Kleding kost een kapitaal
Mannen dragen een kleed tot op de knieën
Zomaar even iets nieuws kopen, is er in Bijbelse tijden niet bij. Kleding is duur, want ieder kledingstuk is handwerk, gemaakt van wol, linnen of huiden. Kapotte kleding wordt daarom niet weggegooid, maar zo veel mogelijk gerepareerd. De oproep van Johannes de Doper om dubbele kleren te delen (Lukas 3:11), gaat dus niet over een kleinigheidje, maar om een kapitaal. Gewone mensen hebben geen dubbele kledingstukken. Wel dragen ze meerdere lagen kleren: ondergoed, bovenkleding en daaroverheen een jas.
In Jeremia 13 gaat het over een ”linnen gordel” of lendendoek, een soort onderbroek. In het Hebreeuws wordt zo’n stuk ondergoed”ezor”of”chagor”(Ezechiël 23:15) genoemd. Uit bijvoorbeeld 2 Koningen 1: 8 blijkt dat de lendendoek niet alleen van linnen, maar ook van dierenhuid kan zijn gemaakt.
Daaroverheen gaat een onderkleed, dat wel wat weg heeft van een stoffen zakvormige jurk. Het Hebreeuwse woord hiervoor is ” ketonet” en het valt op dat dit woord in Genesis wordt gebruikt voor de kleding die adam en Eva na de zondeval krijgen (Genesis 3:21).
Vrouwen dragen een lang onderkleed, mannen een kleed tot op de knieën. Wie alleen z’n onderkleed draagt, loopt er maar ongekleed bij, is de heersende opvatting. Daarom wordt van bijvoorbeeld saul (1 samuël 19:24), Jesaja (20:2) en Petrus (Johannes 21:7) gezegd dat ze ”naakt” zijn.
Jozef draagt een”veelvervige rok”, een ”ketonet passim”. Maar de betekenis van het woord”passim” is niet helemaal duidelijk. Is het een jas met allemaal kleuren? De statenvertaling kiest wel voor die vertaling, op grond van septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude testament. Daar gaat het over een ”kitona poikilos”, een ”jas met veel kleuren”. Andere oude vertalingen van het Oude testament spreken over een ”gestreepte jas”, een ”geborduurde jas” of een jas met lange mouwen. Wat de precieze betekenis ook mag zijn, het is een dure jas die zeker niet bedoeld is als werkkleding. Als de broers van Jozef de jas kapot scheuren, gaat het dus om een vermogen... Trouwens, tamar doet precies hetzelfde met haar peperdure jas (2 samuël 13:18). Bij de kruisiging van Jezus is het opvallend dat Zijn onderkleed níet wordt verdeeld, omdat het uit één stuk bestaat. Weefgetouwen in het Oude testament zijn niet geschikt om zulke lange lappen stof te maken, maar in de tijd van het Nieuwe testament kan dat wel.
De bovenste laag is het opperkleed, de ”simlah” of ”salmah”, een mantel, meestal gemaakt van wol. In de plooien van de mantel kunnen spullen worden meegenomen (Exodus 12:34). Ruth trekt haar beste mantel aan als zij naar Boaz gaat (Ruth 3:3). Zo’n mantel is erg belangrijk, omdat die ook als deken kan worden gebruikt. Daarom mag zo’n ”kleed” volgens de wetten van Mozes als onderpand voor een lening dienen, maar het moet wèl voor de zon ondergaat, worden teruggegeven (Exodus 22:25-26).
Mannen dragen een versiering aan hun mantel: blauwe ”snoeren” of kwastjes (Numeri 15:38), die in het Hebreeuws”tzitzit” heten.
In Mattheüs 23 waarschuwt Jezus tegen het opschepperige gedrag van Farizeeën, die extra grote kwasten aan hun kleren bevestigen. Jezus draagt zelf ook die ”tzitzit”, want de ”zoom” die de bloedvloeiende vrouw aanraakt, is waarschijnlijk zo'n kwastje geweest, maar de kwastjes aan Zijn kleding zullen kleiner zijn geweest.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 13 augustus 2024
Terdege | 104 Pagina's