Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een geheim

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een geheim

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 2 mei 1958 werd onze Margreet geboren. Ik was in die tijd geplaatst bij het marine-opleidingskamp in Hilversum. In de rang van sergeant- schrijver was ik daar bij de opleidingen betrokken. Om de zoveel weken arriveerden in het opleidingskamp honderden rekruten, veelal zeemiliciens. Er werd in die tijd nog veel aandacht besteed aan het aspect "geestelijke vorming". En er waren bij de marine maar twee geloven: iedereen die niet rooms-katholiek was, werd tot de protestanten gerekend, 's Zondagsmorgens moesten alle rekruten aantreden. Dan klonken er luide bevelen: „Katholieken! Uittreden!" Trouw kwamen dan de Brabanders en de Limburgers naar voren. Ze werden netjes in rotten van drie gezet. „Geeft... acht! Linksuit- de-flank!... Mars." De pastoorvlootaalmoezenier stond glunderend in de deur van zijn kapel. „Daar zijn je parochianen, pater", riep de dienstdoend kwartiermeester. „Bedankt", antwoordde de pater, die wel wist hoe hij deze varkentjes wassen moest. Bij de overgeschoten troep stond een korporaal- konstabel. „Ik ben ongelovig, korporaal", probeerden sommige rekruten, of: „Ik hoor niet bij een kerk." „Koppen dicht", deed de oorlogsveteraan zich gelden. En opnieuw schalde het bevel: „Rechts-uit-deflank!... Mars!" Nu ging het in de richting van de gymnastiekzaal, waar door een aantal corveeërs een paar honderd stoelen waren gereedgezet. De brede deuren stonden wijd open. De vlootpredikant stond op de stoep. Er werd geen "halt!" gecommandeerd, dus de hele troep schoof, links... twee... drie... vier marcherend, zó de kerk in. „Gouden tijd", zeggen wij nu als maten onder elkaar als we onder een potje bier nog eens herinneringen ophalen.

Bij het marine-opleidingskamp waren twee fulltime vlootpredikanten geplaatst, een hervormde (een barthiaan) en een gereformeerde. Het was nog vóór het tijdperk-Kuitert. De hervormde heette Hoekstra, de gereformeerde Koolstra. Ik was met hen bevriend, kwam tijdens koffie- of middagpauze wel eens bij hen in hun kantoortje. Soms bemiddelde ik tussen hen en jongens die 's zondagsavonds niet terug mochten reizen naar Hilversum. Vertelde uit wat voor kerkverband ze kwamen en bepleitte begrip voor hun opvattingen. Ik praatte met hen over de Dordtse Synode, de Statenvertaling en de Doleantie. Ze kenden mijn thuissituatie. Margreet was geboren. Ik weet niet meer of ze allebei, of één van hen, op kraambezoek zijn geweest, maar 't zou best kunnen. In ieder geval kwam de doop van ons kindje ter sprake. Daar zouden ze wel bij willen zijn. Ik zou hen op de hoogte houden. Het duurde nogal even, want in ons piepkleine OGG'tje kwam maar zo af en toe een dominee. Eindelijk, begin september, was het zover. Ds. W. van Dijk uit Grafhorst (zie Predikanten en Oefenaars, deel 1, blz. 72) zou een weekdienst in Hilversum vervullen. Het aan de Diepeweg verscholen kerkzaaltje zat stampvol. Tussen de Hilversumse, Huizense, Maartensdijkse en Loener gelovigen zaten ook de twee vlootpredikanten. In uniform, met hun witte pet op hun knie. De tekst voor de preek was Ps. 89:20: „Ik heb hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd." Een sterk christocentrische preek, vol moedgeving voor verdrukte sionieten.

De volgende dag repte ik mij in de koffiepauze naar het kantoortje van het "Bureau Geestelijke Verzorging". Met mijn beide vrienden dronk ik een mok marinekoffie. Het gesprek kwam natuurlijk op de dienst van gisteravond. Zei de gereformeerde Koolstra: „Zeg, Dankers, wie was nou toch die held, die Israël helpen zou?" In een flits realiseerde ik me dat ds. Van Dijk de historische context had laten liggen. „David natuurlijk", zei ik, „dat staat toch in het volgende vers?" „Waarom zei die dominee daar dan niets over?" Waarop ik: „Dat weten al die mensen wel. Het ging die mensen om troost in hun geestelijke strijd." De gereformeerde exegeet schudde zijn hoofd. Waarop zijn barthiaanse collega zei: „Dat heb ik je toch gezegd, Ruud. Er is nu eenmaal een geheim rond deze mensen." Kort daarop nam ds. Hoekstra een beroep aan naar Noordwijk. Waar ds. Ruud Koolstra is gebleven, weet ik niet. Maar het "geheim rond deze mensen" is er nog altijd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2003

Terdege | 84 Pagina's

Een geheim

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2003

Terdege | 84 Pagina's