Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Traditie belangrijk element in de liturgische beweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Traditie belangrijk element in de liturgische beweging

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De waarde van de traditie blijkt vooral in de wereld van de liturgie. We zien in de liturgische beweging een duidelijke terugkoppeling naar de vroege kerk.

De traditionele terugkoppeling blijkt duidelijk in het boek van Mieke Breij, De kerk is wat ze viert. 100 Jaar Liturgische kring (KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht, 384 blz.; € 27,50). Ook Laetare. Tijdschrift voor liturgie en kerkmuziek, pakt uit met een themanummer ter gelegenheid van dit jubileum. De liturgische beweging had haar wortels in de Nederlandse Hervormde Kerk maar kreeg vervolgens een brede uitstraling naar andere kerken. Kortweg komt deze erop neer dat de liturgie veel meer is dan een preek, zij is aanbidding, waarbij de hele mens mee doet, ook het visuele. Ethische theologen uit de negentiende eeuw verkondigden deze opvattingen al en dr. J. H. Gerretsen nam deze als geestelijk vader van de liturgische beweging over. Hij hield op 12 november 1911 de eerste liturgische dienst in de Haagse Kloosterkerk, wat gezien wordt als het startpunt van de liturgische beweging in de Hervormde Kerk. Gerhardus van der Leeuw was de grote voortrekker en inspirator die zijn ideeën in tal van werken uiteenzette.

Volgens Gerretsen diende in de liturgie aan de esthetische behoeften van de mens tegemoet gekomen te worden. De kerk is een sacrale ruimte, een godshuis en geen vergaderruimte. De avondmaalstafel kreeg een centrale plek in het liturgisch centrum. Wekelijkse avondmaalsviering was een van de wensen. De woorddienst werd gezien in samenhang met de dienst van Schrift en Tafel. Liturgische kleuren, kleden en gewaden deden hun intrede, kaarsen en bloemen. Door toedoen van de liturgische beweging was de interesse voor beeldende kunst in de kerk toegenomen, alsmede voor de koormuziek en de architectuur.

Opvallend was de tendens om tot het ‘oude’ terug te keren. Men gebruikte soms de term “hervormd-katholiek”. Dat riep weer bezwaren op want het oude hoeft niet per se goed te zijn. De invloed vanuit de Anglicaanse traditie was groot. Er vonden heftige discussies plaats tussen vertegenwoordigers van de liturgische beweging en theologen zoals O. Noordmans en A. F. N. Lekkerkerker. Deze laatste zag de erfenis van de Reformatie op het spel komen door de toenemende waardering van de liturgie. Hij vond de verkondiging van het Woord en de bediening van de sacramenten de enige ‘versiering’ van het kerkgebouw. Teleurgesteld in het verzet tegen de nieuwe ideeën gingen sommige vertegenwoordigers van de liturgische beweging over naar de Rooms-Katholieke Kerk.

Al deze gedachten leidden tot de instelling van de Raad voor de Zaken van Kerk en Eredienst. Kerkmuziek en orgelkunst werden belangrijk. Kerkmusicus Adriaan C. Schuurman was verbonden aan de Maranathakerk in Den Haag, waar hij met de predikanten W. Aalders en W. R. van der Zee een landelijk bekend centrum van liturgie en kerkmuziek realiseerde. De kerk van Aalders drukte bij uitstek een sacramenteel karakter uit, geïnspireerd op de vroegchristelijke basilica. De Avondmaalstafel werd midden in de apsis opgesteld en daarop een triomferend kruis, verder twee kandelaars en een antependium (bekleding aan de voorkant), naar de kleur van het kerkelijk jaar.

De kerkbanken boden ook de mogelijkheid tot knielen.

In de Gereformeerde Bond bleef men vasthouden aan het klassiek-gereformeerde stramien van de Woorddienst gebaseerd op de geschriften van de Reformatie. Prof. H. Jonker zag wel de noodzaak van een vernieuwing van de protestantse eredienst en keerde zich tegen het wegdrukken van de geloofsexpressie, maar waarschuwde voor “liturgismen”, waar vormen uit de oude kerk kritiekloos overgenomen waren. Hij wilde meer ruimte maken voor het belijden van de gemeente en haar geloofsbeleving in plaats van alleen het menselijke woord (de preek). Zijn boek kende geen praktische uitwerking binnen zijn achterban, aldus Breij.

Liturgische vernieuwingen kregen in de eenentwintigste eeuw overal de overhand. Populair werd de Choral Evensong, zoals in de Domkerk van Utrecht. Door de werking van rituelen, de prachtige koorzang en de liturgische gewaden wordt volgens Breij een stilte, een gewijde sfeer en schoonheid ervaren, evenals de aanwezigheid van God, het mysterie of het hogere. Breij schrijft dat de liturgische beweging vanaf de jaren twintig de hele mens wilde betrekken bij de eredienst: niet alleen aan het verstand, maar juist ook aan het gevoel en de verbeelding werd grote waarde gehecht. Het boek geeft goed aan hoe de preek en de Woord-dienst het hele godsdienstige leven stempelen. Angst voor een overgewicht van het sacramentele ten koste van het Woord is legitiem, maar mag de ogen niet sluiten voor de rijkdom van de liturgie in de kerk van alle eeuwen als blijvende inspirerende bron.

