Raad Oostflakkee stemt In met krap sluitende begroting voor 1984

„De wereld dreigt in armoede te verzinken, hetzij in absolute zin, hetzij relatief gezien", was een sombere opmerking van dhr. Breeman die namens de SGP-fractie - waaruit dhr van Dam om familieomstandigheden ontbrak - een beschouwing hield. Spr. voorzag met de toenemende Godsverlating een steeds donkerder toekomst waarin het land zwaar wordt bezocht vanwege de zonde. „Om onze zonden is de hand des Heeren tegen ons!" waarschuwde dhr. Breeman; „welke verwachting kan er toch zijn als er is een voortgaan in de zonden en een blijven jagen naar wereldse ijdelheden?"

„Als de maat der ongerechtigheid vol isen die maat wordt door God bepaald — dan kunnen Gods oordelen niet uitblijven", was 'sprekers ernstig vermaan. Hij herinnerde eraan dat het na het weg laten vallen van de bede in de Troonrede in 1972 met ons land steeds meer bergafwaarts is gegaan. „De Heere lere ons Zijn ontferming over ons land en volk en onze burgerlijke gemeente af te spreken"-, was de hoop van dhr. Breeman.

Hij liet vervolgens zijn aandacht gaan over tal van zaken op het gemeentelijke erf, hier en daar kritische aantekeningen plaatsend. Spr, deed dat bij o.a. het alternatief samenwonen voor welken wat de SGP fractie betreft geen woonruimte beschikbaar behoeft te worden gesteld. Ook maakte dhr. Breeman opnieuw duidelijk steun aan beoefening van de zondagsport volstrekt af te wijzen; de hoogste van de bedragen die aan de sport worden besteed vond dhr. Breeman trouwens onmatig hoog. Spr. betreurde het zeer dat een eveneens onmatige aandacht voor het hier en nu het zoeken naar het wezenlijk welzijn en de zaken van eeuwigheidswaarde verdringt Zorg bleek dhr. Breeman ook te hebben

Zorg bleek dhr. Breeman ook te hebben over het opsouperen van de reserves en het was dan ook zijn vraag hoe deze weer zullen kunnen worden aangevuld. Nadat spr. aandacht had gevraagd voor het scheppen van goede voorwaarden voor bedrijfsvestiging, de uitvoering van rioolwerkzaamheden en het uitvoeren van bestratingen besloot dhr. Breeman met „een enkel woord" tot de CDA fractie: „... .U hebt nog de C van Christelijk in uw naam. U hebt zonder enig overleg met ons steun toegezegd aasn het huidige college en dat terwijl wij duidelijk afspraken hadden gemaakt om dit college niet te steunen; we zijn door uw handelswijze zeer teleurgesteld" liet hij de CDA fractie weten. Spr. besloot met allen Gods onmisbare zegen toe te wensen.

P.v.d.A.: Bezuinigingen via rug van de gemeente

Ook van dhr. G. W. J. Poortvliet was het een eerste constatering dat het door de Overheid gevoerde bezuinigingenbeleid de gemeentekas niet ontgaat maar het speet hem temeer vast te moeten stellen dat de bezuinigingen op de rug van de gemeenten worden afgewenteld. Spr. wenste desniettemin niet dat dat ten koste zou gaan van het gemeentelijk voorzieningenniveau, wat hij i.v.m. de grote werkloosheid (16%) nadrukkelijk ook voor de welzijnsaktiviteiten liet gelden. Spr pleitte voor een „krachtig en samenhangend" beleid om de werklozen — kansarmen — op zijn minst te ontzien al zou spr. nog liever zien dat deze groep weer perspectief op een acceptabeler manier van bestaan zou kunnen worden geboden. Dhr. Poortvliet begreep dat de grote werkloosheid het gemeentelijk apparaat voor grote problemen stelt en i.v.m. het bijhouden van gegevens een enorme druk geeft op de schouders van de ambtenaren. Het Soc. Cultureel Werk in de gemeente achtte dhr. Poortvliet een „stiefmoederlijk bedeeld" kindje te zijn voor hem staat het vast dat de eilandelijke Stichting voor Oostflakkee niet goed functioneert waarom z.i. de subsidiëring dient te worden gestopt Voor hem gold echter de vraag wat er daarna zal moeten gebeuren, waarbij sprekers gedachten uitgingen naar een gemeentelijke koepel Soc. Cultureel werk. Op het terrein van het Soc. Cultureel Werk zal de gemeente — zo gebood dhr. Poortvliet — een duidelijk beleid moeten gaan voeren. Zeer uitvoerig nam dhr. Poortvliet een aantal zaken bij de kop waarbij zich ook een beschouwing zelfs het kappen van bomen en de daarvoor vereiste vergunning niet onbesproken bleef. Ook had hij graag voorstellen van het College gezien waar windmolens geplaatst zouden kunnen worden en aan welke normen moet worden voldaan om tot plaatsing te mogen overgaan. Ook de woningbouw kreeg sprekers aandacht waarbij hij zijn fractie o.a. bereid verklaarde mee te werken aan het realiseren van ongesubsidieerde woningen, om te besluiten met de vraag of ontwikkelingssamenwerking een gemeentetaak is. „Het lijkt een taak als gemeente voorwaarde scheppend te werken naar het particulier initiatief', zo liet hij weten.

