Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Joodse man vastgegrepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Joodse man vastgegrepen

4 minuten leestijd

Het Joodse volk wegstoten of vastgrijpen? Het is goed om in deze enerverende tijden dicht te leven bij Gods Woord.

Zacharia profeteert na de terugkeer uit de ballingschap, voorafgaand aan de inwijding van de nieuwe tempel. Op de vraag of er nog langer gevast moet worden vanwege de verwoesting van Jeruzalem, mag Zacharia een troostboodschap brengen. Zijn rede bevat tien heilstoezeggingen. Daar hoort deze profetie ook bij: ‘Alzo zegt de Heere der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden dat tien mannen uit allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van één Joodse man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is’ (Zach. 8:23). De uitdrukking ‘in die dagen’ wordt in vers 6 van Zacharia 8 vertaald met ‘in deze dagen’. De profetie begint zich al te vervullen in de dagen van Zacharia. Ongetwijfeld worden deze profetieën onder het Nieuwe Testament heerlijker vervuld. Een Joodse man die uit Babel repatrieert, wordt vastgegrepen door tien heidense mannen. Dat tien heidenen één Joodse man vasthouden, tekent de geweldige toeloop uit de volkerenwereld. Deze heidenen komen uit verschillende taalgroepen. De zegen die via Abraham naar de volken zou gaan (Gen.12:3), wordt hier realiteit.

Een besneden hart

Natuurlijk ziet de Joodse man op een nakomeling van Abraham. Maar het zou ook onder ons plaats kunnen vinden. De apostel Paulus leert ons dat een echte Jood iemand is die een besneden hart heeft. Zijn wij zo’n Joodse man op wie anderen jaloers kunnen worden? Het grijpen van de slip is symboliek voor ‘bij iemand willen schuilen, met iemand mee willen gaan’. Men ziet blijkbaar: ‘bij de God van Israël ben je veilig’.

Als vanzelf gaan onze gedachten naar die ene Joodse Man, Christus. In Hem worden de beloften uit het Oude Testament in heerlijkheid vervuld. Wie de beloften van de Persoon van Christus losmaakt, verzandt in oppervlakkigheid. Een letterlijk voorbeeld vinden we in de bloedvloeiende vrouw. Zij mocht door het geloof deze Joodse Man aangrijpen (Matth. 9:21). En zij is niet beschaamd geworden. Na de komst van Christus gaat de vervulling van deze profetie door. In het bijzonder is deze profetie vervuld op de Pinksterdag. Drieduizend mannen en vrouwen uit allerlei tongen der heidenen grijpen dan als het ware de slip van de Joodse man Petrus en vragen: ‘Wat zullen wij doen, mannenbroeders?’ In Handelingen 10:33 verhaalt Lukas dat de heiden Cornelius de Joodse man Petrus aanvatte: ‘Wij zijn dan allen hier tegenwoordig voor God, om te horen al hetgeen u van God bevolen is’. In Handelingen 13:42 lezen we: ‘De heidenen baden dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden des Evangelies (door de Jood Paulus) zouden gesproken worden’. We mogen geloven dat deze profetie nog wordt vervuld. Er liggen nog beloften voor de nakomelingen van Abraham.

Ruth en Naomi

De heidenen plaatsen de ene Joodse Man in een groter geheel. Zij zeggen: ‘Wij zullen met ulieden gaan’. Zo deed ook Ruth, die tot Naomi zei: ‘Uw volk is mijn volk; uw God mijn God’.

Waarom willen deze mannen mee? Niet omdat Jeruzalem zo’n mooie stad is. Ds. Veldkamp schrijft: ‘Zij, die hier Zionistische of chiliastische verwachtingen bij koesteren, komen met dit profetisch woord natuurlijk nooit klaar. Hun dromen zullen telkens weer op de harde werkelijkheid kapot stoten’. De reden dat zij mee willen, is omdat zij gehoord hebben dat Gód met hem is. Deze uitdrukking vinden we in het Oude Testament als de belofte van het genadeverbond.

Hoe kan God met een Jood of een heiden zijn? In Jesaja 7:14 wordt gesproken over een maagd die een Kind zal krijgen met de naam Immanuël (God met ons). In Christus is deze profetie ten volle vervuld. Met Zijn komst is ook voor Israël het laatste der dagen aangebroken. Er komen tot de wederkomst geen heilsfeiten meer. Deze Joodse Man heeft uitgeroepen: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Na ‘het is volbracht’ was God met deze Joodse Man. In Hem kan God ook met de Jood en de heiden zijn.

De tempel

In het Nieuwe Testament verschuift de betekenis van de tempel naar Hem, Die van Zichzelf sprak: ‘Breek deze tempel’. In Hem worden al Gods beloften aan Israël en de volken vervuld. En naar de vervulling van die belofte zien wij uit. Zonder Christus kan God niet met ons zijn. Noch met de Jood, noch met de heiden. Dat is wat ons de grootste zorgen baart. Wat zou het groot zijn als de slip van Zijn profetenmantel, van Zijn priesterkleed en van Zijn koningsgewaad werd vastgegrepen.

slot volgt

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

Een Joodse man vastgegrepen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2024

De Saambinder | 24 Pagina's