Sacramenten

We zeiden het al: het visuele komt vooral aan bod in de sacramenten. De rooms-katholieke theoloog Herwi Rikhof laat dat mooi zien in zijn boek Je ziet het ene. Beschouwingen over de zeven sacramenten en liederen van de kerk (uitg. Adveniat, Baarn; 206 blz.; € 24,50). Een boek dat letterlijk tot de verbeelding roept. De titel is een verwijzing naar Augustinus die in een pinksterkerk tot de pasgedoopten over sacramenten zegt dat: “wij daarbij het éne zien en ons begrip het andere aanwezig weet.” Je ziet het ene, je gelooft het andere, zo legt Rikhof uit. Sacrament is volgens Augustinus een zichtbaar teken van onzichtbare genade.

Toch is God een verborgen God (Jes. 45:15), zo wijst Rikhof erop, en Johannes 1:18 zegt: Niemand heeft ooit God gezien, maar de Zoon heeft Hem verklaard. Teken van het sacrament is volgens Rikhof dat het niet gaat om een afwezigheid, maar om een verborgen aanwezigheid. Niet iedereen herkent in Jezus de verborgen Vader, alleen zij die Hem met gelovige ogen zien. Jezus zegt na de ontmoeting met Thomas: zalig zij die niet zien en toch geloven, maar even goed zou volgens Rikhof op talloze momenten in het Evangelie gezegd kunnen worden: zalig zij die zien en toch geloven. De sacramentele verborgenheid hoort bij onze menselijke conditie, afhankelijk als we zijn van onze zintuigen. Sacramenten zijn er niet omdat God ze nodig heeft, maar omdat wij niet zonder die zichtbare tekens kunnen. Als het gaat over de opstanding, is het bij Maria Magdalena eerst zien of kijken en dan via onderscheiden naar inzien.

Rikhof merkt op dat de Rooms-Katholieke Kerk na Vaticanum II (1962-1965) een herwaardering van de preek heeft laten zien. De priester functioneert sindsdien ook als verkondiger. Het boek laat zien hoe de sacramenten in de Rooms-Katholieke Kerk beleefd worden. Verschillende zijn door de eeuwen veranderd, zoals de biecht (het sacrament van verzoening), de visie op het ambt (veel meer een dienst) en het priesterschap. De schrijver verbindt de sacramenten origineel met liederen en muzikale hoogtepunten uit de eeuwenoude traditie van de kerk.

Tastbare beeldjes

Het verbeelden van het geloof was vooral het geval in het verleden toen mensen niet of nau-welijks beschikten over het woord. In de bundel Geleefd geloof. Het geloofsleven van boeren en burgers in Friesland en de Ommelanden van Groningen, 1200-1580, onder redactie van Anneke B. Mulder-Bakker en Rolf H. Bremmer Jr. (uitg. Walburg Pers, Zutphen; 245 blz.; € 29,99), lezen we hoe boeren en burgers in de Middeleeuwen hun devotie vorm gaven en omgingen met hun godshuis. De gelovigen beleefden hun geloof steeds meer met passende objecten, zoals een getijdenboek, een pelgrimsinsigne en prenten of aarden beeldjes. Reliekschrijnen brachten de heilige, die inmiddels in de hemel was, tastbaar dichtbij.

De wanden en doopvonten waren vol met afbeeldingen en versieringen. Het kerkinterieur had een groot potentieel aan zintuigelijke beleving, aldus Sible de Blaauw, wijzend op de gerichtheid van het altaar naar het oosten, de hoogte van de ruimte en de beelden en schilderingen. Dit alles stimuleerde “de religieuze sensibiliteit van de bezoeker.”

Het Laatste Oordeel was altijd afgebeeld op plaatsen waar de kerkganger een goed zicht op had. De heiligen waren enorm belangrijk, gezien als noodhelpers. Maria, “onze lieve vrouw”, nam een onbetwistbare plaats in, afwisselend benoemd als Hemelkoningin, Moeder der Barmhartigheid en Redder in alle nood. De Mariabeelden in het kerkgebouw vervulden een didactisch doel: verbeelding van Maria’s betekenis voor de heilsgeschiedenis. Die beelden weerspiegelden de theologische opvattingen van de kerk uit die tijd, aldus Anneke Mulder-Bakker en Lianne van Beek. Zij appelleerden aan de emotie van de individuele toeschouwer. De auteurs verwijzen naar een uitspraak van de kunsthistoricus Paul Williamson: het beeld inspireert en reflecteert meer de devotie dan dat het dogma illustreert.

In de late Middeleeuwen was de Kruisiging van Christus het centrale beeldthema. Ging het aanvankelijk om een afstandelijke Christus als de Redder van de wereld, vanaf de twaalfde eeuw komt een persoonlijke, menselijke Christus naar voren. De beeldjes speelden een rol in het verlangen van mensen zich in te leven in het lijden van Christus. Het ging om “een zinnelijke, lichamelijke geloofsbeleving” die de aanwezigheid van God zocht in de beelden.

De vele kleine heiligenbeeldjes werden tegen betaalbare prijs verkocht in kraampjes, een zogenaamde ‘santenkraam’ (afgeleid van sanctus: heilig). Na de Reformatie en Beeldenstorm kreeg de santenkraam een spottende betekenis, aldus Elvira Ambrosius. De Reformatie maakte korte metten met beelden, handschriften en doopvonten. Gelukkig ging niet alles verloren, zoals dit boek laat zien, zo stellen de beide redacteuren tot hun grote blijdschap vast.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2022

Protestants Nederland | 48 Pagina's

Traditie belangrijk element in de liturgische beweging

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2022

Protestants Nederland | 48 Pagina's