Zich bepalend tot de begrotingspositie van de gemeente leek het hem dat die ruimte biedt tot het doen van investeringen die een grotere doelmatigheid tot doel hebben, vanuit welke doelmatigheid dan wellicht zwaardere kapitaalslasten gefinancierd worden. Dhr. Poortvliet besloot zijn lange beschouwing als volgt ....„Tot slot voorzitter, willen wij vaststellen dat door de politiek en het bestuur van onze gemeente de afgelopen periode een zware druk is gelegd op de medewerkers. Dit ook nog in een periode waarin de secretaris nieuw is en de chef financiën helaas af moest haken. Desondanks tóch de grote hoeveelheid werk rond deze begroting geklaard voor het eind van 1983; voor dat alles onze dank!"

V.V.D.: College door kinderziekten volwassener geworden

Dhr. de Goeij die zijn laatste vergadering meemaakte liet ten afscheid in zijn beschouwing merken best tevreden te zijn over de coalitie PvdA-VVD in het College: „er zijn wel eens momenten geweest waarop we ons afvroegen waaraan we begonnen zijn maar door een gezamenlijke keuze voor een verstandige aanpak is de samenwerking door deze kinderziekten volwassener geworden", liet hij eerlijk weten. Overigens liet dhr. de Goey niet na vast te stellen dat de opstelling van CDA en SGP als constructief ervaren wordt. „Grote bezorgdheid" maakte dhr. de Goey bekend over de grote werkloosheid binnen de gemeente waarbij hij wees op de sleutelpositie die de gemeente krijgt wanneer straks de Philipsdam gereed is. „Nu de contouren van de nieuwbouw in Ooltgensplaat zich tegen de horizon aftekenen", leek het dhr. de Goey dat m.b.t de woningbehoefte in Ooltgensplaat de druk wat van de ketel is. Onverlet liet dhr. de Goey de wens dat de plaatselijke Woningbouwverenigingen meer overleg en samenwerking zouden kennen.

Bij de zaken die dhr. de Goey aanstipte was ook het hete hangijzer van het vervoer van schoolkinderen dat — zo bezag hij — voor sommigen een zo groot probleem gebleken is dat ze meenden daarvoor de dorpen te moeten verontreinigen. Spr. sprak er zijn vertrouwen over uit dat de gemeente deze zaak naar vermogen zal regelen waarbij aan alle buitenwonenden recht zal worden gedaan. Dhr. de Goey sprak voorts zijn instemming uit met de genomen maatregelen om sluipverkeer tussen Grevelingendam en Haringvlietdam tegen te gaan, alhoewel z.i. de maatregelen plaatselijk nog wel enige bijstelling verdienen.

Bij het hoofdstuk „welzijn" sprak dhr. de Goey er zijn blijdschap over uit dat er dit jaar niet getornd zal worden aan de subsidies voor Verenigingen en het deed hem deugd dat ook in Oude Tonge uitzicht komt op een goede behuizing, waarbij hij trouwens zijn spijt uitsprak over het feit dat aldaar de bouw van het nieuwe verenigingsgebouw nog niet is begonnen. Niet zonder voldoening zag dhr. de Goey terug op de beschikbaarstelling van „enorme bedragen" voor diverse voorzieningen: ....„doordat een groot gedeelte hiervan in de grond verdwijnt voor een ander rioleringsstelsel zal dit voor de meeste bewoners geen spectaculaire investering zijn", begreep hij, al zag het voor hen die voorheen geenrioleringhadden bijzonder prettig te zijn daar straks wel over te kunnen beschikken, zowel als het voor de bewoners van Ooltgensplaat plezierig zal zijn niet langer van de stankoverlast van het Spui te behoeven „genieten". Dhr. de Goey geloofde dat de burgers van Oostflakkee geen reden tot klagen hebben omdat Oostflakkee met de aangelegde reserves nog dingen kan doen waaraan andere gemeente al lang niet meer toekomen. Daarom temeer speet het dhr. de Goey dat de appreciatie voor het gemeentelijk apparaat meer en meer achterwege blijft „Laten we er tenminste voor waken dat goede menselijke relaties gehandhaafd blijven, daar schort het helaas nog wel eens aan", was de boodschap van dhr. de Goey die zijn — laatste — beschouwing met een goede nieuwjaarswens besloot.

C.D.A.: „Ombuigingen vallen moeilijk"

In de CDA beschouwing nam dhr. C. L. M. de Wit het op voor het kabinetsbeleid en de ingevoerde „ombuigingen" welke hij weliswaar „moeilijk maar onvermijdelijk" achtte. Zeker was het ook sprekers wens dat de echte minima ontzien zullen worden. Bij het bezien van de economische toestand van ons land sprak dhr. de Wit er zijn tevredenheid over uit dat er toch nog een sluitende begroting kon worden bereikt De kapitaalswerken die op het programma staan kuimen voor een groot ded nog betaald worden uit de reserves maar het CDA maant toch de nodige voorzichtigheid te moeten betrachten omdat een en ander anders leidt tot tekorten en daaruit voortvloeiende hogere lasten voor de burgers. Dat laatste zou spr. niet aanvaardbaar achten omdat de inkomens de laatste jaren veel minder zijn geworden. Zorg maakte dhr. de Wit bekend om de afiiemende woningbouw waarbij hij de vraag liet gelden hoe het College denkt voldoende betaalbare woningen te laten bouwen. Spr. had ook graag onderzocht wat kan worden gedaan aan het tekort op de onderwijsbegroting, zonder dat overigens de kwaliteit van het onderwijs zal worden aangetast Nu nog een aantal zaken in 't labrt te hebben beschouwd gaf dhr. de Wit o.a. zijn visie over het storten van landbouwafval. „Wij zien dat hier niet als een probleem; behalve restanten van sproeimiddelen zijn het alle organische bestanddelen die zonder schade aan het milieu weer over de akkers verspreid kunnen worden".

„Gaat het College het komende jaar nog iets doen om de tarieven van de sportvelden, sportzalen en verdere gemeentelijke accomodaties een beetje aan te passen aan de werkelijk kosten?" was een van de vragen van dhr. de Wit. Tenslotte complimenteerde hij de ambtenaren voor het tb. V. de begroting gedane werk waarna hij ermee besloot het College in deze moeilijke tijd veel wijsheid en Gods zegen toe te wensen. Beantwoording

Beantwoording door het College

Het was de raadsvoorz. drs. de Vos die „namens het ietwat uitgedunde College" dankte voor de gehoorde waardering en voorts op een aantal vragen inging. Bij het opmaken van de balans voor het anderhalf jaar functioneren van het College kenschetste spr. het College als een programmacollege dat steunt op een krappe meerderheid van de raad. Vanuit dat gegeven deed hij een beroep op de raad het College de ruimte te geven het programma ook uit te voeren. Zomin als Keulen en Aken op één dag zijn gebouwd is van het College niet te verwachten dat het program in anderhalfjaar is afgewerkt „Het College is geen tegenspeler maar deel van de raad en heeft recht op krediet!" benadrukte de voorz.

Sprekend over het streven bedrijfsvestiging te stimuleren benadrukte de voorz. dat het initiatief daartoe van het bedrijfsleven dient uit te gaan. Wel zal in januari een bijeenkomst worden gehouden met het plaatselijk bedrijfsleven om te komen tot een contact-platform. „Heel uitdrukkelijk" waarschuwde de

„Heel uitdrukkelijk" waarschuwde de voorz. ertegen zich blind te staren op bedrijfsvestigingen van elders. De economische situatie maakt dat niet waarschijnlijk en het zou ook gewenst zijn dat die kwaliteiten die binnen de gemeente aanwezig zijn ook verder ontwikkeld worden. De nodige aandacht zal dan ook aan een betere naambekendheid van Oostflakkee moeten worden gegeven. „Er zijn nog maar weinig schapen van elders die ons hok in willen!" vergeleek de voorz. Het bevreemdde hem dat op Flakkee b. v. geen landbouwprodukten verwerkend bedrijfis terwijl b.v. ook de recreatie best perspectieven biedt. Spr. geloofde dat dat aspecten zijn die verder dienen te worden uitgewerkt

