Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee adelaars uit hetzelfde nest?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee adelaars uit hetzelfde nest?

Over de herkomst van een lezenaar uit Zeist

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De adelaar of arend is een belangrijk bijbels en christelijk symbool. Hij geldt als de koning van de vogels, verblijft bij de góden in de hemel en brengt daar de uitverkorenen onder de mensen heen. De zorg van God voor zijn uitverkoren volk is te vergelijken met een adelaar die zijn jongen op vleugels naar hun hoge doel draagt: Met eigen ogen hebt gij gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, hoe ik u op arendsvleugelen gedragen en hier bij mij gebracht heb (Ex. 19:4). Hij heeft het verzorgd en bewaakt, zoals een arend die ziet naar zijn jongen en boven en heen en weer vliegt, die zijn vleugels uitspreidt voor hen, hen opneemt en draagt op zijn wieken (Deut. 3 2 :11) .
In de middeleeuwse context staat de adelaar voor de evangelist Johannes, die zich - zo luidt de verklaring - direct aan het begin van zijn evangelie als op adelaarswieken verheft naar de troon van God. Begrijpelijk is dan ook, dat in oude (rooms-katholieke) kathedralen de adelaar in vloermozaïeken, preekstoelen, lezenaars en timpanen veelvuldig voorkomt. Gereformeerden daarentegen waren terughoudend met symboliek in en aan kerkgebouwen.

In 2007 werd mij gevraagd te adviseren over fondsvorming, omdat de toren van de Zeister NoorderLicht-kerk (gereedgekomen in 19 3 1 , en onder de naam Noorderkerk en later Bergwegkerk van oorsprong een gereformeerde wijkkerk) aan een restauratiebeurt toe was.
Om hiervoor donoren te werven moet je kunnen uitleggen dat het gaat om religieus erfgoed dat de moeite en investering waard is om te behouden, zo luidde samenvattend mijn advies. Een historisch dossier was er eigenlijk niet. Hoog tijd dus om zo’n dossier te vormen door een duik te nemen in de geschiedenis van dit kerkgebouw aan de Bergweg in Zeist, ontworpen door B.W. Plooij (1890-1967) uit Amersfoort, de bouwmeester die zoveel gereformeerde kerken (en een enkele hervormde) op zijn naam heeft staan.

Verhalen
Speurend naar de geschiedenis van een kerkgebouw kom je van alles tegen. Aan alle vondsten, meer of minder diep weggezonken, zitten verhalen vast. Verhalen over oprichting, inrichting en instandhouding van het gebouw. Maar vooral ook verhalen van gemeenteleden die er zijn getrouwd, een kind hebben laten dopen, of als kleine jongen of meisje bij hun vader voorin mochten zitten in de ouderlingenbank links (rechts van de predikant) of de diakenenbank rechts. (In de tijd dat ouderlingen en diakenen de preekstoel flankeerden waren er nog geen vrouwelijke ambtsdragers.)

Het antirevolutionaire dagblad De Standaard meldde op 8 mei 19 3 1 dat gemeenteleden bij de ingebruikname van de Noorderkerk een doopschaal en een lezenaar hadden geschonken. De zilveren doopschaal was voorzien van een deksel met daarop een duif. Over de bronzen katheder schrijft de krant: “ Een arend met uitgeslagen vleugelen, eveneens een geschenk, draagt het opengeslagen Woord.”
Er gaan verhalen dat een directielid of bedrijfsleider van de Gero-fabriek één van de mogelijke gevers was. De N.v. Gero-fabriek was in 19 12 in Zeist opgericht onder de naam Eerste Nederlandscbe Fabriek van Nieuw Zilverwerken v/h M.J. Gerritsen & Co. De fabriek droeg in belangrijke mate bij aan de werkgelegenheid in Zeist en omgeving. Met name in de wijk rond de Noorderkerk (het ‘Gerodorp’ ) woonden veel werknemers. Een behoorlijk aantal daarvan zal lid zijn geweest van een kerkgenootschap. Zo zal de wijk ook een substantieel aantal gereformeerden hebben geteld.

Papieren bronnen
Uit de notulen van de bouwcommissie valt op te maken dat de doopschaal een geschenk was van het oud-hoofd van de gereformeerde lagere school aan de Walkartweg, de heer A.C. de Vriendt (1858-1940). Over de katheder valt in de notulen niets te lezen. Aan Gero-bedrijfsleider en destijds zeer betrokken ouderling Cornelis Muysson (1886-1965) kunnen we het niet meer vragen. Hij overleed in 1965. Hij wordt door een oud Gero-medewerker als mogelijke gever bestempeld, vooral omdat hij kerkelijk zeer actief was. Vanuit zijn ‘glazen huis’ in de fabriekshal hield hij gedurende de werkweek toezicht op de fabricage van Gero-producten, vanuit zijn woonhuis hield hij toezicht op de bouw van de Noorderkerk. Hij woonde aan de Bergweg op nummer 88, vlak naast ds. Jan Gillebaard (1897-1960), die 34 jaar lang de pastorie op nummer 92 naast de kerk bewoonde.

