Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leren van Paulus op de Areopagus (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leren van Paulus op de Areopagus (2)

8 minuten leestijd

Vorige keer schreef ik iets over de lessen van Paulus op de Areopagus. De bedoeling daarvan was om onze studenten argumenten in handen te geven om het gesprek aan te gaan over levensbeschouwelijke en religieuze standpunten op de hogescholen en universiteiten. Het verdedigen van deze standpunten noemen we ook wel apologetiek. Apologetiek kan naast de verdediging van het geloof ook de theologische onderbouwing aanduiden van geloofsverdediging en de geschriften waarin geloofsverdediging voorkomt. Wil je met iemand in gesprek gaan over het geloof, dan zul je je wel terdege moeten verdiepen in de Bijbel en de belijdenisgeschriften. De Drie Formulieren van Enigheid worden veel geprezen maar weinig gelezen, terwijl ze toch zo’n rijke inhoud hebben.

Voor dit keer schrijf ik iets over de predestinatie of voorverkiezing. Dit is een heikel onderwerp om over te spreken met medestudenten, want men acht het een zeer verwerpelijke gedachte dat God niet alleen Alwetend is, maar ook nog eens Zelf mensen heeft uitverkoren om eeuwig bij Hem in de hemel te wonen en anderen te verwerpen en hen vanwege hun ongeloof en andere zonden heen te zenden naar de hel. Nu is dat laatste ook een verschrikkelijke gedachte, maar het is wel de werkelijkheid.

Uitverkiezing

Het is onmogelijk om in één artikel alles te zeggen over de uitverkiezing. De Dordtse Leerregels geven een heldere en evenwichtige beschrijving. Ik citeer slechts enkele uitspraken, omdat die gebruikt kunnen worden in het gesprek met medestudenten en die aansluiten bij de vragen van deze tijd. Mensen die de Dordtse Leerregels niet of onvoldoende kennen, zien de Goddelijke verkiezing en verwerping als een muur waar geen doorkomen aan is. Als we deze Leerregels goed zouden lezen, dan zien we dat het geen muur is, maar een poort om Gods Koninkrijk binnen te treden.

Als er geen verkiezing zou zijn, zou er niemand zalig worden (Rom. 3:19,23). Daar beginnen de Dordtse Leerregels dan ook mee (Hfdst. 1.1). Niemand mag ontmoedigd worden of zich tot de verworpenen rekenen, maar we moeten de middelen om zalig te worden -die tot onze beschikking staanijverig gebruiken. We moeten vurig verlangen naar genade en die met eerbied en ootmoed verwachten (Hfdst. 1.16).

De uitverkiezing is alleen een verschrikking voor degenen die Christus’ bloed onrein achten (Hebr. 10:29) door zich aan de zorgvuldigheden van de wereld en aan de wellusten van het vlees over te geven, zolang zij zich niet met ernst tot God bekeren (Hfdst.1:16). Daarom roept Gods Woord het ons toe: Bekeert u! Strijdt om in te gaan door de enge poort (Luk. 13:24). Dat is niet alleen een boodschap voor kerkmensen, maar een boodschap voor iedereen!

Lijdelijkheid

Een van de meest genoemde tegenargumenten is dat de verkiezingsleer lijdelijke mensen kweekt. Men zegt dan: als God iemand verkoren heeft, dan wordt hij zalig en anders niet, dus we wachten maar af of er wat gebeurt. Men durft dan zelfs zover door te redeneren, dat men zegt: Als ik uitverkoren ben, dan kan ik leven zoals ik wil en aan al de begeerten van mijn hart voldoen, want dan word ik toch wel zalig. En als ik niet uitverkoren ben, kan ik mijn hele leven naar de kerk gaan, in de Bijbel lezen en tot God bidden, maar dat helpt dan toch niets; ik maak dan mijn eigen oordeel nog zwaarder.

Voor lijdelijkheid geven de Dordtse Leerregels echter geen grond. Het gaat niet om een lot uit de loterij. De mens is geen stok en geen blok (Hfdst. 3:16). We zijn door de val geestelijk dood, maar niet opgehouden mens te zijn. We zijn nog steeds begaafd met verstand en een wil. Echter wel een verduisterd verstand en een verdorven wil.

Zoals we in het natuurlijke leven de middelen moeten gebruiken, zo moeten we het ook in het geestelijke doen. Ter verduidelijking een voorbeeld: als we ziek zijn, zeggen we niet: de Heere weet of we beter worden of niet, dus we wachten het wel af, laat die pillen maar zitten. Nee, dan gebruiken we de medicijnen die de dokter ons geeft, als het goed is in het besef dat de Heere deze medicijnen moet zegenen, anders worden we niet beter. Daarom behoren we vurig te bidden of de Heere de aangewende middelen wil zegenen en behoren we de Heere te danken als de medicijnen gezegend zijn. Althans, zo hoort het.

Zo is het ook in het geestelijke. We moeten gebruik maken van de middelen (gebed, Bijbel lezen, kerkgang etc.) maar niet zonder de Heere vurig te smeken of Hij deze middelen wil gebruiken. De Heere werkt middellijk. We mogen ons niet indringen in zaken die God voor ons verborgen houdt. Maar degenen die zich tot God bekeren, mogen wel weten dat ze uitverkoren zijn. Als het aan hen gelegen had waren ze verloren gegaan, maar God wilde hen zaligen! Wat een troostvolle boodschap! De Bijbel geeft geen aanleiding voor een lijdelijke prediking. Het beeld van een willekeurig, grillig en onbarmhartig handelende God is on-Bijbels. In de Bijbel wordt de ruimte van Gods vrijmachtige genade voor de grootste van alle zondaren, wie hij ook is, met kracht onderstreept. Dit geheel in lijn met teksten als Ez. 33:11 en 2 Petr. 3:9. Er zijn vele teksten te noemen waaruit blijkt dat het de geopenbaarde wil van God is dat wij ons bekeren! Allen! En dit is zeker: de HEERE houdt er geen verborgen agenda op na.

Eeuwige straf

Nu kunnen medestudenten zeggen dat ze van de uitverkiezing weinig begrijpen, ze vinden het ‘echt niet kunnen’ als gezegd wordt dat al degenen die Christus niet in geloof aannemen verloren gaan. Dat raakt hen namelijk wel! Er kunnen dan discussies ontstaan over de vraag wat de hel nu eigenlijk precies is. Is het geen beeldspraak? Onuitblusselijk vuur en buitenste duisternis zijn toch geen zaken die beide waar kunnen zijn? De hel is echter geen metafoor, met deze begrippen wordt alleen aangegeven dat het gaat om een vreselijke plaats. De Heere Jezus heeft vele malen over de werkelijkheid van de hel gesproken. En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven (Matth. 25:46).

Nedergedaald ter helle

Medestudenten zullen zeggen dat het voor eeuwig verloren gaan toch niet in verhouding staat tot een paar gebreken. Zolang we kleine gedachten hebben van God, hebben we ook kleine gedachten over de zonde. Als we een god in onze gedachten creëren, is dat een god die ligt in het verlengde van onze behoeften, een god die altijd zegent en troost en niet oordeelt en straft. God is toch liefde? De hel als straf tekent ons echter God als Rechter. Hij neemt de zonde zeer zwaar op. Dat zegt iets over Gods heiligheid. Daar mogen we niet gering over denken. God doet recht door het kwaad te straffen. Een fletse opvatting over de hel geeft ook een vage, oppervlakkige opvatting over Jezus’ werk. Hij heeft naar lichaam en ziel de helse angst en pijn geleden. Hij klaagde: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Matth. 27:46b). Wie het ‘eeuwig verloren’ naar de achtergrond drukt in de christelijke leer, ontdoet die klacht van Godverlatenheid van zijn onpeilbare diepte. En hij verkleint de liefde van de Vader, Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft (Rom. 8:32).

God is liefde

Maar de apostel Johannes zegt toch: God is liefde? (1 Joh. 4:8b). Maar laten we niet vergeten dat die liefde ook Zichzelf en Zijn eer betreft. Uit liefde tot Zichzelf en tot Zijn eer is de hel en de toorn van God realiteit. Als Hij niet rechtvaardig mag straffen, dan is Hij in feite geen God. ‘Daarom kan er boven de hel staan: God is liefde’, zo heb ik ds. F. Mallan eens horen uitleggen. En wie gaan er naar de hel? Daar is de Heere Jezus heel duidelijk over (zie Matth. 25:31-46). En dan is het opmerkelijk dat Hij de hel het eeuwige vuur noemt, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is (Matth. 25:41b). De hel is de plaats voor de duivel, maar de mensen die God niet als Koning aanvaarden zullen die plaats ook moeten bewonen. De bekende apologeet C.S. Lewis zegt daarover in het licht van de menselijke verantwoordelijkheid: ‘Er zijn slechts twee soorten mensen: Mensen die tegen God zeggen ‘Uw wil geschiede’ en mensen tegen wie God zal zeggen ‘uw wil geschiede’.’ Het is een aangrijpend onderwerp, maar ik hoop dat onze studenten als het gaat over deze zaak juist iets van Gods grenzeloze liefde kunnen vertellen. Soevereine liefde. Liefde voor een volk dat de eeuwige straf verdiend had, maar uit genade zalig wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Leren van Paulus op de Areopagus (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's