Geld

We kunnen niet zonder geld. Iedereen heeft het. De één meer, de ander minder. Het is echter de vraag hoe je ermee omgaat. Misschien nog wel een vraag die er aan voorafgaat: op welke wijze kom je er aan? Daaruit volgt dan vanzelf de vraag waar je het allemaal aan uitgeeft.

Voor de één is zijn geld alles. Daar leeft hij voor. Daar vertrouwt hij op. De ander verkwist zijn geld en gooit het over de balk. Weer een derde wil het geld voor zichzelf houden en ziet zijn vermogen graag toenemen. Geldgierigheid heet dat. Letterlijk: liefde tot geld (1 Tim.6:10). Je kunt er de Bijbelse voorbeelden zelf wel bij verzinnen. De Bijbel veroordeelt rijkdom en armoede niet. God heeft hen beide gemaakt zegt de Spreukenschrijver (Spr. 22:2).

Bedenk dat de Heere ook recht op jouw geld heeft. Tien procent geven voor de Heere en Zijn dienst is niet iets wat achterhaald is. Dat betekent dat je van honderd euro minimaal tien euro aan de dienst van God geeft. Dan heb je nog negentig euro voor ‘eigen’ gebruik. Heb je het er voor over? God heeft de blijmoedige gever lief (2 Kor. 9:7).

Alles wat je in een winkel koopt, moet worden betaald. Contant of digitaal. Maar langs de kassa moet je. Bij de Heere is dat anders. Hij zegt: ‘Komt, koopt zonder geld (Jes. 55:1)’. Niet dat het niets gekost heeft. Het heeft álles gekost. Het kostte het leven van Zijn Zoon. Hij betaalde met ‘dierbaar bloed’. Wat ik raden wil: kom met je schuld en zonden tot Hem. Opdat je ervaren zal: uit genade zalig geworden door het geloof!

Leestip: 1 Tim. 6:7-10, Ef. 2:1-9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen