Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psalmen In Friesland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psalmen In Friesland

5 minuten leestijd

Een van de aardigste dingen om mee te maken zijn, wat mij betreft, boekpresentaties. Covid heeft de afgelopen jaren ook op dit gebied heel wat roet in het eten gegooid, maar eind juni was het weer zover, in het Friese Scharnegoutum (bij Sneek), op een rustige zaterdagmiddag.

In de plaatselijke kerk presenteerde ds. J.D. Wassenaar (PKN) zijn boek over een bijzonder verhaal uit de kerkgeschiedenis, en oud-hoogleraar Kees van der Kooi (VU) gaf een lezing over de maatschappelijke en kerkelijke context van dat verhaal (Jan Dirk Wassenaar, Wanneer toch mijn liefste? Anna Noordmans en Hantje van Dijk. Een liefdesgeschiedenis in de schaduw van de Doleantie, uitgeverij Groen). Daarna waren er excursies: door het dorp, en buiten het dorp naar de boerderij van de hoofdrolspeler.

Die hoofdrolspeler is Durk Piers Noordmans, een Friese boer, vader van de later bekend geworden hervormde theoloog Oepke Noordmans. Hij was een welgesteld man, een strenge vader, en ook maatschappelijk zeer betrokken. Vooral de kerkelijke zaken van zijn tijd raakten hem. Om de hervormde leer te verdedigen schreef hij twee brochures: een over de doop en een andere over de heiligmaking. In het eerste boekje toonde hij zich eensgeestes met J.A. Wormser, in het tweede met ds. Kohlbrugge. Nogal een karakter dus, deze man.

Maar ook hij kende vele teleurstellingen, en over één zo’n teleurstelling gaat het boek dat ds. Wassenaar presenteerde. Noordmans’ dochter Anna kreeg verkering met een jongen die theologie studeerde aan de Vrije Universiteit en later predikant in de Gereformeerde Kerk zou worden. Dat kon de oer-hervormde Noordmans natuurlijk niet meemaken. En het kwam zelfs zover dat hij de huwelijksbevestiging van zijn dochter en schoonzoon in het gereformeerde kerkje niet bijwoonde.

Hard tegen hard, zo ging dat vaak. Er was in die tijd een wet die bepaalde dat een gereformeerde kerk alleen op een bepaalde afstand van de hervormde kerk mocht worden gebouwd. Toen de gereformeerden hun eerste kerkje in Scharnegoutum hadden gebouwd, bleek dat kerkje te dicht bij de grote kerk te staan, en werden de gereformeerden resoluut gedwongen dat nieuwe kerkje weer af te breken.

Maar deze zaterdagmiddag stond die harde kant van het verleden niet centraal. Integendeel. Na afloop van de boeiende lezingen en de rondwandeling door het dorp, reden we naar de boerderij waar Noordmans (vader en zoon) had gewoond. Ik was samen met enkele leden van het gezin dat in onze kerk nogal wat predikanten heeft geleverd. We liepen rond het huis en lieten ons fotograferen bij de gedenksteen die daar in 1878 door een 7-jarige Oepke was aangebracht, met verwijzingen naar Pred. 3:3 en Psalm 127:1a. We mochten ook de deel, de schuren en de woning betreden, en dan ontstaat toch iets van een historische sensatie: ruimte en tijd vallen weg, en je wordt tijdgenoot. Ik was gelukkig niet de enige. Een van de predikanten riep uit: ‘Hier, in deze kamer, hebben vader en zoon Noordmans gezeten, hier heeft de stem van Hoedemaker en Felix geklonken!’ En zo is het. En daarom moet alles hetzelfde blijven.

Onderweg naar huis dacht ik aan een eerdere ontmoeting in het Friese land. Als wij aan Friesland denken, denken we aan de Wouden, aan Driesum, Wouterswoude, Damwoude. Hier staan nog altijd bevindelijk-gereformeerde predikanten, en als ik het goed begrepen heb, beleggen de plaatselijke predikanten van PKN, HHK en CGK mooie en interessante bijeenkomsten. Het besef dat de Heilige Geest daar heeft gewerkt en nog altijd werkt, en dat dat een bepaalde wijding aan omgeving en landschap geeft, is in deze streek nog levendig aanwezig, zo bemerkte ik toen ik daar jaren geleden eens een lezing hield.

Misschien zijn we geneigd te denken dat de rest van Friesland geseculariseerd is, op een enkele plaats na (Oudemirdum!) waar een gereformeerde gemeente is. Maar toch ligt dat een beetje anders. Jaren geleden bracht ik eens een bezoek aan het kleine dorpje Longerhouw, bij Bolsward. Longerhouw vormt nu samen met drie andere plaatsen één kerkelijke gemeente, met als gevolg dat er slechts één keer per maand een dienst wordt belegd in het prachtige middeleeuwse kerkje in het centrum van het dorp. En ik weet nog niet zo zeker of de predikant die dan voorgaat, erg gemakkelijk onze commissie toelating zou passeren! Maar toch leeft daar nog een bepaalde herinnering. Toen ik aan het haventje van Longerhouw jaren geleden koffie dronk met enkele bewoners, begonnen zij moeiteloos over de betere tijden die Longerhouw had gekend, vooral in de negentiende eeuw, toen het dorp een van de centra van het Réveil was, en de plaatselijke predikant uit heel de Zuidwesthoek van Friesland hoorders trok. En met alle plezier laten ze je vervolgens de kerk en de pastorie zien.

Tijdens de zomermaanden zijn de Friese kerken op zaterdagmiddagen geopend, zoals bekend (tsjerkepaad). Maar in Longerhouw openen ze in deze periode ook op woensdagmiddagen de deuren van de kerk. Er is een plaatselijke deskundige die graag over de geschiedenis van kerk en dorp vertelt. Maar er wordt vooral gezongen. Psalmen. En in de hal van de kerk ligt een stapeltje van een boek dat op de geschiedenis van het Réveil in Friesland ingaat – ‘want dat hebben we nodig en daar moeten we naar terug’, zoals iemand mij daar zei.

Heel gewone, heel beste mensen doen daar in zo’n Fries dorpje dus hun best om de herinnering levend en de lofzang gaande te houden. Het laat je zien wat een ‘volkskerk’ is. Je kunt daar veel over praten en congresseren, maar hier zie je het in de praktijk. Alle pretentie is afgelegd, vormen zijn zo goed als verdwenen, maar er is bewogenheid met de schare aan de randen van de kerk, mensen die op een zomerdag zo maar even voorbijfietsen en afstappen om een kerkje te bezichtigen, en dan Psalmen te horen krijgen, en een verhaal over het werk van de Geest in Friesland. Zou de Geest daar niet nog steeds werken?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2022

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Psalmen In Friesland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2022

Zicht op de kerk | 32 Pagina's