M.b.t de maning van dhr. de Goey het werk zoveel mogelijk op het eiland te houden waarschuwde de voorz. tegen dat protectionisme. De bedrijven zullen ook van buiten het eiland werk moeten halen; het lijkt me daarom onverstandig al te protectionistisch op te treden omdat dat voorbeeld wel eens door andere gemeenten zou kunnen worden gevolgd", zo waarschuwde de voorz. O.a. ging de voorz. in op vragen over de planologische ontwikkelingen, met name ook m.b.t de recreatie: Er wordt door het Stedebouwkundig bureau hard gewerkt aan de opstelling van een Nota waarin wordt bezien hoe Oostflakkee voor de recreant aantrekkelijk kan worden gemaakt; wat persé moet worden vermeden. Duidelijk is dat de gemeente mogelijkheden biedt; óók voor toeristisch parkeren. „Graag zou ik de particulier willen zien die het risico van de aanleg van een kampeertertein aandurft; men vergist zich gauw in de kosten daarvan", zo wierp de voorz. op tegen een suggestie van dhr. Poortvliet bij de Grevelingendam een kampeerterreintje aan te leggen; het zou, omdat het aan vele eisen zou moeten voldoen een dure investering worden", was zijn mening. M.b.t de informatieverstrekking naar

M.b.t de informatieverstrekking naar buiten toe herinnerde de voorz. eraan dat er een viertal informatiekranten uit zal komen. Een onderwerp als vuilverwerking en een blik op de begroting worden daarin behandeld.

Spr. gaf toe dat dat nog te incidenteel gebeurt waarom naar een structurele informatieverstrekking wordt gestreefd, ook via de eilandelijke pers. Er wordt „gespeeld" met de gedachte in de regionale bladen ruimte te kopen tb.v. de dagelijkse informatie die niet strikt in advertentievorm behoeven te worden gegoten.

Ook weth. Kroon nam een deel van de beantwoording voor zijn rekening. Het deed hem goed dat meerderen uit de raad delen in zijn zorg voor het onderhoud van de wegen waarvoor voor het nieuwe begrotingsjaar eenzelfde groot bedrag als vorig jaar beschikbaar is. Spr. bestreed dat het onderhoud van o.a. de Kolfweg beneden peil zou zijn, zoals ook het kruispunt Staakweg de zorg en aandacht van het College blijft houden teneinde dat veiliger te kunnen maken. Deugd deed het dhr. Kroon ook dat het in 1984 zal lukken het stinkende Spui in Ooltgensplaat tot het verleden te doen behoren.

Dhr. Kroon bevestigde dat de afd. Soc. Zaken een optimale inzet levert; waimeer het personeel zou kunnen worden uitgebreid zal dat zeker in deze afdeling moeten plaats vinden.

M.b.t de verkeersveiligheid bevestigde dhr. Kroon dat de maatregelen tegen het sluipverkeer effectief hebben gewerkt Knelpunten zullen nader besproken worden.

Over de maatschappelijke begeleiding van o.a. werklozen duidde dhr. Kroon erop dat problemen door een „hometeam" besproken en behandeld worden. Over de jeugdwerkloosheid bestaat de grootste zorg. Bezien wordt of een werkproject voor jeugdige werklozen kan worden aangepakt, zoals het bosgebied van de Stichting LOS te Oude Tonge dat een grondige opknapbeurt zou kunnen krijgen. Een tiental jongeren zou daarbij ingezet kunnen worden. Veel onbegrip wist spr. aanwezig over

Veel onbegrip wist spr. aanwezig over het werk van de comm. Woonruimteverdeling. Er dient een regeling te komen op grond waarvan ook de jongeren voor woonruimte in aanmerking komen.

In de wetenschap dat Oostflakkee als gemeente die nooit tot de groeikernen behoort en dientengevolge maar een zeer beperkt contingent krijgt toegewezen, zal worden bezien welke mogelijkheden bestaan goedkope woningen te realiseren. De kans op een extra contingent — o.a. ten behoeve van het personeel van de ZWN — moet als vrijwel nihil worden beschouwd. Overigens zullen maar weinige van de ZWN werknemers de behoefte kennen zich in Oude Tonge te vestigen omdat ze toch al in de omgeving wonen.

De verwerking van landbouwafval van verwerkende bedrijven blijkt problematisch te zijn. Er wordt gestudeerd o peen milieuvriendelijke oplossing waarvan bij realisering ook de individuele agrariër gebruik zal kurmen maken. M.b.t. het milieu deelde de voorz. nog mee dat in samenwerking met de andere gemeenten en het Waterschap gewerkt wordt aan een program voor een eilandelijk centraal bomenbeheer.

Aanslag op reserves

De voorz. ontkende dat er voor 1984 een „enorme" aanslag op de reserves wordt gedaan. Voor volgend jaar wordt er 9 ton van de reserves besteed, nog slechts 10% van de totaal beschikbare reserves. In het kader van het investeringsplan 1985- 1987 zal de besteding van een verder deel van de reserves kunnen worden afgewogen.

„Structureel gezien is de rek uit de begroting" moest de voorz. vaststellen en bevestigen. De raad stelde later op de avond na een zeer uitvoerige behandeling de begroting vast met een post werkelijke Onvoorziene van ruim ƒ50.000,—

Voorts werd door de raad vastgesteld het investerings en dekkingsplan 1984. Door dhr. de Goey werd voorgesteld daaromtrent meer duidelijkheid naar de burger toe te verschaffen temeer, omdat een deel van de investeringen voor de burger onopgemerkt blijven.

Verhogingen

Een aantal plaatselijke belastingen en rechten worden trendmatig (3%) ver- .hoogd. Dat geldt de woonforensenbelasting, de hondenbelasting, de Onroerend Goed belasting, de begraafrechten, de legesverordening en de haven, kaai en bakengelden.

Reinigingsrechten

De reinigingsrechten werden met 12% verhoogd, met welke opbrengst 86,1% van de totale kosten worden gedekt Het nieuwe tarief voor meerpersoonshuishoudens komt op ƒ 163,— (was ƒ 130,—) voor een eenpersoonshuishoudens op ƒ 113,—(was ƒ 85,—).

In het nieuwe jaar zullen in plaats van de plastic zakken de mini-containers worden gebruikt. „Een zaak om trots op te zijn en we staan dan ook pal achter de verhoging", liet dhr. de Goey weten.

Dhr. Breeman (SGP) had er daarentegen wel wat problemen mee. „Wie voorheen het meeste vuilaanbod had was ook het meest aan zakken kwijt", vergeleek hij; dhr. Breeman zou daarom liever een tarievering op grond van het aantal gezinsleden zien waarbij hij voor een eenpersoonshuishouden op ƒ 65,— kwam; voor 2 personen op ƒ 112,— voor 3 personen op ƒ 159,— en voor 4 personen op ƒ206,-

Door de PvdA fractie werd onderschreven dat er moet worden gestreefd naar een zo hoog mogelijk dekkingspercentage; evenwel verschilt de PvdA fractie over het tempo waarin dat doel moet worden bereikt Z.i. dient dan ook in dit stadium geen vergelijk te worden getrokken met de hogere tarieven van de AVR voor de diensten van welke de raad bewust niet gekozen heeft.

Spr. verklaarde zijn fractie bereid om in 1985 een 90% dekking te hebben bereikt waarom z.i. in twee achtereenvolgende jaren een verhoging van 8% voldoende zou zijn.

Voor het heffen van het reinigingsrecht per inwoner bleek het College i.v.m. de gecompliceerdheid ervan niets te voelen. Ook zou een separatie per leeftijd moeten worden gemaakt omdat een baby minder „afval" veroorzaakt dan een volwassen persoon. Ook de suggestie van de PvdA fractie

Ook de suggestie van de PvdA fractie vond weinig weerklank in het College; om de begroting sluitend te krijgen moest het tarief worden verhoogd wat tegenover het Ministerie met de verwijzing naar het dekkingsbedrag werd geargumenteerd. Duidelijk is dat voor de voorgestelde 12% van de Minister toestemming wordt verkregen waarom de voorz. afraadde het voorstel van de PvdA fractie te volgen, temeer omdat het zeker niet uitgesloten is dat de flakkeese gemeenten per 1 januari 1985 tóch naar de AVR worden verwezen. Dat zou aanzienlijk duurder worden waarbij een drastische inhaalmanoeuvre nodig zou zijn. Dhr. Poortvliet bleek van zijn suggestie

Dhr. Poortvliet bleek van zijn suggestie geen voorstel te maken en de raad ging met het voorstel van het College akkoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen