Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leer en leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leer en leven

De brief aan Titus Hoofdstuk 2:1-9

4 minuten leestijd

‘Doch gij...’. De apostel vermaant Titus om zich te houden aan de gezonde leer. In tegenstelling tot de dwaalleraars (1:10-16), met hun leugenachtige taal, moet hij de gemeenten op Kreta onderwijzen in de zuivere leer van het Woord van God. ‘Doe niet zoals die verleiders, maar preek de leer van het Evangelie zuiver’.

Tegen allerlei dwalingen en verleidingen bestaat - toen en nu - maar één medicijn: de gezonde leer! Dit is een belangrijk thema in de pastorale brieven van Paulus (1 Tim. 1:10). Wat moeten we verstaan onder de gezonde leer? Hier: gezond-makende leer. Het is de leer van vrije genade. De leer waarbij God op het hoogst wordt verheerlijkt, de zondaar op het diepst vernederd en Gods kind wordt vertroost en onderwezen. Deze leer, gebruikt door de Geest, maakt het door de zonde verdorven dode hart gezond. Het zijn de woorden des levens. ‘Indien iemand een andere leer leert en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en met de leer die naar de godzaligheid is, die is opgeblazen en weet niets’ (1 Tim. 6:3). Mag u op de rustdag deze gezonde leer horen? Hebt u de gezond-makende kracht van deze leer in uw ziel mogen ervaren? Dan zult u zich niet zo snel laten verleiden door allerlei wind van leer!

De uitdrukking ‘gezonde leer’ maakt ook duidelijk dat de geloofsleer en het christelijke leven met elkaar in overeenstemming moeten zijn. De leer staat in dienst van ons leven. Er is toch geen scheiding bij u en jou tussen de zondag en de rest van de week? De gezonde leer komt openbaar in een leven in de vreze des Heeren. Paulus geeft Titus aanwijzingen hoe hij - en de aangestelde ouderlingen - verschillende groepen gemeenteleden moet onderwijzen. Ieder mens vereist in het licht van de eeuwigheid een eigen benadering. Let erop hoe de Heere Christus, als de allerhoogste Ambtsdrager, hierin het voorbeeld geeft. Zie Hem bij de Jakobsbron met de zondige vrouw uit Sichar of op het dak in de nacht met Nicodé- mus. Bent u ook weleens door Hem apart genomen?

Toch zijn er ook specifieke zaken die voor een bepaalde groep gemeenteleden aan de orde moeten komen in de prediking. De apostel noemt hier vijf groepen: ouderen, jongeren, mannen, vrouwen en slaven (vers 2-9).

We horen van de ambtelijke vermaningen die Titus moet spreken tot oude mannen (vers 2, zes punten!) en de oude vrouwen (vers 3). Zij moeten met hun levenservaring, maar ook door Gods genade geoefend en gerijpt in het geestelijke leven, jongeren met raad en daad bijstaan. Zij moeten een voorbeeld zijn tot navolging. De oude christinnen dienen leraressen te zijn van het goede. Zij moeten de jonge vrouwen leren (vers 4). Kent u of ken jij zo’n moeder in Israël? Bent u zo’n voorbeeld in uw gemeente?

Titus moet - net als alle ambtsdragers van alle tijden - een voorbeeld zijn in alles (vers 7-8). Hij moet in levenswandel en prediking een voorbeeld zijn. Opdat het Woord Gods niet gelasterd zal worden (vers 5b), en opdat Zijn Naam alle eer zal ontvangen (Ps. 72:11 ber.).

1 Doch gij, spreek hetgeen der gezonde leer betaamt.

2 Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmig, voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid.

3 De oude vrouwen insgelijks, dat zij in haar dracht zijn, gelijk den heiligen betaamt, dat zij geen lasteressen zijn, zich niet tot veel wijns begevende, maar leraressen zijn van het goede;

4 Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig te zijn, haar mannen lief te hebben, haar kinderen lief te hebben;

5 Matig te zijn, kuis te zijn, het huis te bewaren, goed te zijn, haar eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde.

6 Vermaan den jongen mannen insgelijks, dat zij matig zijn.

7 Betoon uzelven in alles een voorbeeld van goede werken, betoon in de leer onvervalstheid, deftigheid, oprechtheid;

8 Het woord gezond en onverwerpelijk, opdat degene, die daartegen is, beschaamd worde, en niets kwaads hebbe van ulieden te zeggen.

9 Vermaan den dienstknechten, dat zij hun eigen heren onderdanig zijn, dat zij in alles welbehagelijk zijn, niet tegensprekende;

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Leer en leven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's