Censura morum: Onderzoek onder de ambtsdragers
Geheimzinnig
Als het Heilig Avondmaal bediend staat te worden, wordt op de voorafgaande zondag een voorbereidingspreek gehouden of gelezen. Er zullen maar weinig mensen zijn die niet weten wat dat inhoudt. Het staat immers in het Avondmaalsformulier, dat het ‘vóór alle dingen nodig’ is dat men zich ‘recht’ moet ‘beproeven’. Dat onderzoek is een persoonlijke zaak tussen de ziel en de Heere en daarom een gewichtige zaak.
Dit persoonlijk onderzoek naar de staat van de ziel en de verhouding met de Heere is echter niet het enige onderzoek dat plaats moet vinden. Boven dit artikel staat daarom: ‘Onderzoek onder de ambtsdragers’. Dit onderzoek staat ook wel bekend als ‘Censura morum’. In gemeenten waar dit vooraf afgekondigd wordt in de kerk zijn er altijd wel mensen die zich afvragen wat dat inhoudt. Het wordt soms als iets geheimzinnigs ervaren. Wat gebeurt er toch in de consistorie tijdens censura morum? Over wie gaat het? 1
Censura …
Eerst iets over het woord ‘censuur’. Het woord is afgeleid van ‘censura’ en betekent: strenge beoordeling, kritiek. Het uitoefenen van censuur gebeurt als iets verboden wordt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld controleerde de Duitse overheid alle media. De Duitsers wilden voorkomen dat bekend werd welke tegenslagen en verliezen zij hadden geleden. In deze betekenis is censuur het tegenovergestelde van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
In het kerkelijk leven kennen we ook het ‘onder censuur zetten’ van een lid dat in een openbare zonde leeft. Iemand komt dan onder kerkelijk toezicht te staan. In dat geval wordt diegene, zolang die onder censuur staat, uitgesloten van deelname aan de sacramenten. Ook wordt mannelijke leden verboden om tijdens die censuurperiode de ledenvergaderingen bij te wonen. Samengevat: Als iemand onder (stille) censuur staat, kan hij geen gebruik maken van zijn kerkelijke rechten. Aangrijpende zaken!
Met deze betekenissen van het woord ‘censuur’ in het achterhoofd kunnen er allerlei beelden over censura morum ontstaan die niet juist zijn. Het gaat namelijk niet over de censuur die we vinden in de artikelen 71 tot en met 80 van de kerkorde, maar over censura morum.
… morum
Wat betekent de toevoeging ’morum’? ‘Morum’ komt van ‘mores’. Er zullen lezers zijn die dat woord wel herkennen omdat het gebruikt wordt in de uitdrukking ‘Ik zal je mores leren’. Er wordt dan bedoeld dat je van plan bent iemand, misschien wel hardhandig, te leren wat de regels of gewoontes zijn. Hiermee komen we dicht bij de betekenis van censura morum. Letterlijk betekent dat namelijk ‘toezicht op de zeden, op de levenswandel’. Voorafgaand aan de bediening van het Heilig Avondmaal wordt dus onderzoek gedaan naar de levenswandel.
Onder elkaar
Dan komt de volgende vraag naar boven: wiens levenswandel wordt onderzocht? Daar geeft onze kerkorde, waarnaar het kerkelijk leven wordt ingericht, antwoord op. In artikel 81 is te lezen: ‘De dienaren des Woords, de ouderlingen en de diakenen oefenen onder elkaar de christelijk censuur uit ….’. Twee zaken vallen op.
Hier worden alleen ambtsdragers genoemd. Het gaat dus niet over gemeenteleden, het gaat over kerkenraadsleden. Dat is het eerste. Het is belangrijk om dat vast te stellen. Voor zover ik weet is dat ook de praktijk in onze gemeenten. Er zijn ook kerkverbanden, bijvoorbeeld de Hersteld Hervormde Kerk, waar censura morum breder opgepakt wordt en gemeenteleden ook bezwaren in kunnen dienen tegen leer en leven van andere gemeenteleden.
Het tweede wat opvalt, is dat de censuur (het onderzoek) niet gaat ‘over’ elkaar, maar ‘onder’ elkaar. Het is alsof de kerkorde zegt: praat niet over, maar praat met (onder) elkaar.
Dat is niet altijd zo geweest. In de eerste jaren van de Gereformeerde kerk, ruim vierhonderd jaar geleden, verlieten de kerkenraads-leden beurtelings de consistorie, waarna de overige kerkenraadsleden eventuele aanmerkingen op de levenswandel van de betreffende ambtsdrager konden maken. Er kon gemakkelijk en vrijuit gesproken worden over de afwezige; er werd dus ‘over’ elkaar gepraat. De keerzijde daarvan is duidelijk: kwaadsprekerij werd bevorderd en het deed afbreuk aan de broederlijke omgang. Na de Dordtse Synode is daar formeel geen sprake meer van.
‘Onder elkaar’ dus. Dat betekent ook dat het niet gaat zoals in de rooms-katholieke kerk, waar het hogere ambt toeziet op het lagere ambt (bijvoorbeeld de bisschop op de pastoor, de pastoor op de kapelaan). Maar het gaat om onderling elkaar in liefde vermanen.
Vermanen
Is zo’n onderzoek wel nodig? Kerkenraadsleden behoren toch onbesproken te zijn in leer en leven?
