Bij de jaarwisseling
Hoeveel malen de oude aarde haar baan om de zon heeft afgelegd, hoeveel malen ze dat nog zal doen, wij weten het niet. Het is de mens niet gegeven ^et begin of het einde der dingen te kennen, want, naar het oude geloofswoord, zijn de tijden in des Heeren hand. Ieder van ons beleeft van die tijden
Ieder van ons beleeft van die tijden maar een miniem deel, het aantal jaren ons als mens, toebedeeld, het moge dan voor de zeer sterken tachtig of meer jaren duren, is tegen de achtergrond van wat we eeuwigheid noemen, een stofje, meer niet.
En het besef van die korte duur maakt de jaren zo kostbaar, dat wij ze angstvallig afmeten en er aantekening van houden, dat we ook telkens als er weer een verstreken is, even stilstaan met een gevoel van dankbaarheid, dat ons tijdperk nog niet afgesloten werd, dat we nog eens aan een nieuw jaar mogen beginnen.
Zo gaat het ons, zo zal het u gaan.
Want dat is onze lotsgemeenschap; wij kunnen geen van allen een el tot ons leven toedoen, wij zijn aan dezelfde wet van geboren worden, leven en sterven onderworpen en het betreden van een nieuwjaar is voor ons allen een stap in dezelfde onzekerheid.
„Veel heil en zegen" zeggen we, „een gelukkig nieuwjaar." „Alles wat wenselijk is."
En het uiten van deze wensen houdt de erkenning in van onze afhankelijkheid, ons onvermogen zelf te bepalen of het nieuwe jaar een goed jaar zal zijn.
We hopen dat van ganser harte.
Het is ons bekend, dat er heel velen zijn onder u, die met ons weten: het is niet het allerbelangrijkste, of we onze jaren in materiële weelde kunnen doorbrengen. Ze zijn daarom geen pessimisten, zodra er een onweerswolk verschijnt aan de economische hemel. Wij en allen, die met ons geloven, dat Hij, in Wiens hand te tijden zijn, als we ze goed, maar ook als we ze zwaar en moeilijk en bewogen noemen, ook 1959 zegenen kan, gaan rustig voort met het geven onzer beste krachten aan de taak, welke ons werd toevertrouwd.
Met de Genestet weten we, dat „de eeuwigheid vraagt naar de vrucht van de tijd" ook van „onze tijd", wat wij er mee gedaan en wat wij erin nagelaten hebben.
Ware het besef algemeen richtinggevend in staat en maatschappij, waarschijnlijk zou er heel wat minder kunstmatige onrust op de aarde zijn.
En daarom hopen wij, dat 1959 een jaar moge zijn voor U en voor ons van rustig voortbouwen aan onze levenstaak — hoe bescheiden deze ook moge zijn.
Speciaal gaan onze gedachten naar die oud-leerlingen, die ver van hun vaderland in den vreemde bezig zijn of zullen beginnen een toekomst te bouwen.
We wensen hen allen kracht en vertrouwen toe, om eventuele moeilijkheden te overwinnen.
WENS VOOR HET NIEUWE JAAR
Ik wensche U een jaar,
dat zachte als zijde is;
ik wensche U een jaar,
dat blank en blijde is;
ik wensche U een jaar,
dat ver van krank is;
een deugdelijk jaar
zo breed als 't lang is;
Ik wensche U een jaar,
dat, als 't voorbij is,
een zalig jaar Voor U en mij is;
Voor U en mij is; Ik wensche U een jaar,
Ik wensche U een jaar,
Zo Gods gebod is, dat in en dat uit
dat in en dat uit
geheel voor God is.
—O— GUIDO GEZELLE.
Graag maken mijn vrouw en ik van dexe gelegenheid gebruik, de leden vcm net bestuur, en de commissie van toe- 2'cn.t onzer school, de oud-leerlingen, waar ook te wereld, de leerlingen en onze 1000 leden en verdere familie en, fcemwissen een voorspoedig 1959 toe te wensen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 december 1958
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 december 1958
Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's