Discipelen
Wie Zijn Wij?
Calvijn begint zijn Institutie met de opmerking dat de ware wijsheid bestaat in twee delen: de kennis van God en de kennis van onszelf. God maakt Zichzelf onder andere bekend in Zijn namen. Daardoor leren wij Hem kennen. De Heere God heeft niet alleen Zíjn namen geopenbaard, maar ook ónze namen. Door de geloofsvereniging met de Heere Jezus ontvangen we nieuwe namen, zoals ‘gelovigen’, ‘heiligen’ en ‘broeders’. De Heilige Geest schenkt ons niet alleen kennis van Góds namen, maar ook kennis van ónze nieuwe namen. In dit vierde artikel denken we na over de naam ‘discipel’.
De volgelingen van de Heere Jezus worden in het Nieuwe Testament ruim 250 keer ‘discipelen’ genoemd. Het woord ‘discipel’ betekent zoveel als ‘leerling’ of ‘iemand die behoort bij een bepaalde leermeester’. Het woord ‘discipelen’ wordt niet alléén voor de volgelingen van de Heere Jezus gebruikt, maar óók voor de volgelingen van Johannes de Doper (Joh.1:35) en de farizeeën (Mark.2:18). Verschillende leraren hadden in die tijd een groep leerlingen. Voor de volgelingen van de Heere Jezus geldt dat ze Zijn ‘discipelen’ waren en Hij hun ‘Rabbi’ (Meester) was. Zijn leerlingen behoorden niet alleen tot de luisteraars, maar volgden ook hun Leermeester. Ze hadden tevens iets opgeofferd om onderwijs te kunnen ontvangen (Luk.14: 26,27,33).
Het fenomeen van leerlingen met een leermeester heeft zijn achtergrond in het Oude Testament. Zo waren er destijds profetenscholen waarin profetenzonen onderwijs ontvingen. We kunnen denken aan de geschiedenis van Elía en Elísa. Elísa was eerst ‘discipel’ van Elía. Verder wordt bijvoorbeeld in Jesaja gesproken over ‘leerlingen’ (8:16). Bekend is ook de tekst: ‘en al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn’ (Jes.54:13). Deze tekst kan ook vertaald worden als ‘en al uw kinderen zullen leerlingen/discipelen van de HEERE zijn’.
Opmerkelijk is dat alleen in de Evangeliën en Handelingen de aanduiding ‘discipelen’ gebruikt wordt. In de rest van het Nieuwe Testament is dat niet meer het geval. Vermoedelijk heeft het ermee te maken dat de aanwezigheid van discipelen de aanwezigheid van een leermeester veronderstelt. Maar dé Meester is naar de hemel opgevaren. Daarnaast zou een reden kunnen zijn dat de aanduiding ‘discipel’ niet direct verbonden is met het heilswerk van Christus in kruis en opstanding. Dit ligt anders voor de aanduidingen ‘gelovigen’ en ‘heiligen’, zoals in de voorgaande artikelen duidelijk is gemaakt. Hoewel in de rest van het Nieuwe Testament de aanduiding ‘discipelen’ niet meer gebruikt wordt, heeft de Heere deze aanduiding wél opgenomen in Zijn Woord. Het blijft typerend voor een ware christen dat hij een discipel is. Hij heeft één Leermeester. Dat is de hoogste Profeet en Leraar. Een ware christen heeft voortdurend behoefte aan Zijn onderwijs. Daarom plaatsen we ons elke zondag onder het Woord van God. Daarom gaat de Bijbel elke dag open. We blijven een leven lang leerling.
We ronden af met de vraag: draagt u de naam ‘discipel van de Heere’? Een discipel is bereid zijn kruis op zich te nemen om Christus te volgen. De Heere zegt: ‘Wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn’ (Luk.14:27). Kent u deze naam in uw eigen leven? Weet dat discipelschap offers vraagt, maar de winst veel groter is dan het offer dat we brengen.
In een serie artikelen gaat ds. Van Appeldoorn in op enkele aanduidingen van ‘christenen’. In vorige nummers: ‘christenen’, ‘gelovigen’, en ‘heiligen’. In dit nummer 'discipelen'. In het volgende nummer komt aan de orde: ‘broeders’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's