Gedachten over… beloften
Gods beloften worden geschonken, geloofd, verwacht, beproefd en vervuld. Dat geldt voor de Kerk in zijn geheel. Het hele Oude Testament is daar een voortdurend getuigenis van.
Dat geldt ook voor elk van de levende lidmaten van de Kerk. Niet één van Gods woorden zal op de aarde vallen, niet één van Gods beloften blijft onvervuld. Maar het gaat altijd door de weg van geloof, verwachting en beproeving. In de beproeving snijdt de Heere alle verwachting van het schepsel af.
De Heere geeft aan Zijn volk in dit leven onderscheiden beloften. De hoofdinhoud van de beloften is Christus en Zijn weldaden. Er zijn echter ook beloften voor het natuurlijke leven. Bijvoorbeeld voor de onderhouding van het lichaam of de bewaring tot in de ouderdom. Soms geeft de Heere een belofte voor het nageslacht. Ook worden ambtsdragers wel gesterkt door beloften voor de vervulling van hun ambtelijke taken. Er zijn ook beloften die betrekking hebben op de eeuwige zaligheid na dit leven.
Beloofde weldaden
Al deze beloften zijn weldaden uit het genadeverbond. Christus verwierf de inhoud ervan door de prijs van Zijn bloed. De beloofde weldaden zijn opgeborgen in het kabinet van het genadeverbond. Dat kabinet, of die voorraadkast, is altijd overvol, zoals de schuren van Jozef overvol waren. Uit die volheid bedient Christus Zijn kinderen naardat ze nodig hebben. De sleutel tot dat kabinet is het ware gebed. De Heilige Geest verwekt het geloof, waardoor die sleutel gehanteerd wordt. Het gebed opent de bronnen van geestelijke, tijdelijke en eeuwige zegeningen. Christus Zelf zegt: ‘Al wat gij de Vader bidden zult in Mijn Naam, dat zal Hij u geven’. De onderscheiden beloften kunnen zeer nauw met elkaar samenhangen. Dat zien we bijvoorbeeld bij Abraham. Hij kreeg de belofte van een natuurlijk zaad, maar ook de belofte van een geestelijk Zaad. Hij kreeg de belofte van een groot nageslacht, maar ook de belofte dat alle volken in hem gezegend zouden worden. Hij kreeg de belofte van het erfland Kanaän, maar tevens de belofte van het betere Vaderland, dat is de hemel.
Voordat de eerste belofte vervuld werd, moest het geloof van Abraham zich uitsluitend richten op Gods toezegging, het woord dat God gesproken had. Dat geloof werd zwaar beproefd door een lange wachtenstijd. Daarin moest de echtheid van het geloof openbaar komen. Daarin moest ook het geloof gelouterd worden en ontdaan van alle mensenwerk. Toen Izak geboren werd, had Abraham in de vervulling van deze ene belofte een onderpand van de vervulling van de andere beloften.
Het geloof beproeven
Zo doet de Heere dat nog. Eerst het geloof beproeven. Maar dan ook wel door de vervulling van één belofte een onderpand geven voor de vervulling van al Zijn beloften. Gods kinderen mogen dat onderpand weleens bewonderen. Ze mogen het aan de Heere laten zien, zoals Thamar het snoer, de staf en de zegelring liet zien aan Juda, als onderpanden van zijn toezegging. Ze mogen dan de Heere manen op Zijn trouw en onveranderlijkheid. Door dat onderpand mogen ze er zeker van zijn dat Hij, Die de ene belofte vervulde, Zijn andere beloften niet onvervuld zal laten.
Wat is de Heere wijs dat Hij niet alle beloften direct en tegelijk vervult. Als Hij dat zou doen, zou het geloof werkeloos worden. Dan zou het gebedsleven inzinken en zou de liefde verkouden. Dan zouden ook de vruchten van het geloofsleven niet tot openbaring komen, zoals lijdzaamheid, afhankelijkheid en vertrouwen. Zouden Gods kinderen de Heere niet moeten erkennen voor hetgeen Hij hun schenkt, maar ook voor hetgeen Hij hun nog onthoudt?
Het is waar, de weg tot de vervulling van de beloften gaat vaak door donkere en onbegrepen wegen. Maar zie dan op de voorbeelden van de Bijbelheiligen. Ze werden door deze zelfde wegen geleid. Het zijn de voetstappen van de schapen. En die voetstappen zijn de bewijzen dat de Heere u leidt naar de vervulling.
Zie op de grote Belover. Zou Hij het zeggen en niet doen? Zie op de Borg. Juist in de grootste diepten staan Zijn voetstappen. Dat zijn de allerduidelijkste bewijzen van Zijn trouw. En bedenk dat elke vervulde belofte, hoe schijnbaar gering ook, een onderpand is van de grote belofte van de eeuwige gelukzaligheid, van de kroon die de rechtvaardige Rechter geven zal aan allen die Zijn verschijning hebben liefgehad. ♦
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 2023
De Saambinder | 20 Pagina's