Oude foto’s en tekeningen van architect B.W. Plooij tonen dat doopschaal en katheder oorspronkelijk op de rand van het podium naast elkaar stonden, vlak voor de plaats waar de twee gangpaden tussen de kerkbanken uitkwamen op dat podium. Precies symmetrisch ten opzichte van de preekstoel in het midden. De uitgeslagen vleugels van de adelaar droegen het opengeslagen Woord. Dat wil zeggen, op de lezenaar lag een Statenbijbel, opengeslagen bij de Tien Geboden. De ouderling-voorlezer las elke zondag de wet en de gemeente antwoordde met een schuldbelijdenis.

De vogel gevlogen
Terwijl de doopschaal met (vredes)duif door de jaren heen in gebruik bleef, verdween de katheder-adelaar uit de kerkzaak Eind 2.007 maakte ik kennis met de heer Theo Kluin (19 36 -2011), zeer betrokken bij het plaatselijk gereformeerd kerkelijk leven en verzamelaar van allerlei uitingen daarvan. Hij was het die mij op het spoor zette van de verdwenen adelaar. Hij raadde aan in één van de opslagruimten onder de kerk te kijken. Een duik in de kelder leverde inderdaad een vondst op. Ontdaan van zijn sokkel, vuil en wat verbogen, maar verder ongedeerd lag de vogel te wachten op zijn herontdekking. Wat de reden achter de verwijdering was, is mij niet exact bekend. Na de Tweede Wereldoorlog, begin jaren vijftig, werd de sokkel als bloementafel gebruikt, en kreeg deze een plek midden voor de preekstoel. Mogelijk was de associatie met de Reichsadler, die deed denken aan de donkere jaren 19401945, een motief om de adelaar te verbannen. Afschaffing van de functie van voorlezer zou ook een reden kunnen zijn.

Terug op het nest
Enige tijd na zijn ‘herontdekking’ is de adelaar, door gemeentelid en kunstenares Marleen van den Berg, vakkundig gereinigd en door ondergetekende van een nieuwe sokkel voorzien, die enige gelijkenissen vertoont met het origineel. Opvallend zijn de Davidssterren onderaan de beide vleugels; bepaald geen Arische symbolen! Dit motief, een verwijzing naar het volk Israël, komt terug in het kerkinterieur als versiering van de steunpunten waarop de dakspanten rusten. Op 27 oktober 2 0 1 1 vierden we met een culturele avond de tachtigste verjaardag van het kerkgebouw. De kleinzoon van architect B.W. Plooij en de kleinzoon van aannemer J.W. van Westrenen, beiden genoemd naar hun grootvader, onthulden samen de katheder-adelaar, die vanaf dat moment weer dienst doet en nu het voorbedenboek draagt.

Connectie met Rotterdam?
Met de herintrede van de lezenaar voor in de kerkzaal is het raadsel van de oorspronkelijke herkomst nog niet opgelost. Een zoekactie op internet bracht een foto boven water van een volkomen identieke adelaar. Deze blijkt zich te bevinden in de Rotterdamse Bergsingelkerk. Wat een toeval: twee dezelfde adelaars, één in (wat lange tijd heette) de Bergwegkerk aan de Bergweg in Zeist en één in de Bergsingelkerk aan de Bergsingel in Rotterdam!

Navraag bij de archivaris van de Bergsingelkerk, de heer Johan Okkema, leerde dat de Rotterdamse adelaar werd geleverd door de firma Duchateau & Zonen, kunstsmeed-, koper- en zinkwerken, Snellinckstraat 13 b te Rotterdam. Deze adelaar is al in 19 16 vervaardigd, ten behoeve van de eveneens Rotterdamse Nieuwe Zuiderkerk van architect Tjeerd Kuipers. Tjeerd Kuipers schreef in het boekje over deze kerk: ‘Het traditioneele voorlezersbankje heeft voor de kracht van het beginsel moeten wijken. Eene, in brons uitgevoerde, lezenaar met gestileerde adelaar neemt eene bescheiden plaats in terzijde van het spreekgestoelte op de balustrade.’ Was bouwmeester Kuipers tevens de ontwerper van deze adelaar?
De Nieuwe Zuiderkerk werd in 1968 gesloten en vervolgens in 1969 gesloopt. De lezenaar staat inmiddels zo’n negen jaar opgesteld in de Bergsingelkerk, waar deze nog wekelijks dienst doet. De firma Duchateau heeft overigens meer erfgoed nagelaten: het door hen geleverd bronzen Art Deco smeedwerk is nog altijd te bewonderen in het Amsterdamse theater Tuschinski.

Besluit
Het is dus zeer aannemelijk dat beide vogels uit hetzelfde nest komen! Maar, als deze min of meer gelijktijdig zijn vervaardigd, heeft de Zeister adelaar nog 16 jaar elders een mogelijk religieuze rol gespeeld, alvorens in 19 3 1 aan de Bergweg neer te strijken. Zag de bronzen vogel meer jaren aan zich voorbijtrekken dan wij weten? Of heeft Duchateau rond 19 30 een nieuw afgietsel gemaakt met de originele mal uit 19 16 ? De adelaar is tevens symbool van groter overzicht en meeromvattende waarneming. Maar over de herkomst van onze Zeister adelaar tasten wij vooralsnog nog in het duister.

Over de auteur
Jan Piet Barthel is lid van de NoorderLicht-gemeente te Zeist en initiatiefnemer/ webmaster van de historische website over deze gemeente: www.noorderlichtgemeente.nl/historie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 2014

Historisch Tijdschrift GKN | 72 Pagina's

Twee adelaars uit hetzelfde nest?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 2014

Historisch Tijdschrift GKN | 72 Pagina's