Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geboekstaafd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geboekstaafd

4 minuten leestijd

Mart-Jan Paul, Struikelblokken. Veertig vragen bij het Oude Testament; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2020; 297 blz.; € 16,95.

In veertig hoofdstukken bespreekt de bekende oudtestamenticus in Ede en Leuven allerlei heikele kwesties in het Oude Testament die vragen oproepen voor de moderne lezer. Hij doet dat eerlijk en gespeend van vakwetenschappelijk jargon. Zo zegt hij dat het goed mogelijk is dat Mozes het boek Genesis heeft geschreven, maar het bewijs ontbreekt. Wel vormen de eerste vijf Bijbelboeken een eenheid en heeft Mozes een grote rol vervuld bij het schrijven en het ordenen van de stof.

De term “ijdelheid” in Prediker (vluchtigheid in de HSV) vindt Paul te negatief. Lang niet alles is ijdel of tevergeefs in deze wereld, die door God is gemaakt. De oorspronkelijke betekenis “adem” of “damp” had als beeldspraak volgens hem mogen blijven bestaan. In dat beeld zijn verschillende betekenissen opgenomen: tijdelijkheid, ongrijpbaarheid en vergankelijkheid.

Het doden van de Kanaänieten druist in tegen het huidige volkenrecht, maar voor Israël had de oorlog ook een belangrijk godsdienstig aspect, aldus Paul. Wat met de ban getroffen werd, werd gewijd aan God. Ook is de ban in Israël nooit een algemene opdracht geweest om de gehele heidense, ongelovige wereld voor God te veroveren en alle heidenen uit te roeien, zoals de islam met de jihad het geloof gewelddadig uitbreidt. De God van Israël handelt soms streng, maar nooit willekeurig en onberekenbaar. Hij is de Heilige. Bovendien was de opdracht om de Kanaänieten te doden slechts eenmalig, zo betoogt Paul. Na de intocht in het Beloofde Land valt de nadruk op de positieve omgang met de vreemdelingen.

Het belangrijkste verschil tussen het Oude en Nieuwe Testament zit voor Paul in de reikwijdte van het heil. In het Oude Testament wordt geen zending bedreven of gebeden voor de bekering van de heidenen, maar voor de vernietiging van de vijanden. Daarom moeten we volgens Paul terughoudender zijn met het bidden om de ondergang van de tegenstanders en als een voorganger een van genoemde passages opgeeft om te zingen, “is een toelichting gewenst, om misverstanden te vermijden.”

Paul stelt dat het voor veel christenen een oplossing zou zijn als de evolutietheorie gecombineerd kon worden met de uitleg van de Bijbel. Er blijft een fundamentele onzekerheid bestaan hoe de betreffende scheppingsverhalen in hun context opgevat moeten worden. “Het ontbreekt nog steeds aan een duidelijke en consequente hermeneutiek.” Vast staat wel dat degene die verschillende passages in Genesis 1-3 gaat herinterpreteren, beslissingen neemt die de uitleg van veel meer Bijbelgedeelten aangaan.

Interessant is dat Paul eigenlijk de term Oude Testament niet gelukkig vindt. Deze in de tweede eeuw gegroeide aanduiding sluit aan bij 2 Korinthe 3:14, waar Paulus het Oude Verbond noemt. De SV en de HSV hebben hier de weergave Oude Testament, maar dat is volgens Paul verwarrend, want Paulus bedoelt hier het verbond aan de Sinaï. Zo wordt de bepaling “oud” uitgebreid tot alle Hebreeuwse canonieke geschriften. “Mede hierdoor is in de kerkgeschiedenis het zicht op de blijvende geldigheid van het verbond met Abraham verdwenen.” De witte bladzijden in onze Bijbeluitgaven tussen Oude en Nieuwe Testament wekken ook een misverstand, aldus Paul. “Het is beter de boeken als een eenheid te beschouwen, waarbij Gods openbaring steeds rijker wordt en Zijn heil steeds verder wordt ontvouwd.”

Het verschil tussen het mozaïsche en het nieuwe verbond zit volgens Paul vooral in de verinnerlijking van de wet. Zij die geloven in Jezus Christus mogen behoren tot het geestelijke nageslacht van Abraham. In de tijd van het Nieuwe Testament lag de nadruk bij de Joodse leiders op de uiterlijke wetsgehoorzaamheid. Vandaar dat de innerlijke beleving benadrukt werd en het Nieuwe Testament minder nadruk legt op de uiterlijke of nationale kant van de profetieën. Maar het Nieuwe Testament zwijgt echter beslist niet over de vervulling van de profetieën in aards-concrete zin, aldus Paul. “Veel beloften voor Israël en de volken zijn slechts gedeeltelijk vervuld en wachten op een toekomstige realisatie.”

Een mooi en rijk boek over wat vaak als een weerbarstig onderdeel van Gods openbaring wordt gezien. Maar het zijn geen onoverkomelijke struikelblokken, zo laat dit goed leesbare boek zien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2021

Protestants Nederland | 36 Pagina's

Geboekstaafd

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2021

Protestants Nederland | 36 Pagina's