Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Snoeitijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Snoeitijd

5 minuten leestijd

Hij stoot zijn teen aan de douchestoel, hij is niet gewend aan zo’n obstakel in de badkamer.

Moeder die gedouched wordt, elke zaterdag, door Marja van de brugwachter... Het leven doet vreemde dingen met een mens. Vroeger werd het gezin van de brugwachter min of meer gemeden door zijn ouders. Ze hoorden duidelijk niet bij de sociale klasse waartoe Meijlanden behoorde. Nu zal zijn moeder straks in haar verlepte blootje zitten rillen als de handen van Marja haar inzepen en afdrogen. Ze zal ‘hè, hè’ zeggen als ze haar schone hemd weer aan heeft. Oud worden is de wereld op zijn kop zien gaan. Hóe die wereld op zijn kop gaat, is voor elk mens verschillend, maar ongemakkelijk blijft het. Chiel heeft geen tien minuten nodig, hij is zo klaar. Hij zet het raampje even open en veegt de beslagen spiegel schoon.

In de spiegel kijkend schiet hem het compliment van Marja te binnen. Een knappe man, ach heden! ‘Bent u een reus,’ vroeg het kind in de trein. ‘Heb ik wat van je aan?’ tartte het piercinggrietje.

Zelfs de vriendenclub van Willemijn trapte er toch even in, toen Willemijn hem voorstelde als haar vriend. Hij grinnikt ondanks zichzelf, het is voor de verandering wel even leuk. Maar ooit zal ook hij van anderen afhankelijk worden. Hij heeft zich er nooit zo in verdiept. Wie zal hem komen wassen als hij dat zelf niet meer kan? Het meest voor de hand liggende antwoord roept verzet op. Hij kan Effi niet als lijfeigene beschouwen.

Hij had een foto van haar mee moeten nemen! Het zou goed zijn, haar gezicht te zien, al was het maar op papier.

Catharina staat met haar jas aan. ‘Je redt het wel, Chiel? Er is nog genoeg koffie en als je ontbijten wilt, dan vind je het wel! Ik ga eerst nog wat bestellingen wegbrengen en dan boodschappen doen. Ik ben tegen de middag weer terug.’

‘Waar is Lode?’ vraagt hij dan toch.

‘Die slaapt nog; die kan niet zo goed tegen Marja’s gerebbel over ziek-zijn.’ Catharina dempt haar stem bij de laatste woorden.

Maar Marja heeft het blijkbaar toch gehoord. ‘Wie niet over de realiteit wil praten, heeft die nog niet geaccepteerd!’ zegt ze rap, met alweer die glimlach waaraan te zien is dat zij uit ervaring spreekt. Ze komt net de kamer binnen met Mijntje aan haar arm. De roze badjas die zijn moeder draagt, maakt haar komisch - of is het omdat ze zo duidelijk geniet van het simpele feit dat ze gedouched gaat worden? Ze heeft haar gebit nog niet in en het lachen maakt een karikatuur van haar gezicht.

‘Dat is Chiel, ziet u dat, mevrouw Van der Meij?’ meent Marja te moeten zeggen.

‘Ja, dat weet ik wel!’ zegt Mijntje stralend en ze stopt even om naar Chiel te zwaaien vanuit haar te wijde roze mouw. koffie maar.

‘Straks ga ik ook koffiedrinken, maar eerst lekker douchen,’ zegt Mijntje, tevreden naar de badkamer scharrelend.

Marja beaamt het hartelijk en meldt en passant aan Chiel dat ze het zo kan waarderen als ouderen in hun eigen omgeving blijven. ‘Sterven in je eigen huis is zo belangrijk, Chiel! Dat hebben Menno en ik ook zo waardevol gevonden!’

Chiel voelt steeds beter wat Catharina bedoelt met haar grimassen. ‘Ja, ga nu maar!’ zegt hij korzelig, begrijpend wat er van hem verwacht wordt.

Catharina vertrekt en langs het raam lopend wuift ze nog even. Lacht ze?

Hij knoeit op het aanrecht en veegt de koffieplas weg met een stuk keukenpapier. Vroeger lag hier altijd een oud hemd als vaatdoek. Grijs en onooglijk, maar het nam gemorste koffie veel beter op. Hoor, Mijntje lacht haar hoge kirrende lachje tussen het gespetter van de douche door. Marja heeft een lieve stem. Het is misschien zo kwaad nog niet door haar geholpen te worden, dat zal Mijntje intussen wel weten. Hij trekt zich terug op de bank in de huiskamer, vouwt het ochtendblad open en doet alsof hij leest.

Lodewijk komt binnen op het moment dat Mijntje, schoon en fris, in de rolstoel aan tafel zit. Ze schrikt van zijn binnenkomst en dus moet Marja een koffievlek van haar schone blouse deppen.

‘Hè Lodewijk,’ zegt Mijntje treurig, ‘nou was je moeder net schoon, jongen. Nou is het al weer mis!’

‘Kan ik het helpen? Ik kom alleen maar mijn eigen huiskamer binnen,’ blaast Lode verontwaardigd terug.

‘Dan moet je zachtjes binnenkomen, niet zo tegen de deur bonken!’ Het is nu net weer de moeder van vroeger en Lode gaat meteen mee terug in de tijd.

‘Dat komt door mijn linkerbeen, dat wil niet meer zoals ik wil. Hoe vaak moet ik je dat nog uitleggen?’

Marja buigt zich naar Mijntje toe. ‘Geeft toch niets, mevrouw Van der Meij. Ik pak zo meteen de slab en dan zit die vlek eronder. Niemand ziet het.’ En dan tegen Lodewijk: ‘Wordt het minder, Lodewijk? Kun je het merken? O, wat zal je blij zijn dat Chiel gekomen is. Kun je ook je hart eens luchten. Ziek zijn vergt zo veel van een mens. En jullie hebben alleen elkaar maar! Ik vind het toch zo leuk jou weer te zien, Chiel. Hoe lang blijf je? Kunnen we niet een reünie plannen nu jij hier bent? Iedereen zal je willen spreken!’

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 2019

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Snoeitijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 2019

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's