Ik Kan Alles!
Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft. Filippenzen 4 : 13 (Vooraf te lezen: Filippenzen 4 : 10-23.)
"Er is in het leven van ieder mens een tijd geweest, waarin hij dacht: mijn vader kan alles! Die tijd gaat vanzelf over. Dan komt er een periode, waarin wij, min of meer bewust, menen: ik kan alles! Als wij dan de verhouding van mensenkracht en mensenlot beginnen te beseffen, dan gaan wij zeggen: ik kan wel niet alles, maar ik doe wat ik kan. Maar dan komen de kwade dagen, de jaren waarin wij geen lust hebben, en moeten wij erkennen: ik kan alles niet meer zoals vroeger. En eindelijk breekt het ogenblik aan, voorbij de hulpbehoevendheid, waarin mensen kunnen voorzien: het ogenblik der volkomen machteloosheid."
Ieder, die jong geweest is en oud geworden is, zal met deze woorden van wijlen dr. Koopmans (in zijn Kleine Postille) van harte instemmen. Daarom moeten wij ons wel verwonderen over het grote woord, dat Paulus spreekt in onze tekst. Hij is al op een leeftijd gekomen, dat een mens gaat merken: ik kan alles niet meer als vroeger. Ik voel, dat ik er niet beter op word en dat mijn krachten gaan verminderen. Bovendien heeft hij tijdens zijn zendingsreizen zo ontzettend veel in lichamelijk en geestelijk opzicht ondergaan, dat hij wel vroeg oud moest zijn. Maar tot onze verbazing horen wij hem onomwonden verklaren: "Ik vermag alle dingen!" En dat houdt niet minder in dan; "Ik kan alles!",,.
*
Nu moeten wij die fiere uitspraak van Paulus natuurlijk niet verkeerd verstaan. Hij treedt hierin niet naar voren als een krachtfiguur of geweldenaar, die zichzelf in staat acht om de wereld te maken en te breken. Het verband wijst duidelijk uit, dat hij het niet zozeer heeft over alles-kunnen-doen als wel over alleskunnen-dragen. Hij bedoelt kennelijk: Ik kan tegen alles, ik ben tegen alles bestand!
Hij is namelijk in het slot van zijn brief bezig de Filippenzen te bedanken voor de financiële ondersteuning, die hij door tussenkomst van Epaphroditus van hen ontvangen heeft. Hij heeft die materiële hulp vooral erg gewaardeerd als een tastbaar bewijs van hun liefde voor hem. Maar zij hadden het niet persé hoeven te doen. Want hij zat er niet op te wachten en zeker niet om te springen. Want hij heeft geleerd genoegen te nemen met alle levensomstandigheden. Hij verstaat de kunst om in overvloed te leven en hij verstaat ook de kunst om armoede te lijden. Als het hem stoffelijk gezien goed gaat, wordt hij daardoor niet overmoedig en lichtzinnig. En als het hem omgekeerd ilecht gaat, wordt hij daardoor niet mismoedig en opstandig. Dat is hem uiteraard niet op een goede dag zomaar ineens aangewaaid. Dat heeft hem integendeel jarenlange oefening gekost. Maar nu is hij werkelijk zover gekomen, dat hij met zijn hele hart kan verklaren: "Ik vermag alle dingen!" En dan in de zin van: "Ik kan tegen alles!" *
*
Nu, dat zegt ook niet iedereen hem even beslist en overtuigd na. Deze levenskunst vereist nog meer dan alles op zijn kop kunnen zetten. Wie zichzelf op deze manier beheerst, is sterker dan wie een stad inneemt. Wie blijft er dezelfde onder, als hij van arm rijk wordt? En wie blijft er dezelfde onder, als hij van rijk arm wordt? Wie is in voorspoed alle dagen dankbaar? En wie is in tegenspoed voortdurend geduldig?
