Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het hemels baldakijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het hemels baldakijn

5 minuten leestijd

De kerknieuwspagina’s van het Reformatorisch Dagblad bieden belangrijk nieuws over allerlei ontwikkelingen in kerkelijk Nederland. Het belang ervan wordt onderstreept door het nieuws direct na de voorpagina op te nemen. Soms is dat nieuws verblijdend, maar in een toenemend aantal gevallen kan dat niet gezegd worden. En dan doel ik op de verwatering van Bijbelse standpunten over de schepping, het huwelijk, (homo)seksualiteit, de genderdiscussie, de positie van de vrouw in het ambt, euthanasie, crematie etc. In toenemende mate worden eigen afwegingen gemaakt en wordt de Bijbel anders uitgelegd dan de oude Godgeleerden dat deden in bijvoorbeeld de kanttekeningen van de Statenbijbel. Allerlei Bijbelteksten verliezen hun kracht omdat ze als tijdgebonden en cultureel bepaald worden gezien. Op deze nieuwe hermeneutiek kom ik in een ander artikel terug. Maar de Bijbel heeft steeds vaker nauwelijks zeggingskracht meer bij besluiten die genomen worden op welk terrein dan ook. Voorheen werd er wel gesproken over een scheiding tussen leer en leven, heden ten dage wordt de leer aangepast aan het leven.

The Sacred Canopy

Deze ontwikkeling doet me denken aan de titel van een boek: ‘Het hemels baldakijn’. Dit boek is de Nederlandse vertaling van The Sacred Canopy, een belangrijke studie over religie en secularisatie uit 1967, door de socioloog Peter L. Berger. Een baldakijn is een beschuttende overkapping die vooral dienst doet als waardigheidsteken. Het is gemaakt van hout, steen of metaal en wordt vaak gebruikt boven een preekstoel, een koninklijk bed of troon. Maar het kan ook gewoon dienen als beschutting tegen de zon boven een terras. Het gaat dus om een beschutting die het gehele onderliggende overdekt en beschermt.

Berger onderzocht en beschreef hoe het geloof fungeert als een “heilige overkapping” die betekenis geeft aan de wereld. Het geloof schept een veilige ruimte voor de gemeenschap. Berger stelde dat het geloof helpt om orde en stabiliteit in het leven van mensen te brengen. Hij onderzocht het proces van secularisatie en constateerde dat het geloof haar invloed verliest in de moderne samenleving. Het hemels baldakijn wordt steeds kleiner. Als het baldakijn wordt verwijderd is er geen gezamenlijke ruimte meer voor gedeelde waarden.

Berger ontdekte dat de ontkerkelijking het gevolg is van secularisatie, maar daarnaast merkte hij op -al ruim vijftig jaar geleden- dat het geloof zelf ook verandert. Buiten de kerk tiert het geloof welig, in allerlei vormen. Het geloof is dus niet verdwenen, maar de kerkgang wel. Binnen dit moderne geloof is er van alles mogelijk, de Bijbel is geen toetssteen meer.

Van Lodenstein

Het beeld van het hemels baldakijn kwam weer bovendrijven na het lezen in het werk van ds. Van Lodenstein. Deze predikant was ervan overtuigd dat alles, werkelijk alles onderworpen is aan Gods Woord. Elke daad, elke gedachte moet worden getoetst aan de Bijbel en dient te strekken tot Gods eer. En natuurlijk, hij wist ook wel dat dit geen dagelijkse praktijk is. Vandaar dat hij veel sprak over zelfverloochening, zelfbeheersing en zelfonderzoek. Een afhankelijk leven en een dagelijkse bekering tot de Heere is daarom noodzakelijk voor iedereen.

Hert-sterckte in Jehova

Het hemels baldakijn van Van Lodenstein is o.a. terug te vinden in zijn lied ‘Hert-sterckte in Jehova’, dat is gepubliceerd in het boek Uyt-spanningen. Het lied is geschreven tijdens zijn ballingschap in Rees. Het eerste van de ‘Reescher liederen’ heeft als uitgangspunt 1 Samuël 30:6: En David werd zeer bange, want het volk sprak van hem te stenigen, want de zielen van het ganse volk waren verbitterd, een iegelijk over zijn zonen en over zijn dochters; doch David sterkte zich in den HEERE zijn God. De dichter richt zich tot zijn intieme, godvrezende vrienden in Utrecht, die elkaar met woord en lied stichtten. Dat zingen doet Van Lodenstein ook tijdens zijn gevangenschap en dat brengt hem tot het grondthema: God is in Zijn heerlijkheid en wijsheid te allen tijde onze lof waard, wat Hij ons ook doet overkomen. Hoe zouden wij het beter weten dan de Eeuwige, Die naar Zijn ondoorgrondelijk besluit de kosmos geschapen heeft en in stand houdt?

Zo is het lied een lofzang op de raad van God, Die niet zonder diepe zin tweemaal de Goedheid Zelf wordt genoemd. De gelovige past derhalve onder alle omstandigheden enkel onvoorwaardelijke overgave en aanbidding.

In het tweede lied over deze tekst staat de dichter met name stil bij de algehele zelfverzaking, die graag beoefend wordt door wie het om God en Zijn eer begonnen is. Zo verliest alles wat de dichter in zijn ballingschap missen moet, alle betekenis en is ook in moeilijke omstandigheden zijn geestelijke vreugde tastbaar. In de volgende coupletten wordt een hemels baldakijn zichtbaar, waarvan te wensen is dat dit onder ons nog gevonden zou mogen worden:

’t Hoort den Hemel alles toe

Wat ick denck, en wat ick doe,

Wat ick hebb’, of oyt vermoge,

Wat my lief is, wat my lust,

Al ’t begeren van mijnn’ ooge,

Mijn vernoegen, en mijn rust.

Wis, die ’t alles schiep, wel weerd

Is dat alles Hem vereert.

Hy is d’ Aanvang-losen Ader1 d’ On-verwelckelijcke spring2,

’t Grond’-loos diep daar ’t al te gader3

Komt, dat uyt hem ’t Al ontving.

Wy sijn niet dan stof en eerd

En by Hem geen stofje weerd.

Hóópt wat Heerlijck is te vinden

In de Wereld all op een;

’t Minste stofje in de Winden

Heeft gelijcke weerdicheen.

Ey! helpt my het grondloos Niet

Sien, van al wat Schepsel hiet!

Niets, ja niets en sijn wy weerdig

Vriendschap, Goed, vermaack, of eer,

(Meenen wy ’t ’t is onregtveerdig)

Alle Schepsel hoort sijn Heer4.

Hebben we een hemels baldakijn? En hoe staat het dan met ons hemels baldakijn? Zit het vol gaten en scheuren? Of is er zelfs een stuk van afgerukt? Alleen hartvernieuwende genade kan dat herstellen en vernieuwen! Alleen dan kunnen we -met recht- met Van Lodenstein instemmen: ’t Hoort den Hemel alles toe, wat ick denck, en wat ick doe.


1. = de springader zonder oorsprong

2. = Springader [bron] van het levende water

3. = alles tezamen

4. = Elk schepsel behoort toe aan zijn Eigenaar, Gebieder

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Het hemels baldakijn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's