Helaas, de praktijk is anders. Kerkenraadsleden kunnen (helaas!) ook vermaand moeten worden. Daar is censura morum voor. De kerkorde vervolgt namelijk in artikel 81: ‘… en vermanen elkaar zo nodig broederlijk omtrent de bediening van hun ambt’. Het oorspronkelijke artikel 81 omschreef het als ’elkaar van de bediening van hun ambt vriendelijk vermanen’.
Het gaat om de vraag of ieder kerken raadslid zijn ambt op de juiste wijze uitoefent. Die uitoefening moet zijn naar Gods Woord, de belijdenisgeschriften en de kerkorde. Als iemand daarin tekort schiet, moet diegene daarover vermaand worden. Er moet eerlijk gezegd worden wat er aan de ambtelijke bediening schort. Eerlijk, maar ook broederlijk. In het kerkelijk leven wordt niet voor niets gesproken over ambtsbroeders. Nee, er wordt niet gevit over ‘onnozele wissewasjes (Scholten). Maar als iemand werkelijk tekortschiet, dan hoort men elkaar daarop te wijzen en elkaar aan te sporen tot meerdere ijver. Het gaat uiteindelijk om Gods eer en het welzijn van de gemeente. Broederlijke liefde is dan de grondtoon van de vermanende woorden en dan zal de vermaning ook in liefde aanvaard en ter harte genomen worden. Zijn de bezwaren van ernstige aard en kunnen ze niet tijdig opgelost worden, dan moet de kerkenraad met pijn in het hart besluiten de bediening van het Heilig Avondmaal uit te stellen. Hoe kan immers de Heere een zegen gebieden over de bediening van dit sacrament als het niet vlak ligt onder de broeders?
De vraag
Welke vraag stelt de voorzitter van de kerkenraad aan de orde tijdens censura morum?
De voorzitter vraagt of er iemand is die iets heeft tegen een van de andere broeders, in het bijzonder wat betreft de bediening van hun ambt. In eerdere formuleringen werd ook leer en leven genoemd. Dat is later verwijderd om de nadruk te leggen op het werk als ambtsdrager, maar dat betekent niet dat leer en leven van de ambtsdragers niet tot het onder zoek zouden behoren.
Ook kan de voorzitter vragen of er belemmeringen liggen om het Heilig Avondmaal te bedienen.
Het is niet verboden om de vraag in het algemeen te stellen, maar vanwege het gewicht van de zaak kan ervoor gepleit worden om de vraag hoofd voor hoofd te stellen. Daar is echter niets over beschreven.
De gemeente
Staat de gemeente helemaal buiten spel als het gaat over censura morum’, omdat het een interne zaak van de kerkenraad betreft? Er zijn gemeenten waar censura morum niet afgekondigd wordt. De bekendmaking daarvan is ook helemaal geen verplichting. Andere kerkenraden maken het wel bekend dat en wanneer er censura morum gehouden wordt. Hoewel het ‘geheimzinnige’ element ertoe kan leiden dat gemeenteleden zich elke keer weer afvragen wat censura morum toch inhoudt, kan het anderzijds ook de onuitgesproken bedoeling van de kerkenraad zijn om de gemeente erop te wijzen dat het houden van het Heilig Avondmaal in het midden van de gemeente een gewichtige zaak is voor gemeente én kerkenraad. Het kan een aansporing zijn om de Heere te smeken om broederlijke liefde in de gemeente en onder de ambtsdragers. Dat laatste zal immers een positieve invloed hebben op het gemeenteleven.
In aansluiting op censura morum kan in de kerkenraad ook nog de vraag aan de orde komen of er iets bekend is in de gemeente dat het Avondmaal in de weg zou kunnen staan of zou kunnen ontheiligen.
Heilig
Er is nog meer te zeggen over dit onderwerp, bijvoorbeeld het houden van censuur aan het einde van de synode- en classisvergaderingen. Dat laat ik nu rusten, evenals het punt dat er voor gemeente leden de mogelijkheid is om bezwaren tegen een kerkenraadslid in de kerkenraadsvergadering te uiten. Dat moet immers niet wachten tot de bediening van het Avondmaal. Uiteraard moet het gemeentelid daar het kerkenraadslid eerst persoonlijk op hebben aangesproken, zoals voorgeschreven in Matthéüs 18. Pas als dat niet het gewenste resultaat heeft, mag een gemeentelid zijn bezwaren bij de kerkenraad indienen.
Het feit dat censura morum een onderdeel van het kerkelijk leven is, laat de heiligheid van het sacrament, maar ook van het ambt zien. De Heere Zelf heeft gesproken: Gij zult heilig zijn, want Ik, de HEERE uw God, ben heilig (Lev. 19:2). Het moge ons elke keer maar weer in de klem brengen en doen smeken met ds. Van Lodenstein:
Heilig mij, heilig mij,
Ik moet Jesu, zijn als Gij.
Heilig mij, heilig mij:
Ik moet heilig zijn als Gij.
Noot
1. De voor dit artikel gebruikte bronnen zijn: ds. G.J. van Aalst, Achter gesloten deuren …. Gedachten over kerkenraadswerk (serie Pastorale gedachten), ds. K. de Gier (Kerkrecht.nl), L.M.P. Scholten in Terzijde (DWS, 10 en 17 december 2009).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's