Samuël, de laatste richter

De andere morgen stonden ze vroeg op. In de ochtend verlieten Samuël, Saul en zijn knecht het huis en liepen in de richting van de stadspoort. Bij de poort stond Samuël stil en beval Saul om de knecht alleen verder te laten gaan. Blijkbaar wilde de profeet met Saul helemaal alleen zijn. Toen de knecht uit het oog verdwenen was, nam Samuël een oliekruik. Hij goot de zalfolie uit op Sauls hoofd, kuste hem uit erkenning als zijn meerdere, en sprak: ’De Heere heeft u nu tot koning over Zijn erfdeel Israël gezalfd.’

We weten hoe profeten, priesters en koningen in het Oude Testament gezalfd werden en dat die zalving heenwees naar de drie ambten van de Heere Jezus Die een drievoudig ambt bekleedt. Hij is de Messias, de gezalfde Profeet, Priester en Koning. Er wordt terecht op het onderscheid gewezen dat Saul gezalfd werd met zalf uit een oliekruik, zoals dat jaren later ook het geval was met koning Jehu, en dat David gezalfd zou worden met olie uit een oliehoorn. Een kruik is breekbaar, maar een hoorn niet. Daarom gaf de oliekruik van Saul reeds op bedekte wijze te kennen dat er een einde zou komen aan zijn koningshuis, terwijl Davids koningshuis langdurig in stand zou blijven en tevens heenwees naar het eeuwige en onveranderlijk Koningschap van Christus, van Wie getuigd wordt: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizédek (Ps. 110:4). In Psalm 132:17 lezen we: Daar zal Ik David een hoorn doen uitspruiten. ’Dat is’, zegt kanttek. 43: ’Ik zal te Jeruzalem Davids koninkrijk en macht vermeerderen, gevende hem zijn zonen tot navolgers in het koninkrijk en voornamelijk de geestelijke Koning Christus.’

Na de zalving ontving Saul drie tekenen als bevestiging ervan. Samuël sprak: ’Als u naar huis terugkeert, zult u bij het graf van Rachel twee mannen ontmoeten en die zullen u vertellen dat de ezelinnen gevonden zijn en dat uw vader ongerust is over u en uw knecht. Het tweede teken is dat u in de buurt van de tabernakel te Kirjath-Jeárim drie mannen zult ontmoeten. Eén man zal drie bokjes dragen, één man drie bollen brood en één man een fles wijn. Ook zullen ze vragen hoe het met u gaat en daarna zult u twee broden van hen krijgen. Het derde teken is dat u bij de stad Gibea, de stad waar u woont, een groep profeten zult ontmoeten die al zingend en spelend op muziekinstrumenten de Heere loven. Terwijl u luistert zult u eveneens de Heere gaan loven en gij zult in een anderen man veranderd worden (1 Sam. 10:6).

De mededeling dat Saul, de zoon van Kis, in een andere man veranderd zou worden, betekende dat hij een moedig en verstandig hart van de Heere zou ontvangen om koning te kunnen zijn. Helaas ontving hij geen vernieuwd hart dat de Heere vreesde. Dat zou in zijn verdere leven wel heel duidelijk blijken. De Bijbel leert ons dat we geen ánder hart moeten krijgen, maar dat we van een Ander moeten worden, namelijk dat we door wedergeboorte een kind van de Heere Jezus moeten worden.

Nadat Samuël de drie tekenen had gegeven en Saul op huis aanging, ontmoette hij precies op de genoemde plaatsen de drie voorzegde tekenen. We lezen in vers 9: God veranderde Sauls hart in een ander en al die tekenen kwamen ten zelven dage. Bij de vervulling van het laatste teken kwam Saul zó in vervoering, dat hij net als de andere profeten ook liederen tot eer van de Heere ging zingen. Verwonderd vroegen de mensen die hem kenden zich af: ’Wat is dit, dat de zoon van Kis geschied is? Is Saul ook onder de profeten? (vers 12). Die uitdrukking betekent: ’Wie zou ooit verwacht hebben dat Kis een zoon onder de profeten had?’ Vanaf die tijd werd het tot een spreekwoord dat men, als iemand iets heel bijzonders deed wat men van die persoon in de verste verte niet had verwacht, de uitdrukking gebruikte: ’Is Saul ook onder de profeten? Wie zou dát van hem of haar verwacht hebben?’ Ten slotte ontmoette Saul in Gibea zijn oom. Hij vertelde hem dat hij bij Samuël was geweest en dat hij hem verteld had dat de ezelinnen gevonden waren. Maar de zaak des koninkrijks, waarvan Samuël gezegd had, gaf hij hem niet te kennen (vers 16).

(Volgende keer D.V. 22. Maar gijlieden hebt heden uw God verworpen)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen