Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Biddag in een tijd van onvrede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Biddag in een tijd van onvrede

9 minuten leestijd

Intro

Volgende week woensdag komen we bij elkaar in een biddag. Tijdens de biddagdiensten komen jaarlijks vaste elementen terug. Een biddag is een biddag voor gewas (land- en tuinbouw en visserij) en arbeid. Het houden van een biddag vindt echter ook altijd plaats tegen de achtergrond van de tijd waarin we leven. In dit artikel wil ik eerst laten zien dat we biddag vieren in een tijd van grote maatschappelijke onvrede. Vervolgens signaleren we hoe er in Nederland en Europa wordt gereageerd op die onvrede. In de derde plaats zoeken we naar een Bijbelse houding op deze reacties. Tenslotte stippen we iets aan omtrent de juiste houding op de biddag.

Onvrede

In onze samenleving bestaat grote onrust en onvrede over de toekomst van ons land en van West-Europa. Waardoor ontstaat deze onvrede? We noemen, zonder uitputtend te willen zijn, verschillende oorzaken.

1. De onvrede wordt onder andere veroorzaakt door de open grenzen van ons land en van Europa, waardoor de stroom asielzoekers niet wordt ingedamd. We erkennen dat er asielzoekers zijn die in levensgevaarlijke situaties zoeken naar een veilige schuilplaats. Juist déze asielzoekers hebben in de huidige situatie nauwelijks kans op goede opvang, doordat er een grote stroom asielzoekers naar Europa komt om te delen in de grote welvaart van West-Europese landen. Deze stroom van asielzoekers zet de asielopvang onder grote druk en zet onze samenleving onder grote druk.

2. De onvrede over het grote aantal asielzoekers wordt versterkt door onaanvaardbaar gedrag van (jonge) inwoners met bijvoorbeeld een Marokkaanse achtergrond. Het is aantoonbaar dat er onder deze jongeren een relatief groot aantal met justitie in aanraking komt. Ons land is in november op een schrikbarende manier geconfronteerd met deze situatie door de rellen tegen Joodse supporters in Amsterdam en deze maand door de moord op een elfjarig meisje in Nieuwegein. Denk ook aan het gevoel van onveiligheid dat je in de steden op straat zomaar kan overvallen.

3. Een andere oorzaak van onvrede is het grote tekort aan woonruimte. Jonge mensen, ook onder ons, zijn bijna niet in staat om een koopwoning te bemachtigen, helemaal niet als ze dit op basis van één salaris willen doen. De oorzaak hiervan ligt niet alleen in het aantal asielzoekers, maar heeft ook alles te maken met het grote aantal echtscheidingen, waardoor gezinnen uit elkaar vallen en daardoor twee in plaats van één woning nodig hebben.

4. Grote onvrede en angst is er ook over de nog altijd voortslepende oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Die angst werd versterkt toen de secretaris-generaal van de NAVO krachtig opriep om ons voor te bereiden op een oorlog. Hij zei zelfs dat de vraag niet was óf er een oorlog komt, maar wannéér deze uitbreekt.

5. Er ontstaat meer en meer onvrede over de wijze waarop onze nieuwsvoorziening werkt. De meeste kranten, ook de Nationale omroep NOS, laden zo langzamerhand de schijn op zich dat ze zeer bevooroordeeld met nieuwsberichten omgaan en minder hechten aan objectieve berichtgeving. Dan wordt er vanuit vooropgezette meningen geselecteerd en becommentarieerd. Ik noem slechts de naam van president Trump en van de staat Israël.

6. Binnen onze gezindte bestaat ook onvrede. Onvrede over het belastingstelsel dat onrechtvaardig uitpakt voor éénverdieners. Onvrede over de wijze waarop ideeën over gender e.d. opgedrongen worden aan de (eigen) scholen. Onvrede over de houding ten opzichte van onze boeren, vissers e.d. Kortom, onvrede alom.

De wereldse wijze van reageren op deze onvrede

In het kader van de biddag is het van betekenis te onderzoeken hoe deze onvrede tot uitdrukking komt. Het uiten van de onvrede richt zich veelal tegen de zittende overheden. Dat blijkt uit enkele verschijnselen.

1. Allereerst is er sprake van zeer wisselende verkiezingsuitslagen. De burger van Nederland uit zijn onvrede door elke keer weer te kiezen voor partijen die heel bewust voor een andere regeringskoers kiezen. Denk maar aan de ongekende winst van de PVV en de opkomst van het NSC bij de laatste verkiezingen. Inmiddels voorspellen de exitpolls al weer een heel andere uitslag.

2. De onvrede uit zich ook in de hoeveelheid demonstraties en betogingen. Amsterdam is hierin kop loper: er zijn daar voortdurend allerlei betogingen. Opzienbarend zijn de protesten van Extinction Rebellion: een platform van allerlei organisaties die zich zorgen maken over klimaat en milieu. De extreemste (onaanvaardbare!) vorm van protest was het blokkeren van snelwegen in en rond Den Haag.

3. De onvrede uit zich ook door allerlei negatieve uitlatingen over de regering. Het kan gaan over de eerdere kabinetten-Rutte, maar ook over het kabinet-Schoof. Het kan gaan over president Trump, maar ook over oud-president Biden.

Uit dit alles kan de conclusie worden getrokken dat veel onvrede zich uit tegen zittende overheden. Terecht of onterecht.

Hoe kijkt de Bijbel tegen deze reacties aan?

Op sommige momenten kunnen uitingen tegen zittende regeringspersonen en tegen bestaand regeringsbeleid zeer begrijpelijk zijn. Bij overtreding van Gods wet is verzet zelfs geboden. Het kán echter ook bij ons de neiging oproepen om ons te scharen bij het brede verzet tegen bestaande regeringen. De Heilige Schrift wijst ons een andere weg. De grote lijn van de Schrift over regeringspersonen vinden we samengevat in Romeinen 13, waar de apostel Paulus schrijft: Er is geen macht dan van God, en de machten die er zijn, die zijn van God geordineerd. Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie Gods wederstaat; en die ze wederstaan zullen over zichzelf een oordeel halen (Rom. 13:1-3).

Onze grondhouding dient een houding van onderworpenheid te zijn. Welke regering er ook zit, want elke regering heeft een goddelijke volmacht. In Zondag 39 van onze HC staat een heldere conclusie: “….aangezien het Gode belieft ons door hun hand te regeren.”

Gepaard met onderworpenheid roept de Schrift op tot gebed voor de overheden, ook op de aanstaande biddag. Ik vermaan dan vóór alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen, voor koningen en allen die in hoogheid zijn, opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid (1 Tim. 2:1-2).

Wat past ons op de aanstaande biddag?

Op de aanstaande biddag passen ons drie zaken: gebed voor de overheid, verootmoediging en tevredenheid.

1. Allereerst wordt van ons allen op de aanstaande biddag het gebed voor de overheden verwacht. Omdat de Heere dit van ons vraagt. Welk kabinet er ook zit. Welke president er ook regeert.

2. Tegelijk is het nodig om te beseffen dat we biddag houden in een tijd waarin de oordelen van God laag hangen over deze wereld. Zullen de gesignaleerde bronnen van onrust, zoals we ze hierboven beschreven, uiteindelijk leiden tot de volvoering van Gods oordelen over zondige landen en volken? Daarom past ons op de aanstaande biddag verootmoediging. “Een zware druk ligt op ons volk. Van dag tot dag wordt klacht op klacht geslaakt en dat niet zonder reden. Och, of wij in dit alles de hand des Heeren mochten opmerken en beschaamd voor Hem ons buigen onder onze zonden, die het ons zo bitter maken. (…) Gods oordeel begint van het huis Gods. (…) Och, of wij met al onze verlatingen en afwijkingen, in al onze drukwegen en tegenheden, temidden van een wereld die rijp wordt voor Gods oordelen, in Hem ons leven mochten zoeken, Die gezeten is aan de rechterhand des Vaders om altijd voor Zijn kerk te bidden.”1

3. In plaats van onvrede past ons ook een houding van tevredenheid. Nog altijd zijn we omringd door onnoemelijk veel zegeningen. Zegeningen die het natuurlijk leven betreffen. We hebben meer dan ‘voedsel en deksel’: Maar als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd zijn (1 Tim. 6:8). Maar in het bijzonder hebben we wel de geestelijke zegeningen te waarderen. Elke zondag kunnen de deuren van Gods huis nog in vrijheid worden geopend. Gods knechten arbeiden nog onder ons en er is een rijke erfenis aan preken om in de leesdiensten te gebruiken, maar ook om deze thuis te lezen. Onze kinderen kunnen ongehinderd naar catechisatie en naar christelijke scholen.

Kortom, er kunnen redenen zijn tot onvrede, maar we hebben veel en veel meer reden tot ware tevredenheid. Tegelijk moeten we ons realiseren dat de ware tevredenheid niet meer groeit op onze hartenakker. De godzalige Jeremias Burroughs klaagde over zijn eigen hart: “Ik had een morrend, tobbend hart in me, dat zich geërgerd heeft. Elk klein kruis brengt me uit mijn doen en mijn humeur. O, die onstuimige geest van me! Wat ziet God veel kwaad in mijn hart, in dat getob en in die ergernis van mijn hart, in dat morren en klagen van mijn geest! O, God mocht het u eens doen zien!”2

Daarom is het noodzakelijk een plaats te krijgen op de school van Christus. “Als u bij Christus op school komt, doet Christus de vrees voor de eeuwigheid over u komen. Dan zorgt Hij voor het ware zicht op de belangrijke dingen van de eeuwigheid en ook op de volstrekte noodzaak van die dingen. Dat bezet uw hart met vrees en het trekt u af van al het andere in de wereld.”3 Dan zullen we ook op een andere wijze onze reis door de wereld maken. “Wees daarom tevreden en prijs de tevredenheid. Wees gewillig om in deze wereld te leven zolang het God behagen zal en denk niet: o, was ik in deze wereld maar van al die noden en zorgen af! (…). O, ga heen, prijs de Naam van God, en zeg: Heere, het is waar: anderen hebben die en die genoegens. Ik zou blij zijn als ik ze ook had, maar Gij houdt mij kort. Ook al heb ik ze niet, dan hebt Gij mij iets gegeven wat goed en beter is. Gij hebt mij een rustig, tevreden hart gegeven, dat U gewillig ten dienste staat.”4


We ronden af met de slotzin die vader Smijtegelt nogal eens gebruikte: “Dat wens ik dat God mij en u zal geven, tot Zijn eer en om Zijns Zoons wil.”


Noten

1. G.H. Kersten, Gods onderzoekende aanspraak aan Zijn volk, uit: Het handschrift uitgewist, Utrecht, 1988, p. 233

2. Jeremiah Burroughs, Een kostbaar kleinood. Over de ware tevredenheid. Houten, 2012, p.141

3. Jeremiah Burroughs, idem, p. 95

4. Jeremias Burroughs, idem, p. 137

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Biddag in een tijd van onvrede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's