen