Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets Over De Visserij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets Over De Visserij

4 minuten leestijd

Nauwelijks heeft de baes Amen gezegd, of de drie jongste der jongens ,,kruipen" in de kooi, moe als ze zijn door het vele werk van dezen dag. Zij zijn bijna in slaap voor zij hun deken over zich heen getrokken hebben. De baes trekt nu een blaadje van de scheurkalender, dat „rond gaet" en door allen gelezen wordt. Ook de matrozen hebben nu meer haast dan gisteravond, daar zij weten, dat de nachtrust maar kort is. Zes van hun hebben ieder nog een uur de wacht en die de „hondenwacht" heeft gaat vaak maar niet naar de kooi, want hij wordt toch dadelijk weer gepord. Daarom heeft de tweede wacht deze naam gekregen. Het wordt nu stil in de vrongele, waar weldra allen in slaap zijn. De baes is ook ter kooi gegaan na zijn „orders" te hebben gegeven. Deze luiden 10 uur „overleggen", dat is de zeilen over de andere zij zetten en twaalf uur „v/aarschuwen". De Meeuw vervolgd met kalmen gang zijn weg, en alles aan boord ig nu klaar voor het „schot" wat men morgen hoopt te doen.

Wat ik in voorgaande artikeltjes beschreven heb over één „visdag", zo ging het In de ,,20utreis" omstreeks 1895. Later Is veel veranderd. Tk heb een gunstige dag beschreven, want het ging soms heel anders, zo dat het dikwijls veel later was eer de beug „in" was. Veel wind, stilte, mist, breken van het want, veranderen 'van de richting van de wind, gaven veel vertraging bij het inhalen der beug, zo dat men soms tegen de avond pas klaar was. Daar zou veel over te schrijven zijn maar dan zou het te uitgebreid worden.

Leen van 't Sas. Nu ga ik iets vertellen over Leen van 't Sas, wat voor man hij was en wat hij zoal deed.

Eerst iets over zijn naam. Hij heette werkelijk Leendert Koudijzer, ik heb hem nog zeer goed gekend. Hoe kwam hij nu aan die bijnaam? Die had hij te danken aan de woonplaats zijner ouders, die aan het Sommelsdijkse Sas woonden.

Ben sas is een plaats In een vaarwater, waar een schutsluis of keersluis is aangelegd.

Toen het „Menheerse" sas nog niet gebouwd was, was het een getij­haven, een haven van „eb en vloed", zo als nu nog alle havens op Goeree en Overflakkee behalve die van Dirksland.

Bij goed weer geeft dit weinig be zwaar, maar veel moeilijkheden bij hoge storvloeden. Vaak heb ik horen vertellen hoe hoog het water in het buitendijks gelegen dorp kan staan. Het Is wel gebeurd, dat het water bijna over de „kaai' (dat is tussen Oost en Westdijk) liep. Al de huizen bulten de Oudelandse dijk gelegen, waren dan alleen per vaartuig te bereiken, behalve die op het hoge Vmgerling gebouwd waren.

In 1808 toen de plaat Flakkee, (door de haven van Middelharnis in Oost­ en Westplaat verdeeld) werd ingedijkt, groef Sommelsdijk een nieuwe haven, die in de haven van Middelharnis haar uitmonding heeft. Om nu buitengewoon hoog water te kunnen keren, werd in deze monding een keersluis gebouwd, waar door Sommelsdijk van hoge vloeden geen last had. Deze keersluis bestaat nog, maar zon

Deze keersluis bestaat nog, maar zonder deuren. Deze zijn niet meer nodig sinds ongeveer in 1867 de schutsluis in de haven van Middelharnis werd gebouwd.

Leen woonde aan het Sommeldijkse Sas. Al vroeg In Leen zijn leven gebeurde er iets, wat voor hem grote nadelige gevolgen had. Als klein kind heeft men hem laten vallen, door welk ongeluk hij een stijve knie kreeg, zodat hij later ongeschikt voor volwaardig werk was.

Toch kreeg hij nog een bescheiden werkkring, want toen de oude Leunis stierf, werd hij diens opvolger, en werd „rondzegger." De betrekking van rondzegger stond

De betrekking van rondzegger stond in nauw verband met de visserij van Middelharnis, die In Leen's leven nog in vollen bloei was. Hoe deze betrekkin» I Is ontstaan, is niet meer bekend, maar] ik vermoed door de volgende oorzaak: Toen in 1759 het Zuiddiep zodanig waS 1

Toen in 1759 het Zuiddiep zodanig waS 1 „verland" dat het onbevaarbaar werd, [ werd de haven van Middelharnis dwars 1 door deze plaat gegraven, en zo de kaaij weder met het diepe water het „Noord­f diep" verbonden. Het Zuiddiep Is latefj zodanig verdroogd, dat er nu geeül spoor meer van te vinden Is. De vissers­1 vaartuigen konden nu niet meer zoo ge­j makkelijk in de kaai komen, en gingen I dan vaak buiten het havenhoofd ten an­l ker en verkochten daar hun vis. Het is| te begrijpen dat de nabestaanden der opvarenden benieuwd waren of zij In wel­[ stand waren, en hoe groot de vangst | was.

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1947

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Iets Over De Visserij

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1947

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's