Jozef en Het Familieberoep

Als kind wist je niet beter: farao wees de familie van Jozef het land Gosen aan. Want zij hadden grasland voor hun vee nodig. Het klinkt zo vanzelfsprekend… Maar nauwkeurige lezing van Genesis 46 en 47 laat ons zien dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend was.

Jozef heeft de overkomst van de familie zorgvuldig moeten voorbereiden. Er waren immers verschillende obstakels of bedreigingen.

De eerste was van godsdienstige aard. Zijn familie moest zich niet vermengen met de Egyptenaren. Dan zouden ze zo gemakkelijk kunnen meegaan in het aanbidden van de kalveren in plaats van God.

Het tweede had te maken met vreemdelingenhaat. Voorkomen moest worden dat de Egyptenaren zouden zeggen: Jozefs familieleden pikken onze banen in (!).

Het derde had te maken met de mogelijke bedreiging voor de nationale veiligheid die van de aanwezigheid van zo’n grote familie zou uitgaan. Later zal de farao ‘die Jozef niet heeft gekend’ laatstgenoemd argument gebruiken om het nageslacht van Jakob te onderdrukken (Ex 1: 8-10)).

Daarom bereidt Jozef de ontmoeting tussen zijn familie en de farao intensief voor.

Hij vertelt zijn broers ‘en zijns vaders huis’ dat hij farao zal informeren over het feit dat zij gearriveerd zijn en dat zij het beroep van schaapherder uitoefenen (Gen. 46: 32). Op hun beurt moeten de broers – als farao zal vragen naar hun beroep – openheid geven. Zij moeten zich niet voor hun beroep schamen, omdat de Egyptenaren neerkijken op dit beroep.

Nee, ze moeten eerlijk vertellen: ‘Uw knechten zijn mannen die van onze jeugd af tot nu toe met vee omgegaan hebben, zo wij als onze vaders’ (Gen. 46: 34). Het resultaat zal dan zeer waarschijnlijk zijn dat zij in het land Gosen mogen wonen ‘want alle schaapherder is den Egyptenaren een gruwel’ (Gen. 46:34b). En zo gebeurt het. Jozef bereidt alles voor en zijn familie werkt goed mee (Gen. 47: 3, 4). Zij spreken met één mond tegen de farao. Het resultaat is dat de hele familie in een apart deel van het land kan wonen, zodat de drie bedreigingen (godsdienstig, economisch en politiek) zich voor de Egyptenaren niet voordoen. Wat blijkt hieruit de wijsheid die de Heere aan Jozef had gegeven!

Lessen voor nu? Zeker. Ik beperk mij nu tot één les. Wij behoeven ons voor ons familieberoep niet te schamen. Wat is het mooi als een bakkerij, een slagerij, een boerderij of een bouwbedrijf van ‘vader op zoon’ wordt voortgezet. Zoals ook later de Heere Jezus het timmerbedrijf van pleegvader Jozef heeft voortgezet. ‘Is Deze niet de Timmerman, de Zoon van Maria…?’ (Mark. 6:3). Kennis en ervaring worden zorgvuldig doorgegeven. Het mag terecht een verlies worden genoemd als een goedlopend bedrijf moet worden gestaakt omdat er geen opvolger is. Een familieberoep, een familiebedrijf is heel bijbels…

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen