De tabernakeldienst (339)

De inhoudsvolle betekenis van het verzoendeksel! Ieder weet wat een deksel is. Met een deksel sluiten we bijvoorbeeld een pan, een pot, of een kist af. Het woord ‘deksel’ is afgeleid van het woord ‘dek’ wat letterlijk betekent iets dat ergens overheen wordt gelegd. Als de Heere in Zijn Woord spreekt van een verzoendeksel, dan is het de wezenlijke vraag of de ark voor ons is áfgesloten of dat deze nog ópen ligt! Is deze voor ons nog open dan betekent dit dat de vloekspraken ons deel nog zijn en we in een onverzoende staat met God leven. Is de ark voor ons afgesloten door middel van het verzoendeksel dan betekent dit een grote genade omdat we dan met God verzoend zijn en hersteld in Zijn gemeenschap door Christus’ bloed en gerechtigheid. Denk aan de bekende versregels uit Psalm 32:1: Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Vergeven of bedekken heeft hier dezelfde betekenis. Wat een bijzonder voorrecht om door genade met God in Christus hersteld en verzoend te zijn en in Gods zalige gunst en gemeenschap te delen.

Verzoendeksel - genadestoel

We lezen namelijk: Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud (Exod. 25:17). Deze massieve deksel van goud bedekte de hele kist waarin de twee stenen tafels van de wet lagen (Deut. 10:2). We schreven dat het woord deksel is afgeleid van het woord ‘dek’. Het is ook verwant met het woordje ‘dak’. In Markus 2:4 lezen we de geschiedenis van de vier vrienden die een verlamde man bij Jezus wilden brengen, maar dit was voor hen onmogelijk vanwege de grote toeloop van mensen rondom de woning. Zij klommen toen op het dak, ont-dekten het platte dak en brachten de man op het matras met touwen voor de voeten van Jezus.

Onze Statenvertalers hebben het grondwoord overgezet met ‘verzoendeksel’, Luther en de Engelse overzetting met ‘genadestoel’. Beide uitdrukkingen wijzen ons erop dat alleen God de Vader ons genadig kan zijn als Hij door Christus’ bloed met ons verzoend is. God de Vader reikt dan vanaf Zijn genadestoel de scepter aan van Zijn genade en barmhartigheid. Tevens verzekert Hij ons van de vergeving van zonde, Zijn genadige hulp in tijden van benauwdheid en Zijn getrouwe leiding door dit tranendal en eindelijk door de doodsjordaan. Als we zo aan de overzijde mogen komen, zullen we vol verwondering zeggen: ‘Ben ik hier, ik, zo’n zondaar?’

Hoewel de verlosten in de hemel niet bedroefd zullen zijn om hun bedreven zonde op aarde, zullen zij wel het nieuwe lied tot hun verwondering zingen: Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed (Openb. 5:9). Hoe hemels verrukt en verruimd zal men daar zijn. Zij zijn voor eeuwig in Christus vrij van de zonde. Het is onze verzuchting nu we hier iets van de zoetigheid mogen proeven, of Gods Geest ons verder wil inleiden in dit heilgeheim. We geloven dat er lezers onder ons zijn die daar geen vreemdeling van zijn, maar ook dat de Heere door zal gaan met het zaligen van zondaars. Daarom schrijven we verder op hoop van zegen!

De ontmoeting boven het verzoendeksel of de genadestoel beloofd

De Heere gaf Mozes opdracht om een deksel op de ark te maken waarop het bloed van het offerdier zou gesprengd worden. Het verzoendeksel of de genadestoel beeldde de verzoening met God door Christus af. God de Vader zou Zijn volk daar willen ontmoeten en Zijn wil bekend maken door tot hen van vrede te spreken. Weet dat er voor goddeloze en verdoemelijke zondaars geen andere weg is dan ons hier wordt voorgesteld!

Hoor wat een troostwoorden de Heere eraan toevoegt: En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken van boven het verzoendeksel af, van tussen de twee cherubs (die op de ark der getuigenis zijn zullen), alles wat Ik u gebieden zal aan de kinderen Israëls (Exod. 25:22).

