Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorbereidend werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorbereidend werk

3 minuten leestijd

Een dag voor de promotie van ds. H. Brons op Hellenbroek promoveerde H. Koopman op ‘het voorbereidend werk’. De onderzoeksvraag die hij stelde, is of het ‘voorbereidend werk’, zoals berouw en schuldbesef, vóór of ná de wedergeboorte plaatsvindt.

Wij gaan op deze discussie verder niet in. Duidelijk is in ieder geval dat de Bijbel leert dat berouw hoort bij de wedergeboorte. ‘De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn’ (1 Kor. 2:14). Belangwekkender is voor ons de vraag die twee hooggeleerde opponenten stelden aan dr. Koopman waarom hij zo weinig aandacht had geschonken aan de Bijbelse gegevens. Een actuele vraag, ook voor ons! Wat zegt de Bijbel over berouw, wedergeboorte en geloof?

Berouw en geloof

Op de Pinksterdag werden drieduizend zielen tot God bekeerd. Deze drieduizend stonden niet ineens in het volle geloof, maar er ging verslagenheid en berouw aan vooraf. Deze wijze van bekering is een blijvend patroon in het boek Handelingen. Berouw en schuldbesef wordt in het Nieuwe Testament vaak aangeduid met het woord ‘bekering’. ‘Bekeert u en gelooft het Evangelie’ (Mark. 1:15) Het Griekse ‘metanoia’ (bekering) kenmerkt zich door schuldbelijdenis, smeekgebed om vergeving, verlaten van de zondeweg en wederkeer tot God.

De Zaligmaker heeft de onwederstandelijke kracht van bekering treffend uitgetekend in de gelijkenis van de verloren zoon. Zijn bekering begon niet met het geloof dat hij welkom was bij zijn vader, maar juist met verslagenheid. ´Ik heb gezondigd… en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden’ (Luk. 15:21).

We zien deze orde van ‘bekering/ berouw en geloof’ vele malen terugkomen. De moordenaar aan het kruis beleed eerst: ‘Want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben’ (Luk. 23:41). Daarna mocht hij door het geloof Christus volgen naar het Paradijs. De Samaritaanse vrouw riep uit: ‘Komt, ziet een Mens Die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb’. Daarna sprak zij door het geloof: ‘Is Deze niet de Christus?’ (Joh. 4:29) Saulus van Tarsen was door schuldbesef getroffen en verslagen en ‘at niet en dronk niet’ (Hand. 9:9). Daarna behaagde het Gode Zijn Zoon in hem te openbaren (Gal. 1:15, 16).

Uit al deze voorbeelden blijkt duidelijk dat de Heilige Geest door het oprechte berouw plaatsmaakt voor Christus. In die weg wordt een zondaar niet steeds bekeerder en vromer met zijn kenmerken. Juist het tegendeel. In de Bergrede heeft Christus gepredikt dat Hij armen genade bewijst. ´Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen’ (Matth. 5:3).

De gereformeerde vaderen

De gereformeerde vaderen hebben deze Bijbelse lijn vastgehouden in hun prediking. Luther schrijft in zijn Verklaring van de Brief aan de Galaten: ‘Waartoe is die vernedering, verbreking en verbrijzeling nuttig, door de wet? Hiertoe is zij dienstig, opdat de toegang der genade voor ons opensta’. Calvijn schrijft: ‘Want hij is bedrogen, die zich laat voorstaan dat hij bekwaam is om deze genade te genieten, zo hij niet eerst alle hoogheid des harten heeft afgelegd’ (Inst. III.12). De Westminster Confessie spreekt over berouw als ‘zeer noodzakelijk’. ‘Niemand mag zonder berouw vergeving verwachten’ (Westminster Confessie, par. 15). Comrie schrijft: ‘De Geest legt de zonde als een last op de ziel en geeft een allerpijnlijkst gevoel van smart over de zonde’ (”Eigenschappen”, Rom. 5:1) Verder schrijft Comrie: ‘Zulks is noodzakelijk om de zondaar een zieke te maken voor de grote Medicijnmeester Christus’.

Uit dit korte overzicht blijkt dat het oprechte berouw een voorbereidend werk is tot het geloof in Christus. Droefheid naar God, smart over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid, komen niet uit de dode zondaar op, maar zijn vruchten van Gods verkiezende liefde (DL I.12). Zij zijn bemoedigend maar kunnen het fundament van de zaligheid niet zijn. Er is maar één houdbaar fundament: ‘Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem’ (Joh. 3:36).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 2023

De Saambinder | 16 Pagina's

Voorbereidend werk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 2023

De Saambinder | 16 Pagina's