Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schrijf aan den engel der gemeente van Efeze:  uw eerste liefde hebt gij verlaten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schrijf aan den engel der gemeente van Efeze: uw eerste liefde hebt gij verlaten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk bijkomen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert." Openbaring 2 verzen 4 en 5

Wat de Heere nooit zal doen, de gemeente begeven of verlaten - of het zou met allerbeste bedoelingen voor een ondeelbaar klein ogenblikje moeten zijn - dat doet de gemeente gemakkelijk en soms dagen zonder getal. Let wel gemeente, Ik heb niet u, maar gij hebt Mij, uw eerste liefde, verlaten.

Dat, terwijl uitvoerige lof deze hoofdgemeente van de Klein-Aziatische kring haar wordt toegezwaaid. Ik weet uw werken, zegt de stralende Oppermajesteit, wandelend tussen de kandelaren, voor Wie niets verborgen is. Wie zal het er moeilijk mee hebben, dat de Heere alles van ons doorgrondt en kent? Wie? Hij weet onze werken. Het gaat er maar niet om of we geloven of menen te geloven, zoals we geneigd zijn te veronderstellen met een leus van Sola Fide, die al te kort om de hoek gaat. Voor de Heere komt het aan op de geloofspraktijk. Ik weet uw werken. Hij zoekt de vrucht. Over Efeze zal de Heere niet te klagen hebben. Een respectabele lijst. Het zal je rapport of cijferlijst voor een examen maar zijn. Dikke voldoendes. Geloof, verdrukking, lijdzaamheid. Het verloop volgens hemels bestek. En niet verdragen wat niet, èn wel verdragen wat juist wel verdragen behoort te worden. Heel concreet volgens de regel. Wat een kostelijke prestatie om schoonschijnende apostelen te ontmaskeren. Voorts al die arbeid die verzet is. Helemaal niet moe geworden. Zelfs een zeer ijverende Elia had het niet meer. Ik ben soms bang dat we tegenwoordig te kampen hebben met dodelijk vermoeide gemeenten. Lees er vele gemeenteberichten eens op na.

Eén onvoldoendetje mag er wel bij zijn? Een klein vlekje op het stralende blazoen? Ik zou er niet over inzitten? O, vergis u niet. Zo ooit dan moet u hier denken aan dat dode vliegje dat de geurige zalf doet stinken. Maar, zegt de Heere. Maar Ik heb tegen u. Hoe onverdragelijk als je weet dat iemand iets tegen je heeft. Dan te bedenken dat Hij, de Heere, iets tegen ons heeft. Zo'n toestand; daar kun je de nacht niet mee in. Hoe in - jammer - zoveel lof en nu deze virus in de vitale levenskern. Uw eerste liefde verlaten. Hoe is dat gekomen en wanneer is dat begonnen? Laat u een algeheel groot onderzoek welgevallen. Als dat toch aan de hand is...

Maar is het wel zo erg als hier voorgesteld? Ik heb wel eens in pastorale echt geestelijke gesprekken opgevangen, dat iemand me zei: „Dat was toen ik in mijn eerste liefde liep". Dan is er genoeg wat naderhand verandert. Iemand die vers werd toegebracht kan zich zo blij en geestdriftig uiten. Wacht maar, hoor je zonder mankeren oude vromen zeggen: „Dat blijft niet, dat wordt gauw genoeg anders". Soms heb je wel eens de indruk of zij er als wakkere spuitgasten op afstormen om dat binnenbrandje snel en deskundig uit te blussen. Of gebeurt dit bij hen uit zekere gewetensonrust? Dat kan ook namelijk.

Het verschijnsel is lang zo onschuldig niet als onze bevindelijk gereformeerde gemeentetheologie tegenwoordig meent. Gedacht wordt dat aanvankelijk jong bekeerden wat te hard van stapel lopen en - alleszins begrijpelijk - te volijverig van stee gaan. Met mooie beelden uit de natuur kunnen we het overtuigend bewijzen. Op de blijde lente van geloof en bekering volgt een hete zomer en een kille stormachtige herfst om van winter niet te spreken. Een rivier bij de bron huppelt en springt en schittert met opspattende droppen in de zon, maar de stroom bedaart wel en het voordeel is dan dat hij sterker en breder werd en zich heeft verdiept. Heb je niet meer aan een rustig neerlig-

Waar maken wij ons ongerust over? Het is toch heel normaal dat het niet zo blijven kan als in de eerste jeugd van de eerste liefde. Het kon in de kerk toch ook niet standhouden wat aan liefde en gemeenschapszin tierde in de jonge Pinkstergemeente? Leunde het Israëlitische volk bij voortduur zo lieflijk op de Liefste als toen het optoog uit de woestijn? Laten we voorzichtig wezen met conclusies van „het is toch normaal" en „natuurlijk wordt het wel anders na verloop". „Natuurtheologie" is niet de godgeleerdheid die we moeten hebben. Gods wegen en gedachten zijn anders dan die van ons. Want als het allemaal zo „normaal" en zo „natuurlijk" is, waarom moet dan Jezus' eigen mond zo bezwerend en diep ernstig spreken: Gedenk waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en om alle misverstand uit te sluiten, dat het iets anders wordt: doe de eerste werken, en niet te vergeten een zo ernstige bedreiging: zo niet, Ik zal met haast komen en uw kandelaar wegnemen, en tenslotte voor alle duidelijkheid nogmaals: indien gij u niet bekeert? Het raakt kant noch wal te vergoelijken en luchthartig op te vatten, wanneer de Heere zoveel diep ernstig gewicht toekent aan de zaak. Aan uitstel zijn machtigste gevaren verbonden. Ik haast Me, als u geen haast maakt. gende herkauwende koe dan aan een huppelend kalf?

Het is zoveel als een val. Na reeds die eerste peilloos diepe. Kunnen wij andermaal uitvallen? Op de achtergrond van de klanken van deze eerste brief aan de gemeenten in Klein-Azië horen we geluiden bekend uit Genesis 3. Het wandelen als God wandelde in de hof. De leugenapostelen als de leugenaar in de beginne, de val, het wegnemen van de levensbron, maar ook voor de overwinnaar de belofte van de vrucht van de boom des levens, die in het paradijs is. Gedacht heel de mensheid waarvan zij uitgevallen is. Die onvoorstelbaar allerheerlijkste toestand. Maar wat beleefde de jonge Efezer gemeente ook lieflijke tijden van ondertrouw. Om iets te noemen: met hoeveel vreugde hadden ze voor duizenden hun boeken waar ze bij zwoeren aan de laaien-

de vlammen prijs gegeven! Alles schade en drek om de uitnemendheid dat zij Christus mochten kennen. Hun Diana was weliswaar naar zij meenden uit de hemel gevallen, maar met Christus was hun leven echt opgetogen in de hoogste hemel en bij God verborgen. Efeze hemelhoog verheven. Mateloos diep waren ze neergestort. Waarachtige bekering begint ermee, dat wij ons realiseren wat wij moedwillig hebben weggesmeten. Een kleine hemel op aarde roekeloos verzaakt. Bedenk, bedenk het duizend malen. En dan onverwijld rechtsomkeert. Niet ietwat bijsturen, maar een keer van honderdtachtig graden. Op 't hoogst hebben we misdaan, bedreven wat kwaad is in Uw ogen en Uw gramschap waard. Talloze keren. Voed weer het oud vertrouwen, keur Mij al uw liefde waardig, doe als eerst. Werp uw oog uit, wanneer het ergert en houw af uw rechterhand. Verlaat al wat dierbaar is en beminnenswaardig. Laat het weer zijn als toen, toen u bent gaan lopen. Laat u niet betoveren en begoochelen. Stop ermee te beweren dat het alles normaal is en natuurlijk zoals het er thans naar toe gaat. Want ge verachtert in de genade. Met rasse schreden. Straks blijft ge achter zó ver, dat het niet meer in te halen is.

Hoe traag ben Ik niet in Mijn toorn, maar nu moet Ik toesnellen om die rijke gouden kandelaar, die zo onbewogen en vast staat, bij u weg te nemen. Dan gebeurt wat eigenlijk niet kan. Als gij u niet bekeert. Maar Ik kan Mij niet voorstellen, dat u dat niet zoudt doen.

Ons bekeren. Kunnen we het? Om te beginnen en bij voortzetting? Moet Hij dat Zelf niet doen? Vaak wordt gezegd: De Heere moet ons bekeren, maar wij blijven wel verantwoordelijk. Wordt voldoende ruimte toegekend aan onze verantwoordelijkheid? Hij die alles geschapen heeft, schept door Zijn Woord ruimte en armslag voor bekering. Hij machtigt ons door Zijn oproep. Onze verantwoordelijkheid zou nog wel eens groter kunnen zijn dan die grote verantwoordelijkheid waar wij het altoos over hebben. Laat het weer net gaan als eerst, toen wij gaarne en met graagte het Woord aannamen. Toen liefde en lof gemengd werden en vrijwillig werd geofferd. Toen er bekeerd werd en niet geredeneerd. Waar redenering begint houdt bekering op. Redeneren doen die zeggen dat zij apostelen zijn en zijn het niet. Redeneren doet de Leugenaar van in de beginnen: Is het ook dat God gezegd heeft...? Zo kan toch niet bedoeld zijn! Op die manier gaat de duivel te werk. Er is grote vaardigheid tegenwoordig om met veel rechtzinnigheid, aardig wat vormelijkheid en een serie vrome redenering, toch op het kantje af net lekker onbekeerd te blijven. Zie, hoe de kandelaar trilt en in beweging komt. De Heere verlangt dat heel ons leven elke dag bekering is. Al minder wereld en vrome wereld, en al meer dat echte en zuivere. Daar mag de rek niet uitgaan. Want de eerste liefde verlaten is zoveel als dat de rek er uitgaat. Doe de eerste werken. Werd ik derwaarts weer geleid. Mijn mond zou U d'ere geven. En niet, weliswaar heel vroom, de schuld. Paulus was een man, die goed wist dat hij nog niet volmaakt was. Hij zei ook duidelijk en ondubbelzinnig dat hij het niet gegrepen had. Maar wat hij wel deed was grijpen. Al maar grijpen en blijven grijpen of hij het ook grijpen mocht. Voor hem was het niet normaal en natuurlijk, dat hij het nooit grijpen zou. Ik grijp ernaar.

Waar het op aankomt is, dat wij volstandig op 's Heeren wegen gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1990

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's

Schrijf aan den engel der gemeente van Efeze:  uw eerste liefde hebt gij verlaten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1990

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's