De Spreukendichter Agur was zich al diep bewust van de gevaren, die grote welstand en ernstig gebrek voor een mens meebrengen. Hij bad daarom het gebed van de gulden middelmaat: "Geef mij armoede noch rijkdom. Voed mij met het brood van mijn bescheiden deel. Opdat ik, verzadigd zijnde, U (God) niet verloochene en zegge: Wie is de HERE? Noch ook, verarmd zijnde, stele en mij vergrijpe aan de naam van mijn God" (Spreuken 30 : 8 en 9).
De ervaring heeft de wijsheid van deze man keer op keer bevestigd. Wij hebben in de afgelopen jaren van welvaart gezien hoeveel kerkmensen tengevolge van hun overvloed de HERE God hebben verloochend. Een Duits predikant heeft zelfs de bewering aangedurfd, dat het "Wirtschaftswunder " het Duitse volk en de Duitse kerk meer geestelijke schade heeft berokkend dan het nationaal-socialisme. In elk geval hebben ook veel Nederlandse benen de weelde niet kunnen dragen: ze waren daarvoor niet sterk genoeg! En wat zullen wij beleven wanneer na een periode van economische vooruitgang er één van achteruitgang zou volgen? Of zou een crisistijd ondenkbaar en onmogelijk zijn? Als dat ons zou overkomen, zouden velen hun handen niet thuis kunnen houden en hun mond niet in bedwang kunnen houden. Enorme ontevredenheid en opstandigheid zouden losbarsten - als God het niet verhoedt!
Paulus was tegen de gevaren van voorspoed en te-genspoed bestand. Niet door stoïcijnse gelatenheid, maar door geloof in Christus. Hij erkent het volmondig: "Ik vermag alle dingen - door Hem (Christus), die mij kracht geeft!" Het is aan zijn innige gemeenschap met Christus te danken, dat stoffelijke dingen voor hem minder belangrijk en zelfs betrekkelijk onbelangrijk zijn geworden. De persoonlijke verbondenheid met zijn Heer en Heiland en alle zegen, die daaruit voortvloeit, is voor hem het voornaamste. Elke dag ontvangt hij van Hem de kracht, die hij zelf te kort komt en die hij toch nodig heeft om zijn roeping te vervullen. En daardoor is hij opgewassen tegen de omstandigheden, zoals zij zich voordoen.
Het klinkt als grootspraak, maar het is levenservaring als hij uitspreekt: "Ik kan alles in geloofsvereniging met Hem! Hij sterkt mij zo onbegrijpelijk, dat ik overal tegen kan". Er is natuurlijk geen sprake van, dat Paulus met dat woordje "alles" aan de haal zou gaan en er misbruik van zou maken. Hij is er niet op uit om geestelijke krachttoeren uit te halen op zijn eigen houtje. Daarvoor zou de Here Christus Zich ook niet lenen. Nee, maar hij kan alles dragen wat hem opgelegd wordt. En - zo mogen wij er bij denken - hij kan ook alles doen wat hem opgedragen wordt.
Dankzij Hem, die hem kracht geeft!
*
Misschien ligt de tijd allang achter u, waarin u overmoedig uitriep: "Ik kan alles!" Misschien ziet u zelfs wel de tijd al dichterbij komen, waarin u zult moeten klagen: "Ik kan niets meer!" En misschien verzucht u nu al wel eens in een somber ogenblik: "Ik kan er niet meer tegenop!" Zegt u dan eens driemaal achter elkaar Paulus biddend en vertrouwend na: "Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft!" En herhaal dat net zo vaak en net zo lang als het nodig is. Want de kracht van Christus is nog even groot als eertijds en die staat ook tot uw beschikking.
Op het graf van een onbekende vrouw staat te lezen: "Zij heeft gedaan wat zij niet kon doen". U begrijpt wat het geheim van haar leven is geweest. Christus was de kracht van haar kracht. Zelf heeft Hij ons gewaarschuwd: "Zonder Mij kunt gij niets doen". Maar tallozen hebben met Paulus ondervonden, dat zij met en door Hem méér konden doen en dragen dan in hun eigen vermogen lag. God geve het ook ons door het geloof te ervaren: "Ik kan alles - in Hem!"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1990
Ecclesia | 8 Pagina's