Votum, groet en zegen.
Een trouwe abonnee wilde graag iets delen en gelijk daar een vraag over stellen. Hij heeft namelijk gezien dat sommige voorgangers bij de groet maar ene hand opheffen terwijl in eigen gemeente de voorganger beide handen opheft. Bovendien merkte hij dat sommige voorgangers hun ogen open houden bij het uitspreken van de groet en de zegen en de gemeente aankijken. Hoe moeten wij daar over denken? Ik zal proberen er iets van te zeggen, met dank voor de vraag!
Net voor en bij aanvang van de dienst gaat het als volgt toe. In de consistorie wordt voor de dienst gebeden door de ouderling van dienst. Dat is de ouderling die aangewezen is om de dienst te leiden. Zonder ouderling kan er dus geen dienst plaats vinden. In het ambtelijke consistoriegebed wordt Gods zegen gevraagd voor de dienaar en de gemeente. Daarna komt de kerkenraad binnen. De ambtsdragers vertegenwoordigen Christus, het Hoofd van de Kerk. Aan de voet van de kansel geeft de ouderling van dienst middels een handdruk de leiding van de dienst aan de voorganger over. Sommige ouderlingen geven je zwijgend een handdruk, anderen wensen je sterkte en zegen en weer anderen zeggen alleen zegen. Dat is echter op zichzelf niet zo belangrijk wat er gezegd wordt; de openlijke handdruk is belangrijker. De Woordverkondiging is in handen van de prediker gelegd.
Het gebed aan de voet van de kansel is geen liturgisch gebed, maar een persoonlijk gebed, zoals iedereen dat op hetzelfde moment doet: een moment van gebed om een persoonlijke zegen. Als de voorganger eerst de kansel opgaat en dan ruimte geeft voor stilte en gebed lijkt dat op een liturgische handeling. Omdat de verkondiging van het Woord in de handen van de voorganger is gelegd kan schriftlezing, wetslezing en geloofsbelijdenis in handen van een ouderling blijven, de zogenaamde voorlezer. Het is geen noodzaak het zo te doen, het geeft afwisseling en voor de ouderling oefening, want hij kan immers geroepen worden de dienst te leiden, Preeklezen noemen we dat.
De predikant spreekt het votum uit: dat is wel een liturgische handeling, Het omvat de woorden: Onze hulp is in de Naam des Heeren. Het kan uitgebreid worden, ook naar de gelegenheid des tijds, maar in het ‘Onze hulp’ wordt de afhankelijkheid van de Heere in spreken, bidden, zingen, begeleiden, offeren, kortom onze afhankelijkheid in alles openlijk beleden. De woorden van het votum in onze gereformeerde erediensten zijn ontleend aan de Psalmen 124, 138 en 146. Zo luidt het votum in ieder geval: Onze hulp is in de Naam des Heeren, Die hemel en aarde gemaakt heeft, Die trouwe houdt in der eeuwigheid en niet laat varen het werk Zijner handen.
Na het votum volgt de groet. We vinden de groet aan het begin van de Nieuwtestamentische brieven. Het zijn de bekende woorden: Genade zij en vrede. Het is geen groet van de voorganger aan de gemeente, maar een groetenis van de Heere. Hij komt tot ons met een heerlijke groet. De Heere laat Zich bij de groet al in het hart kijken. Is dat niet groot? Zo geeft de Heere aan het begin van de samenkomst van de gemeente aan dat we samenkomen voor Zijn Aangezicht. We zijn samengekomen in Zijn tegenwoordigheid. Het is de Heere Die ons groet en straks tot ons spreekt. Dat geeft dan moed om ook als gemeente tot Hem te spreken (het gebed), en Zijn Naam te belijden (het zingen). Omdat het dus geen groet of een goede wens van de voorganger is, zal ik persoonlijk ook de groet uitspreken met gesloten ogen. Al zijn er geen principiële bezwaren tegen het uitspreken van de groet met open ogen. Maar dan moet de gemeente ook met de ogen open naar de voorganger kijken. Dat staat beleefd als je gegroet wordt. Maar zelf houd ik mijn ogen dicht. Ik moet wel iets opbiechten, namelijk dat ik tijdens het grote gebed wel eens mijn ogen open doe. Om ze vervolgens weer haastig dicht te doen. Want wat je soms ziet is gewoon goddeloos. Kinderen die met hun ouders praten en omgekeerd. Mensen die met open ogen rondkijken of…hun mobieltje checken. Of slapen. Of blijkens hun kauwbewegingen wat in hun mond hebben. Nota bene! Alsof het grote gebed een gebed van de dominee is. Terwijl het een gebed van de gemeente is. Iedereen hoort dus mee te bidden! Ik doe dan wel eens mijn ogen open om er later wat van te zeggen, maar ik weet dat God Zijn ogen altijd open heeft en alles ziet. Eerbied tonen, dat past ons. We zijn immers in het heerlijk huis van God.
En wat de groet betreft: omdat het een groet en geen zegen is heffen sommige voorgangers slecht een arm omhoog. In plaats van twee. Er is principieel niets tegenin te brengen, al ben ik het met de vraagsteller eens dat dit niet zo erg is als een moderne prediking die niet onderscheidend is, niet schriftuurlijk-bevindelijk. Als moderne, andere vormen maar niet samen gaan met een oppervlakkige, moderne prediking, waar de noodzaak van geloof en bekering niet aan de orde komt! En dan ten slotte: de zegen aan het einde van de dienst. Het heeft me vaak getroffen dat dit de laatste woorden zijn in een eredienst waarin de Heere met Zijn gemeente samen komt: de Heere zegene u… Heeft het u wel eens ontroerd en aangegrepen dat we onder Gods zegenende handen de kerk verlaten, het leven verder door? En dat omdat Christus om der zonde wil een vloek werd, ja, wilde worden, opdat de verbondszegen zou neerdalen op arme en ellendige zondaren. Wie dat als een wonder ervaart, zal klein worden onder Gods grootheid!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's