Hier geeft de Heere duidelijk bevel dat het verzoendeksel dan pas op de ark gelegd moest worden als eerst de twee stenen tafelen van de wet erin gelegd waren. Daarna mocht men de ark niet meer openen (Zie kantt. 28). We mogen deze tekst: En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken van boven het verzoendeksel af, ook lezen: En aldaar zal Ik u ontmoeten, en Ik zal met u spreken van boven den genadetroon (Engelse vertaling). De getrouwe Verbonds-God beloofde hier dat Hij Mozes en Aäron de hogepriester als vertegenwoordigers van het volk van Israël wilde ontmoeten, om met hen te spreken en een hemels antwoord te geven. Hij had dáár Zijn woonplaats. Wonderlijk! De Heere woonde dus tussen de gouden cherubs (engelen ­ gedaanten) die boven het verzoendeksel afgebeeld stonden. Hij zat daar op Zijn troon, op Zijn genadestoel (1 Sam. 4:4; 2 Sam. 6:2; 2 Kon. 19:15; Ps. 80:1; Ps. 99:1).

Heeft de Heere dit niet bevestigd? Toen Mozes met het volk van Israël een jaar lang in de woestijn was, legde hij de twee stenen tafelen in de ark: En het geschiedde in de eerste maand, in het tweede jaar, op den eerste der maand, dat de tabernakel opgericht werd. Voorts nam hij en legde de getuigenis in de ark, en deed de handbomen aan de ark, en hij zette het verzoendeksel boven op de ark (Exod. 40:17,20). Vervolgens vervulde de Heere Zijn verbondsbelofte door Mozes bij de ark te ontmoeten. Zo lezen we dat de bevoorrechte Mozes de Heere hoorde spreken: En als Mozes in de tent der samenkomst ging om met Hem te spreken, zo hoorde hij een stem tot hem sprekende van boven het verzoendeksel, hetwelk is op de ark der getuigenis, van tussen de twee cherubs; alzo sprak Hij tot hem (Num. 7:89).

De ontmoeting boven het verzoendeksel of de genadestoel geschonken

Deze korte uitleg geeft duidelijk het wonder van genade te kennen dat de heilige en rechtvaardige God Zich wil ontfermen over arme, verloren en verdoemelijke zondaars om Christus’ wil. Wat een hemels voorrecht is dat voor hellewichten! Is het niet ontroerend, als we bedenken dat God de Vader nietige zondaars en rebellen in Adam, genadig wil zijn en dat Christus voor hen zo ontzaglijk heeft geleden, opdat zij tot God mogen gaan om verzoening van hun gruwelijke en hemeltergende zonden te verkrijgen? De eeuwige Verbonds-God wil hen middels deze geschiedenis verzekeren dat zij Hem zullen ontmoeten. Hij ziet hen in Christus aan voor wie de dierbare Borg Zijn bloed heeft gestort, waardoor zij op rechtsgronden met God de Vader zijn verzoend. Weet dat Gods troon alleen een genadetroon is als er verzoening door Christus, de Verzoening heeft plaatsgevonden (1 Joh. 4:10).

Behalve Aäron de hogepriester was Mozes de enige die in het heiligdom mocht komen om God in Christus te ontmoeten. Als Mozes een vraag kreeg van het volk die hij niet kon beantwoorden, dan mocht hij in het heilige der heiligen gaan en de Heere om raad vragen. Wat een les. Dit leert ons dat de weg naar de gemeenschap met God alleen in Christus mogelijk is. Zijn Naam ‘Verzoening’ drukt Zijn verzoenend Middelaarswerk uit door het storten van Zijn bloed en het verdienen van de zaligheid voor Zijn Kerk. Wat een bemoediging is dit voor de bedrukten van Zijn volk in de stormen van dit leven: Christus is onze Hogepriester, Die Zichzelf heeft opgeofferd als Zoenoffer en Die voor ons bidt aan de rechterhand van God de Vader. Ja, door Christus hebben we gemeenschap met God de Vader en met God de Heilige Geest. God spreekt dan tot ons van boven de genadestoel en openbaart Zichzelf aan ons in Christus.

Omdat er verzoening is bij God, wordt het verzoendeksel ook de troon van genade genoemd. Er is genade voor schuldige zondaars. Zij roepen uit: ‘Heere, doe toch niet met ons naar onze zonde, maar schenk ons genade en barmhartigheid om Christus’ bloed.’ Als u naar Jezus smacht, dan geeft Hij op Zijn tijd het water des levens om niet. Geef Hem dan wel de eer. Wees kinderlijk eenvoudig en smeek in rechte afhankelijkheid om genade. Wanneer u nu als een arme zondaar een onverdiende gunst wenst te ontvangen, geeft Gods Geest u lage gedachten van uzelf en tegelijk geloofsvrijmoedigheid. We roepen alle ware gelovigen op die behalve hun verdorvenheid ook hun geestelijke armoede inleven, om de toevlucht tot God te nemen: Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden om geholpen te worden te bekwamer tijd (Hebr. 4:16).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen